H21 Trauma Flashcards
Noem kenmerken van posttraumatische stresstoorniss
- 1 of meer traumatische gebeurtenissen meegemaakt
- herbeleving
- Vermijding
- Negatieve cognities en stemming; verhoogde prikkelbaarheid
Min maand + lijdensdruk of verslechtering functioneren
Welke criteria kent de DSM-5 voor PTSS?
Op welke manieren kunnen herbelevingen, vermijding, negatieve veranderingen in cognities en stemmingen en verhoogde arausal zich uiten bij PTSS?
Wat is de comorbiditeit van PTSS?
Mannen: alcoholmisbruik/afhankelijkheid, depressie, gedragsstoornissen, andere vormen verslaving
Vrouwen: depressie, specifieke fobie, paniekstoornis, sociale fobie, alcoholmisbruik/afhankelijkheid
Omschrijf 5 kenmerken van acute-stresstoornis
- Binnen maand na blootstelling traumatische gebeurtenis
- Korter dan PTSS; 3 dgn - 1 mnd ipv >1 mnd
- Dissociatieve symptomen (derealisatie, depersonalisatie)
- Meeste verschijnselen normale reactie. Diagnose als: verslechtering functioneren of grote lijdensdruk
- Voorsignaal PTSS (75%). <50% van PTSS heeft eerder acute-stresstoornis gehad
Benoem de DSM-5 criteria voor acute-stresstoornis
- Ervaring met dood, ernstige verwonding of seksueel geweld
- Intrusieve symptomen; negatieve stemming; dissociatieve symptomen; vermijdingssymptomen; prikkelbaarheidssyndroom
3 dagen tot 1 maand aanwezig
Wat is de epidemiologie van trauma- en stressgerelateerde stoornissen?
Wat zijn risicofactoren voor het ontstaan van trauma- en stressgerelateerde stoornissen?
Benoem de theoretische benaderingen voor PTSS
Beschrijf het model van Ehlers en Clark over chronische PTSS
Welke (psycho)therapeutische behandelingen worden toegepast bij PTSS?
- Critical incident stress debriefing
- Verwerking van traumatische ervaringen
- Psychologische interventies: CGT, EMDR, eHealth
Beschrijf 6 kenmerken van critical incident stress debriefing
- Meest gebruikte methode opvang slachtoffers
- Uiten en bespreken indrukken tijdens ingrijpende gebeurtenis tijdens bijeenkomsten, olv deskundige
- Onderzoek: Debriefing verbetert natuurlijke herstel niet en kan zelfs leiden tot meer PTSS klachten!
- Meeste mensen herstellen van eerste posttraumatische reacties zonder professionele hulp
- Beter: Vroege psychologische interventies richten op groep slachtoffers die acute-stresstoornis ontwikkelen; CGT
- Screeningsinstrumenten voor hoog risico groepen, maar: lage specificiteit –> klinisch interview noodzakelijk
Noem 8 kenmerken van EMDR
- Kortdurend
- Cognitieve herinterpretatie: Negatieve cognitie + positieve tegenhanger + gevoelens en lichamelijke reacties uitgevraagd
- Afleidende stimulus. Associaties uitvragen, tussentijds spanning vaststellen
- Tot client geen nieuwe associaties / herinnering heeft.
- Positieve cognitie koppelen tot client deze geloofwaardig vindt en bij herinnering geen lichamelijke spanning meer voelt
- Voordeel: hoeven ervaring niet uitvoerig te beschrijven + emotioneel minder belastend huiswerk dan CGT
- Oogbewegingencomponent: concurrentie werkgeheugen. Minder capaciteit voor herinnering –> vervaagt. Opgehaald en opnieuw weggeschreven in langetermijngeheugen
- Imaginatino-effect vs imagination deflation
- Ook flashforwards verliezen emotionele lading
Welke 5 fasen kent het rouwproces van Kubler-Ross, 1969?
- Ontkenning
- Woede
- Marchanderen
- Depressie
- Aanvaarding
Maar: rouwverwerking niet in te delen in afzonderlijke fasen en geen ‘normale’ verwerking. Theorie niet ondersteund door onderzoek
Welke 5 fasen kent het stress-responsesyndroom (Horowitz 1986)
- Outcry
- Ontkenning
- Herbeleving
- Doorwerken
- Voltooiing
Bij verwerkingsstoornis zit iemand ‘vast’ in een bepaalde fase, of hebben ‘overgeslagen’
Theorie niet ondersteund door onderzoek.
Welke 5 fasen kent het stress-responsesyndroom (Horowitz 1986)
- Outcry
- Ontkenning
- Herbeleving
- Doorwerken
- Voltooiing
Bij verwerkingsstoornis zit iemand ‘vast’ in een bepaalde fase, of hebben ‘overgeslagen’
Theorie niet ondersteund door onderzoek.
Noem 2 gevolgen van misvattingen over verwerkingsfasen
- Rouwende/getraumatiseerden denken dat ze niet goed omgaan met hun verlies of trauma
- Ineffectieve/contraproductieve steun van hulpverleners
Noem 4 kenmerken van een traumatische gebeurtenis
- Het ervaren van, getuige zijn van of geconfronteerd worden met een of meerdere gebeurtenissen waarbij sprake is van feitelijk of dreigend overlijden, ernstig letsel of seksueel geweld
- Geen criteria meer: Intense angst, hulpeloosheid of afschuw
- Eenmalige en duidelijke afgebakende gebeurtenissen of langdurige of herhaaldelijk terugkerende
- Directe slachtoffers, ook omstanders en primaire leefsysteem
Noem 5 kenmerken van herbeleving
- Terugkerende onaangename, intrusieve HERINNERINGEN aan de gebeurtenis
- Akelige DROMEN over de gebeurtenis
- Voelen alsof het opnieuw plaatsvindt
- Intens psychisch lijden bij blootstelling aan gebeurtenissen die sterk lijken op (een aspect van) de traumatische gebeurtenis; externe en interne prikkels
- Lichamelijke reacties bij blootstelling aan prikkels
Noem 2 kenmerken van vermijding
- Proberen niet aan de gebeurtenis te denken om pijnlijke gevoelens te voorkomen
- Vermijden gesprekken over het trauma en activiteiten, situaties of mensen die herinneringen oproepen aan het trauma )bv slachtoffer verkeersongeval via andere route naar werk)
Noem 5 kenmerken van negatieve verandering in cognities en stemming bij PTSS
- Amnesie: Geen herinnering van belangrijke aspecten van het trauma. Plausibele verklaringen: niet opgeslagen; lange tijd niet aan gedacht; triggers afwezig
- Geen wetenschappelijk bewijs voor ‘verdringing’
- Probleem amnesie: geen onderscheid tussen ‘geen geheugenopslag’ en ‘niet kunnen herinneren’, herinneringen aan niet-traumatische ervaringen kunnen ook onvolledige reconstructies zijn
- Ook: aanhoudende en overmatige negatieve verwachtingen over zichzelf, anderen en de wereld; verstoord idee over feit dat een persoon zelf of iemand anders schuldig is aan de oorzaken of gevolgen van het trauma, negatieve emoties en emotionele vervlakking
- PTSS patienten kunnen zich verwijderd of afgesneden voelen van de mensen om hen heen, ‘anders’, onbegrepen voelen; minder gevoelens van warmte, tederheid en seksualiteit
- Omgeving: moeilijk om aan slachtoffers te vragen of aan te horen wat er is gebeurd; andersom ook –> vicieuze cirkel –> negatieve reacties omgeving (gebrek aan sociale steun, verwijten) –> slachtoffer opnieuw slachtoffer.
- Werkgever: onbegripvolle houding door juridisch gevecht met verzekeringsmaatschappij voor schadevergoeding
Noem 4 kenmerken van verhoogde arousal
- Irritaties of vijandig of agressief gedrag, roekeloos of destructief gedrag of overmatige waakzaamheid
- Overactivatie autonome zenuwstelsel
- Concentratieproblemen
- Slaapklachten: lastig in slaap komen; dromen/ (angst voor) nachtmerries
Welke differentiaaldiagnostiek bestaat voor PTSS?
- Dwangpatienten hebben ook intrusies; geen verband met traumatische gebeurtenis
- Gegeneraliseerde-angststoornis (angst, gepieker, concentratieproblemen, prikkelbaarheid, slaapklachten); niet gebonden aan traumatische gebeurtenis
Benoem de DSM-5 criteria voor aanpassingsstoornis
Emotionele of gedragsmatige symptomen als reactie op een aanwijsbare stressveroorzakende gebeurtenis of situatie, die binnen 3 maanden na aanvang van de stressor optreden en niet langer dan 6 maanden aanhouden na het verdwijnen van de stressor (of de gevolgen daarvan); symptomen horen niet bij een normaal rouwproces.