H14 Flashcards

1
Q

Hoe heet de volgorde van aminozuren in een eiwit?

A

Primaire structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een verzadigd vetzuur? Waarom sterke vdw-binding?

A

Heeft geen dubbele binding, en dus maximale hoeveelheid H’s. Ketens zijn lineair waardoor ze elkaar dicht naderen: groot contactoppervlak tussen vetmoleculen –> sterke vdw-binding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat voor soort reactie is de eiwitsynthese? Hoe heet de amidebinding in eiwitten?

A

Polycondensatiereactie. Peptidebinding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe heten eiwitten die een chemisch proces kunnen katalyseren?

A

Enzymen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe heet de stof die via een chemische reactie wordt omgezet mbv een enzym? / Hoe heet zo’n enzym?

A

Substraat / biokatalysator.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe heet de plaats in het enzym waar de gekatalyseerde reactie van het substraat plaatsvindt?

A

Actieve plaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe heet het als door een ongewenste pH of temperatuur een enzym zijn werking verliest (door aantasting van tertiaire structuur)?

A

Denaturatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe heten de temperatuur en pH-waarde waarbij een enzym optimaal werkt?

A

Temperatuuroptimum en pH-optimum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe heet het ontwerpen van moleculen die een vergelijkbare structuur hebben als het natuurlijke substraat?

A

Molecular modeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar is de erfelijke informatie van de menselijke cel opgeslagen?

A

Genoom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe heten stukken DNA die coderen voor een bepaald eiwit?

A

Genen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar codeert een codon voor?

A

Een aminozuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Stappen van aminozuur –> DNA?

A

1) Transcriptie (kopie) van matrijsstreng gemaakt: enkelstrengs mRNA
2) mRNA vertrekt uit celkern naar RER (specifiek: ribosomen)
3) Op ribosomen: translatie van mRNA door tRNA: tRNA bindt met anticodon aan complementaire codon van mRNA en de aminozuren op het tRNA worden door het ribosoom in de juiste volgorde aan elkaar gekoppeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uit welke twee strengen bestaat DNA?

A

Coderende streng + matrijsstreng

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke twee belangrijke componenten bevat een tRNA-molecuul?

A

Aan de ene kant een anticodon (drie basen die complementair zijn aan codon van mRNA) en aan de andere kant een aminozuur dat hoort bij het codon in het mRNA.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly