H18 Rechtspositie Van De Cliënten In De Jeugdhulp Flashcards
(9 cards)
Bezwaar en beroep tegen een verleningsbesluit:
Een verleningsbesluit van het college B en W is nodig voor niet vrij toegankelijke vormen van jeugdhulp, door gemeente.
- Als een ouder/jeugdige het niet eens is met een verleningsbesluit of een weigering daarvan kan hij binnen 6 weken bezwaar maken.
- Hij schrijft dan een brief naar het college B en W waarin hij uitlegt waarom hij het niet eens is met het besluit.
- Het college is verplicht binnen 6 weken op het bezwaarschrift te reageren.
- Als ouder/jeugdige niet tevreden is met de reactie van het college kan hij in beroep gaan bij de kinderrechter.
- De kinderrechter kan het besluit in stand houden of vernietigen.
- Als ouder/jeugdige niet eens is met de uitspraak van de kinderrechter, dan kan hij in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep in Utrecht.
Wanneer heb je toestemming nodig van ouders/jeugdigen?
Aanvraag:
Bij de aanvraag om jeugdhulp is het voldoende als alleen de aanvrager zijn aanvraag ondertekent.
Onderzoek:
In het onderzoek naar de aanvraag om te kijken welke jeugdhulp nodig is, moet worden uitgezocht of gezaghebbende ouders en/of jeugdige instemmen:
- Is de jeugdige 12- dan is voor vrijwillige jeugdhulp instemming van beide gezaghebbende ouders /voogd vereist.
- Bij jeugdigen tussen 12-16 moeten gezaghebbende ouders/voogd én jeugdige instemmen.
- Bij jeugdige 12+ wilsonbekwaam is instemming gezaghebbende ouders/voogd voldoende.
- Vanaf 16 beslist jeugdige zelf over de jeugdhulp, tenzij wilsonbekwaam.
Hier gaat het erom of de jeugdhulp zal worden geaccepteerd (kan in gesprek), handtekeningen zijn niet nodig.
Uitvoering jeugdhulp:
De jeugdhulpverlener die de hulp gaat bieden is verantwoordelijk voor het verkrijgen van toestemming met de leeftijdsgrenzen zoals hiervoor beschreven. De toestemming mag pas worden gevraagd als de jeugdhulpverlener voldoende heeft geïnformeerd.
(Als toestemming mondeling wordt gegeven maakt jeugdhulpverlener hier aantekening van in dossier)
Plannen van aanpak:
Het is van belang dat jeugdige en gezaghebbende ouders instemmen met plan van aanpak. Een mondelinge, digitale of schriftelijke instemming is goed. Mondeling wordt vastgelegd in dossier.
Jeugdhulp tijdens OTS:
Als gezinsvoogd ( van GI) tijdens OTS ambulante jeugdhulp inzet tegen de wens van ouders en jeugdige, is de jeugdhulpverlener aan wie dit gevraagd wordt niet verplicht dit te doen.
Het is aan de jeugdhulpverlener om te bepalen of de jeugdhulp kan gaan ‘werken’, als jeugdige/ouders deze hulp niet wensen.
Wat is het klachtrecht?
De Jeugdwet verplicht jeugdhulpaanbieders en GI’s om een klachtencommissie in het leven te roepen, waar cliënten terechtkunnen met hun klachten over (een medewerker van) de organisatie.
De klachtencommissie is onafhankelijk en mag geen banden met de organisatie hebben.
- Na ontvangst van de klacht stelt de klachtencommissie een onderzoek is.
- Meestal houden zij een hoorzitting zodat de klager en de medewerker over wie wordt geklaagd de gelegenheid krijgen om een mondelinge toelichting te geven.
- Na de hoorzitting komt de klachtencommissie met een oordeel over de ‘gegrondheid’ van de klacht (=de klager heeft gelijk).
- Het oordeel van de commissie gaat in de vorm van een advies naar het bestuur van de instelling.
- Het bestuur laat de klager weten of hij het oordeel van de commissie overneemt.
Wat is het tuchtrecht?
Als ouders/jeugdige niet tevreden zijn over het handelen van een geregistreerde professional, dan kunnen zij een klacht indienen bij het tuchtcollege.
Centraal in de behandeling van klachten door de SKJ-tuchtcolleges staat de vraag of de jeugdprofessional de zorg heeft geboden zoals deze mag worden verwacht van een goede jeugdprofessional.
Hoe ziet de tuchtprocedure eruit?
- De klager dient een klacht in bij het tuchtcollege.
- Get tuchtcollege informeert de jeugdprofessional over de klacht en nodigt hem uit om schriftelijk op de klacht te reageren in een zogeheten verweerschrift.
- De klacht wordt (eventueel nadat het tuchtcollege meer informatie bij de klager of jeugdprofessional heeft opgevraagd) mondeling behandeld in een hoorzitting waarin de klager en jeugdprofessional de gelegenheid krijgen op de klacht te reageren en hun schriftelijke stukken toe te lichten.
- Enige tijd na de hoorzitting geeft het tuchtcollege een schriftelijk oordeel over de klacht.
Welke maatregelen zijn er in het tuchtrecht?
Is de klacht:
‘gegrond’
= klager heeft gelijk met zijn klacht.
‘ongegrond’
= klacht is niet terecht.
Is de klacht (gedeeltelijk) gegrond?
Maatregelen:
- Waarschuwing.
- Berisping, al dan niet met aantekening in het register van de berisping.
- Voorwaardelijke schorsing van de registratie met ene proeftijd van 1 jaar.
- (onvoorwaardelijk) schorsing van de inschrijving voor max. 1 jaar.
- Doorhaling van de inschrijving in het SKJ-register of ontzegging van de bevoegdheid om zich opnieuw in te schrijven.
Wat is het verschil van klachtrecht en tuchtrecht?
In het tuchtrecht:
wordt het handelen waarover wordt geklaagd, getoetst aan de professionele normen van de beroepsgroep waartoe de jeugdprofessional behoort.
Centraal staat het individuele handelen van de jeugdprofessional.
In het klachtrecht:
kan een klager over de jeugdprofessional klagen, maar ook over de instelling waarbij de jeugdprofessional werkzaam is.
Het oordeel van een klachtencommissie wordt niet opgenomen in het SKJ-register.
Wat houdt medezeggenschap in?
- Dat jeugdigen en ouders inspraak hebben in het beleid van de jeugdhulpaanbieder of GI. - Een cliëntenraad is verplicht voor een GI of jeugdhulpaanbieder waar meer dan 10 personen werkzaam zijn.
- Heeft de taak de belangen van de cliënten te behartigen.
- Het bestuur van de instelling is verplicht om over belangrijke besluiten die het wil nemen advies te vragen aan de cliëntenraad.
Wat zijn de 4 algemene bepalingen van het Kinderrechtenverdrag (IVRK)?
- Non-discriminatie
- Het belang van het kind
- Recht op leven en ontwikkeling
- Recht op participatie