H2 Flashcards
(39 cards)
Rechtsstaat
Een staat waarin je als burger met grondrechten wordt beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur van de overheid.
Autoritaire staat
Een staat waarin één machthebber of een kleine groep mensen bepaalt wat de regels zijn.
Democratische rechtsstaat
Burgers mogen meedoen aan vrije verkiezingen en bepalen zo wie de machtshebbers zijn en ze kunnen indirect meebeslissen over politieke kewsties.
Sociale rechtsstaat
Er zijn allerlei wetten en voorzieningen om de welvaart en het welzijn van de burgers the bevorderen.
Rechtszekerheid
Iedereen kan precies nagaan wat wel en niet mag volgens de wet.
Sociaal contract
Tot afspraken komen om in natuurlijke vrijheid en gelijkheid te kunnen leven.
Geweldsmonopolie
De staat als enige geweld mag gebruiken
Het beginsel van grondrechten
Alle mensen zijn in vrijheid en gelijkheid geboren en moeten zo kunnen samenleven
Het soevereiniteits- en democratiebeginsel
De mensen sluiten gezamelijk een vredesakkoord, het sociaal contract
Het legaliteitsbeginsel
Er is een staat die het sociaal contract tussen mensen kan afdwingen, maar die strict gebonden aan de wetten die de partijen zelf hebben opgesteld
Het beginsel van de trias politica
De macht van de staat wordt voor de zekerheid verder begrensd door interne scheidingen van de staatsmacht
Verlichte dictatuur
De machthebber in zekere maten rekening houdt met de bevolking
Constitutionele monarchie
Een koninkrijk met een grondwet
Censuskiesrecht
Nachtwakersstaat
Een staat die zich voornamelijk inzet voor de bewaking van de veiligheid van burgers
Klassieke grondrechten
Zijn gemaakt op basis van de vrijheid en gelijkheid van individuele burgers
Sociale grondrechten
Zorgen voor werkgelegenheid, bescherming van de positie van werknemers, sociale zekerheid, volksgezondheid, sociale woningbouw en onderwijs
Voorwaarden van een rechtsstaat
Er zijn grondrechten in het land
Het land is soeverein (geweldsmonopolie) en democratisch
Er is sprake van een legaliteitbeginsel
Er is sprake van een scheiding der machten
Sociale rechtsstaat
Verzorgingsstaat
(Grondrechten hebben een) Verticale werking (als)
Ze door burgers kunnen worden uitgeoefend tegenover de staat
(Grondrechten hebben een) horizontale werking (als)
Burgers zich tegenover elkaar op hun grondrechten beroepen.
Legaliteitsbeginsel
De overheid mag alleen de vrijheid van burgers inperken als de rechtmatigheid van die beperking is vastgelegd in wetten en regels die door het parlement zijn aangenomen
Rechtszekerheid
Brugers weten dankzij de wet waar ze aan toe zijn
Zowel in hun relatie tot andere burgers als hun relatie met de overheid
Het recht
Het geheel van in de wetten vastgelegde regels