H3 Flashcards
(74 cards)
1
Q
Soeverein
A
2
Q
Politiek
A
3
Q
Algemeen belang
A
4
Q
Directe democratie
A
5
Q
Representatieve democratie
A
6
Q
Parlementaire stelsel
A
7
Q
Constitutionele monarchie
A
8
Q
Presidentieel stelsel
A
9
Q
Parlementaire democratie
A
10
Q
Dictatuur
A
11
Q
Autoritair regime
A
12
Q
Ideologie
A
13
Q
Links
A
14
Q
Rechts
A
15
Q
Politieke midden
A
16
Q
Liberalisme
A
17
Q
Socialisme
A
18
Q
Communisme
A
19
Q
Sociaaldemocratie
A
20
Q
Confessionalisme
A
21
Q
Christendemocraten
A
22
Q
Ontideologisering
A
23
Q
Ecologisme
A
24
Q
Populisme
A
25
Progressief
26
Conservatief
27
Reactionair
28
Kosmopolitisch
29
Nationalistisch
30
Politieke partijen
31
One-issue partijen
32
Niet-democratische partijen
33
Zwevende kiezers
34
Actief kiesrecht
35
Passief kiesrecht
36
Evenredige vertegenwoordiging
37
Kiesdeler
38
Kiesdrempel
39
Districten- of meerderheidsstelsel
40
Mediacratie
41
Informatie
42
Formatie
43
Coalitie
44
Oppositie
45
Regeerakkoord
46
Demissionair kabinet
47
Kabinet
48
Regering
49
Minister
50
Parlement
51
Staatssecretaris
52
Premier
53
Ministeriële verantwoordelijkheid
54
Stemrecht
55
Recht van amendement
56
Recht van initiatief
57
Budgetrecht
58
Recht van motie
59
Vragenrecht
60
Recht van interpellatie
61
Recht van onderzoek en enquête
62
Poldermodel
63
Dualisme
64
Systeemtheorie
65
Events
66
Trends
67
Politieke actoren
68
Politieke debat
69
Lobbyen
70
Belangengroepen
71
Actiegroepen
72
Sociale cohesie
73
Participatie
74
Censuur
