H2 Kolom 3 Flashcards
(42 cards)
1
Q
De zakelijke afspraak
A
le rendez-vous professionnel
2
Q
De woonkamer
A
Le salon
3
Q
De openbare ruimte
A
Les lieux publics
4
Q
Zelfs als
A
Même si
5
Q
sterven
A
Mourir
6
Q
een zonderling
A
un original
7
Q
verplicht
A
obligatoire
8
Q
het is hetzelfde
A
C’est pareil
9
Q
Bijna
A
Presque
10
Q
De wereld verbeteren
A
Refaire le monde
11
Q
Regelmatig
A
Régulièrement
12
Q
Zonder
A
Sans
13
Q
Zich dwingen
A
Se forcer
14
Q
De hele tijd
A
Tout le temps
15
Q
Aangenaam
A
agréable
16
Q
bij … overstappen
A
changer à …
17
Q
De richting
A
la direction
18
Q
De rotonde
A
le rond-point
19
Q
Een kwartier
A
Un quart d’heure
20
Q
Helpen
A
Aider
21
Q
Het kruispunt
A
Le carrefour
22
Q
Het lopen
A
La marche
23
Q
Het plein
A
La place
24
Q
Het stoplicht
A
Le feu (rouge)
25
Inderdaad
En effet
26
Ingewikkeld
Compliqué
27
Langslopen
Longer
28
Lijn 1 nemen
Prendre la ligne un
29
Lopen
Marcher
30
Moeilijk
Difficile
31
Oversteken
Traverser
32
Rechts / links afslaan
Tourner à droite / à gauche
33
Rechtdoor gaan
Aller / continuer tout droit
34
Straat inslaan
Prendre une rue
35
begeleiden
Guider
36
De folder
Le dépliant
37
De gids
Le/la guide
38
De inlichtingen
Les renseignements
39
De korting
La réduction
40
De prijs / Het tarief
Le tarif
41
De wandeling
La promenade
42
De (dag)kaart
le forfait