H2 oplosbaarheid Flashcards

(26 cards)

1
Q

is keukenzout oplosbaar?

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

is white spirit oplosbaar

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

is suiker oplaasbaar

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

is aceton oplasbaar?

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

is olie oplosbaar

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geef een voorbeeld van een polaire oplossing

A

water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geef een voorbeeld van een apolair oplossing

A

menthaan/pentaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarvan hangt de oplosbaarheid van een stof vanaf?

A

het hangt af van de aard van de stof en van de aard van het oplosmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe lossen polaire stoffen op in polaire oplosmiddelen?

A

stoffen zoals NaCl en azijnzuur lossen goed op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe lossen apolaire stoffen op in apolaire oplosmiddelen?

A

stoffen zoals di-jood en di-ethylether lossen goed op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vuurbal tegen streep

A

oxiderend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vlam tegen streep

A

ontvlambaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

2 kranen en 1 tegen hand

A

bijtend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

rare wijnlfes precies

A

gassen onder druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

doodskop met x botten

A

giftig/toxisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

lichaam met ster in het ùidden

A

lang termijn gezondheidsschade

17
Q

uitroepteken

A

schadelijk/irriterend

18
Q

steen die ontploft

19
Q

vis dood naast een boom

A

gevaarlijk voor aquatisch milieu

20
Q

waarom is verf zo vloeibaar

A

omdat het wordt opgelost in oplosmiddel of solvent

21
Q

hoe kan je het oplosmiddel in verven

A

met water zodat je acrylverf verkrijgt of niet waterig waardoor je alkydverf verkrijgt

22
Q

wat gebeurt er zodra verf is aangebracht?

A

verdampt het oplosmiddel en laat het een verffilm achter

23
Q

uit wat worden oplosmiddelen in verf van gemaakt?

A

aardolieproducten

24
Q

wat gebruikt meer men steeds voor verf

A

watergedragen verf

25
wat bevat watergedragenverf
schimmelwerende middelen & emulgatoren
26