H3 De strafbepaling Flashcards
(23 cards)
strafbepaling
een wetsartikel waarin gedrag strafbaar wordt gesteld.
opbouw strafbepaling; uit welke 3 onderdelen bestaat strafbepaling?
delictomschrijving, kwalificatie, sanctienorm
wat is een delictsomschrijving?
is de beschrijven van het verboden gedrag, er staat precies wat er niet mag
wat is kwalificatie?
de juridische naam voor het verboden gedrag.
wat is sanctienorm?
dit is de maximale straf die de rechter voor het verboden gedrag mag opleggen. er geldt geen minimum straf maar een maximum
wanneer worden de geldboetes (categorieen) veranderd?
om de 2 jaar.
wat is de maximale gevangenisstraf in nl?
30 jaar, levenslang is in Nederland ook echt levenslang, er kan wel na 25 jaar opnieuw beoordeeld worden maar dit komt bijna niet voor.
bestanddelen
verschillende onderdelen van de omschrijving van het strafbaar gedrag.
wanneer kan je strafbaar gesteld worden?
je kan pas strafbaar worden gesteld als je gedrag voldoet aan alle bestanddelen van een strafbepaling.
wat is nog een voorwaarde voor strafbaarheid?
het gedrag moet ook wederechtelijk zijn en de dader moet schuld treffen.
wat is wederrechtelijkheid?
het gedrag is in strijd met het recht. ook al wordt wederrechtelijkheid niet in bestanddeel vernoemd, moet het alsnog van toeppassing zijn.
wat is schuld?
de daad moet aan de dader kunnen worden verweten.
wat houdt opzet in?
de bedoeling hebben om het strafbaar feit te plegen
schuld in enge zin
het was niet de bedoeling van de dader om strafbaar feit te plegen, maar waarbij hem wel verweten kan worden.
schuld in ruime zin
verzamelterm voor iedere vorm van verwijtbaarheid van de daad.
verschillende vormen van opzet
rechters hebben in hun uitspraken verschillende vormen van opzet ontwikkeld: opzet als oogmerk en voorwaardelijke opzet.
opzet als oogmerk
een dader die handelt met de bedoeling een bepaald feit te plegen.
voorwaardelijke opzet
De dader neemt het risico dat zijn daad een bepaald gevolg zal hebben.
Opzet als noodzakelijkheidsbewustzijn
De dader neemt de gevolgen die zijn daad zeker zal hebben op de koop toe
opzet met zekerheidsbewustzijn
beoogt de dader het gevolg niet, maar ziet de dader het gevolg als noodzakelijk verbonden aan zijn gedraging.
verschil opzet en schuld
het verschil zit in de intentie van de daad.
bewust schuld
de dader ziet gevolgen van zijn daad wel in, maar doet er lichtzinnig over.
onbewuste schuld
je ziet gevolgen van je gedrag niet in, omdat je niet goed genoeg onderzoek hebt gedaan naar de consequenties.