H3: eetstoornissen Flashcards

(49 cards)

1
Q

Hoe omschrijf je een eetprobleem?

A

Verstoring in eetgedrag die langer duurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn kenmerken van een eetstoornis?

A
  • verstoord lichaamsdeel
  • lichamelijke problemen: verandering in lichaamsvorm, te laag/hoog lichaamsgewicht, spijsverteringsproblemen, osteoporose
  • psychosociale problemen: laag gevoel van zelfwaarde, moeilijk kunnen omgaan met heftige emoties, eenzaamheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn kenmerken van Anorexia Nervosa?

A
  • beperking voedselinname/energie- inname volgens behoefte
  • significant te laag lichaamsgewicht
  • intense angst om aan te komen of aanhoudend gedrag om toename van gewicht te voorkomen
  • verstoorde waarneming van lichaamsbeeld
  • onevenredig grote invloed van lichaamsbeeld op zelfwaardering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 2 types zijn er binnen Anorexia Nervosa?

A
  • restrictief type
  • eetbui/purgerende type
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn kenmerken van boulimia nervosa?

A
  • terugkerende episodes van eetbuien: hoeveelheid voedsel die groter is dan wat de meeste mensen zouden eten gedurende dezelfde tijd onder dezelfde omstandigheden; een gevoel van gebrek aan controle over het eten gedurende die episode
  • terugkerende ongepast compensatiegedrag
  • minstens eenmaal per week, gedurende 3 maanden
  • sterke invloed van figuur/gewicht op zelfwaardering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van eetbuistoornis?

A
  • herhaalde episodes van eetbuien
  • eetbui-episoden hangen samen met 3 of meer van de volgende kenmerken:
    (1) veel sneller eten dan normaal
    (2) dooreten totdat er een onaangenaam vol gevoel ontstaat
    (3) grote hoeveelheden voedsel nuttigen zonder lichamelijke trek te hebben
    (4) alleen eten, uit schaamte over de hoeveelheid die de betrokkene nuttigt
    (5) achteraf van zichzelf walgen, zich somber of erg schuldig voelen
  • eetbui gaat gepaard met stress
  • gemiddeld wekelijks, gedurende 3 maanden
  • geen compensatiegedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat maakt het verschil tussen BN en BED?

A

Compenserende maatregelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat maakt het verschil tussen BN en AN?

A

BMI:
- BMI < 18: AN
- BMI > 18: BN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de prevalentie van eetstoornissen?

A

1/10 vrouwen ontwikkelt tussen 10 en 30 jaar ooit een eetstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke comorbiditeit komt vaak voor bij anorexia nervosa?

A

obsessief-compulsieve stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke comorbiditeit komt vaak voor bij boulimia nervosa en BED?

A

Middelengebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is diagnosestelling moeilijk?

A
  • zelfrapportage
  • klinische variabiliteit
  • comorbiditeit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoeveel mensen met AN hervallen?

A

40-50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoeveel procent van de mensen met BN hervallen?

A

30%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoeveel procent van de mensen met BED hervallen?

A

30%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke neurobiologische mechanismen hebben invloed op eetstoornissen?

A
  • genen
  • neurotransmitters
  • hormonen
  • emoties
  • executieve functies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Voor hoeveel procent van de genen is verantwoordelijk op het ontwikkelen van een eetstoornis?

A

50-80%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke genen zijn betrokken bij de ontwikkeling van een eetstoornis?

A
  • genen betrokken bij dopaminerge en serotonerge systemen
  • genen betrokken bij gewichtsregulatie
  • genen betrokken bij voorkeur voor zoete smaken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke neurotransmitters hebben invloed op de ontwikkeling van een eetstoornis?

A
  • serotonine
  • dopamine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de rol van serotonine?

A

belangrijke rol in de regulatie van stemming, eetlust, slaap en beweging

21
Q

Wat is de rol van serotonine bij eetstoornissen?

A

AN en BN: verlaagde serotonine levels

22
Q

Wat is de rol van dopamine?

A

Belangrijke rol in beloningssysteem en motivatie + ervaren van plezier en genot

23
Q

Wat is de rol van dopamine bij eetstoornissen?

A
  • bekrachtigend waarde van voedsel
  • dopaminerge dysfunctie
    1) BN/BED: hyper-responsief beloningssysteem
    2) AN-R: hypo-responsief beloningssysteem
24
Q

Wat zijn de 2 belangrijke hormonen voor regulatie van honger en verzadiging?

A

-leptine
-ghreline

25
Wat is ghreline?
- hongerhormoon - opwekken eetlust - stimuleert voedselinname - afgescheiden in maagwand en via hypothalamus in bloedsomloop
26
Wat is leptine?
- remmen eetlust - voornamelijk afgescheiden door de vetcellen - rol bij energieverbruik
27
Wat is de rol van leptine en ghreline in anorexia nervosa?
- daling leptine - stijging ghreline
28
Wat is de rol van ghreline en leptine bij BED?
- stijging leptine - daling ghreline
29
Wat is de rol van ghreline en leptine bij BN?
- minder eenduidig - gelijkaardig aan gezonde controlegroep
30
Welk systeem is betrokken bij emotioneel functioneren?
Limbisch systeem
31
Wat is emotieregulatie?
vermogen om met eigen emoties en de emoties van anderen om te gaan
32
Wat is verstoord op vlak van emoties bij eetstoornissen?
- limbisch systeem - emotieregulatie
33
Welke hersengebied is gelinkt aan angst?
amygdala
34
Hoe zit het met angst bij anorexia nervosa?
Hyperresponsief angstcircuit als reactie op voedselstimuli waardoor je voedselinname gaan vermijden
35
Wat valt er onder executieve functies?
- cognitieve flexibiliteit - aandacht - inhibitiecontrole
36
Wat is cognitieve flexibiliteit?
het vermogen om mentaal van denkrichting/patroon of gedragsstrategie te veranderen in reactie op veranderende omstandigheden
37
Hoe kan de cognitieve flexibiliteit gemeten worden?
Wisconsin Card Sorting test
38
Hoe ziet de cognitieve flexibiliteit eruit bij anorexia nervosa?
Verminderde cognitieve flexibiliteit: > perservatiefouten < activatie in ventrale fronto-striatale circuits
39
Wat is een aandachtsbias?
De neiging om aandacht te richten op bepaalde informatie en andere informatie te negeren
40
Hoe kan aandacht gemeten worden?
Aangepaste stroop taak eye-tracking
41
Wat kan er geconcludeerd worden voor aandacht bij AN en BN?
AN en BN: vertekende aandacht voor woorden gerelateerd aan gewicht en voedsel AN: verhoogde aandacht voor laag calorierijk voedsel BN: hoog calorierijk voedsel
42
Wat is inhibitiecontrole?
= vermogen om ongepast gedrag te onderdrukken
43
Welk deel van de hersenen heeft een rol in de inhibitiecontrole?
(r)DLPFC
44
Hoe kan inhibitietaken gemeten worden?
- GO/No Go taak - Stop Signal taak
45
Hoe is de inhibitie controle bij AN-BP, BN en BED?
zwakke inhibitie controle => hypo activiteit in (r)DLPFC
46
Hoe is de inhibitie controle bij AN-R?
Excessieve inhibitie controle => hyperactiviteit in (r)DLPFC (enkel bij voedselstimuli)
47
Hoe ziet de behandeling van eetstoornissen eruit?
- stepped care - multidisciplinaire aanpak - gezinsbehandeling en individuele behandeling
48
Wat is de huidige standaard voor eetstoornissen?
Cognitieve gedragstherapie: - psycho-educatie - motivatie - normalisatie eetpatroon - zelfbeeld en lichaamsbeeld - terugvalpreventie
49
Welke medicatie kan er voorgeschreven worden bij eetstoornissen?
antidepressiva en antipsychotica