H3 van zes maanden tot twee jaar Flashcards
(41 cards)
1
Q
wat is accomodatie
A
2
Q
wat is de acht-maanden-angst
A
3
Q
wat is adaptatie
A
4
Q
wat is assimilatie
A
5
Q
wat is attachment in the making
A
6
Q
wat is automutilatie
A
7
Q
wat is binoculair zien
A
8
Q
wat is een bipolaire depressie
A
9
Q
wat is clear cut attachment
A
10
Q
wat is een cochleair implantaat
A
11
Q
wat zijn conversieverschijnselen
A
12
Q
wat is differentiatie
A
13
Q
wat is een eenwoordszin
A
14
Q
wat is het equilibrium
A
15
Q
wat is de functie van het gebied van broca
A
16
Q
wat is de functie van het gebied van wernicke
A
17
Q
wat is het geen-bodemsyndroom
A
18
Q
wat is generalisatie
A
19
Q
wat is grove motoriek
A
20
Q
wat verstaan wij onder growing into deficit
A
21
Q
wat is de hand-righting reflex
A
22
Q
wat is het Kennard principle
A
23
Q
wat is klassiek conditioneren
A
24
Q
wat is longitudinaal onderzoek
A
25
wat is objectpermanentie
26
wat is oog-handcoordinatie
27
wat is operant conditioneren
28
wat is het opponeren van de duim
29
wat is de orientatiereflex
30
wat is het pivot-woord
31
wanneer is het preoperationeel stadium
32
wat is een reactieve hechtingstoornis
33
wat verstaan wij onder rumineren
34
wat zijn verinnerlijkte circulaire reacties
35
wat is de sensomotoriek
36
wat is somatiseren
37
wat is symbiose
38
wat zijn tertiair circulaire reacties
39
wat is testosteron
40
wat verstaan wij onder trial and error
41
wat is een unipolaire depressie
