H4 Flashcards

1
Q

Noem 7 kenmerken van gezonde gingiva

A
  • Lichtroze kleur
  • stevige consistentie met een gestippeld aspect
  • scherpe papillen die hele approximale ruimte vullen
  • ondiepe pockets (1-3 mm)
  • geen bloeding na sonderen
  • afwezigheid van zwelling
  • marginale gingivarand die zich coronaal van glazuur-cementgrens bevindt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kan het dat gingiva nooit onstekingsvrij is?

A

Gingiva is enige plek in het lichaam waar integriteit van het epitheel verbroken is en waar geen verdedigingsmechanisme is –> bacterien hechtten en veroorzaken gingivitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de prevalentie van gingivitis?

A

80% bij kinderen en 50-100% bij volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de klinisch gezonde situatie?

A

Gering ontstekingsfiltraat onder aanhechtingsepitheel in coronale deel van gingiva, doortrekkende leukocyten in aanhechtingsepitheel en productie van creviculaire vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is creviculaire vloeistof?

A

Vloeistof tussen tandvlees en tand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke moleculen zitten in het ontstekingsfiltraat?

A

Polymorfonucleaire leukocyten (PMN’s), monocyten en leukocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doen endotheelcellen van capillairen in de klinisch gezonde situatie?

A

E-selectine en intercellulaire adhesiemoleculen tot expressie brengen waardoor PMN’s en andere leukocyten uit de bloedvaten kunnen treden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke cytokine zorgt voor migratie van PMN’s richting de plaque?

Welke cellen produceren dit cytokine?

A

IL-8 (geproduceerd door cellen van aanhechtingsepitheel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Door welk chemokine kunnen monocyten en macrofagen richting de plaque migreren?

A

MCP-1 geproduceerd door basale cellen van orale sulcusepitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe werkt experimentele gingivitis?

A

Proefpersonen krijgen eerst een poetsinstructie om de elementen volledig plaquevrij te krijgen, hierna wordt er 2-3 gestopt met interdentale reiniging en poetsen, daarna worden de elementen weer plaquevrij gemaakt en wordt de mondhygiene opgepakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke fasen van gingivitis zijn er?

A

Initiele, vroege en gestabiliseerde laesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer vormt de vroege laesie?

A

1 week na plaqueaccumulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn kenmerken van de vroege laesie?

Noem er 7

A
  • gingiva kleurt roder door bloedvatverwijding
  • na sonderen kan bloeding ontstaan
  • histologisch zie je dat vaten onder top van aanhechtingsepitheel verwijd blijven en prolifereren
  • percentage leukocyten in aanhechtingsepitheel neemt toe
  • percentage ontstekingsfiltraat in bindweefsel neemt toe
  • fibroblasten degenereren waardoor weg voor leukocyten wordt vrijgemaakt
  • epitheliale retelijsten zijn zichtbaar die coronale deel van laesie invaderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn kenmerken van initiele laesie?

Noem er 3

A
  • vasodilatatie als reactie op toxische producten van bacterien
  • hydrostatische druk neemt toe en er onstaan openingen tussen endotheelcellen van permeabiliteit –> vloeistoffen en eiwitten treden uit
  • toename migratie PMNs door expressie van ICAM-1 en ELAM-1 (adhesiemoleculen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer vindt chronische gingivitis plaats?

A

Na 3 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de kenmerken van chronische gingivitis?

3 antwoorden

A
  • Productie van creviculaire vloeistof is toegenomen
  • gingiva is roder en vertoont oedemateuze zwelling en bloedt na sonderen
  • proliferatie van aanhechtingsepitheel en vorming van pocketepitheel met uitgebreide retelijsten en infiltraat met PMN’s
17
Q

Welke verschuiving van bacteriele kolonisatie vindt plaats tijdens experimentele gingivitis?

A

Grampositieve kokken en staafjes naar gramnegatieve kokken en staafjes, filamenten, fusobacterien, spirillen en spirocheten

18
Q

Welke bacterien worden geassocieerd met ontstaan van gingivitis

A

Actinomyces odontolyticus, Fusobacteri- um nucleatum, Lactobacillus-soorten, Streptococcus angi- nosus, Veillonella parvula en Treponema-soorten

19
Q

Wat zijn kenmerken van chronische gingivitis?

Noem 4 punten

A

Roodheid en zwelling
Bloeding na sonderen
Verlies van stevige consistentie en stippeling
Temperatuur in pocket blijft gelijk, gingiva is niet pijnlijk

20
Q

Wat zijn invloeden op gingivitis?

A

Lokale factoren
Roken
Stress

21
Q

Hoe komt het dat in de puberteit ernst en prevalentie toeneemt?

A

Hoge plaqueniveau, mondademhaling, crowding, eruptie van elementen en hogere concentraties testosteron en oestrogeen

22
Q

Wanneer spreken we van puberteitsgingivitis?

A

oestradiolwaarden meiden  26 mmol/l en jongens testosteron  8,7 mmol/l

23
Q

Wat gebeurt er tijdens ovulatie?

A

toename van hoeveelheid creviculaire vloeistof

24
Q

Wanneer treedt zwangerschapsgingivitis op?

A

in 2e trimester van de zwangerschap

25
Q

Wat is het verschil tussen gewone gingivitis en zwangerschapsgingivitis?

A

Bij zwangerschapsgingivitis is er weinig plaque aanwezig en onstaat soms een epulis gravidarum (0-5%)

26
Q

Wat is diabetes mellitus?

A

Aandoening waarbij er storing is in insulineproductie, koolhydraat-, eiwit- en vetmetabolisme en in structuur van functie van bloedvaten

27
Q

Wat houdt diabetes type I in?

A

gevolg van onvoldoende insulineproductie door afbraak van betacellen van pancreas

28
Q

Wanneer treedt diabetes geassocieerde gingivitis op?

A

bij kinderen met slecht gecontroleerde diabetes type I

29
Q

Wat houdt diabetes type 2 in ?

A

multifactoriele oorsprong en gepaard met zekere mate van insulineresistentie en defect in productie van insuline door betacellen

30
Q

Wat is het gevolg van leukemie op gingiva?

A

gingiva krijgt blauw/roodachtig aspect, glazig gezwollen en enigzins sponsachtig

31
Q

Wat is veelvoorkomend fenomeen en eerste orale symptoom van patienten met acute en chronische leukemie?

A

bloeding van gingiva

32
Q

Bij welk type leukemie treden toegenomen gingivale reacties op?

A

Acute myeloide leukemie

33
Q

Wat is effect van cyclische neutropenie

A

felrode gingiva door fluctuerende aantallen PMN’s

34
Q

Welke geneesmiddelen hebben effect op gingiva

A

Fenytoine, ciclosporine A en calciumblokkers