H4 Cel En Leven Flashcards
(48 cards)
Organisatieniveau
Schaal waarop biologisch onderzoek plaatsvindt
Celdifferentiatie
Cellen verschillen steeds meer in grote, vorm en functie
Organellen
Structuren binnen cel
Weefsel
Groep cellen met dezelfde bouw en functie
Organen
Zijn gevormd uit verschillende weefsels. Ze hebben gespecialiseerde taken
Stamcellen
Ongedifferentieerde cellen die kunnen blijven leven
Verschillende stam cel bronnen
Embryo’s: Elk type cel
Navelstreng: bijna volwassen stamcellen, niet elke cel
Volwassen organen: veranderen in cellen met een bepaalde functie
Celkern
Daar begint de eiwitproductie. Daar liggen de chromosomen
DNA
De bouw instructies voor het maken van eiwitten door de cel liggen daar in opgeslagen
RNA molecuul
Kopie van DNA met bouwinstructies
Ribosomen
Organellen die de aminozuren aan elkaar koppelen volgens de bouw instructies uit het RNA
ER
Netwerk van twee membranen met tussen ruimte. Glad: zonder ribosomen. Ruw: met ribosomen.
Functie ruw ER
Eiwitten krijgen nabewerking en hun juiste structuur
Functie Glad Er
Vormt fosilipiden en steroïde hormonen. In spieren: op slag plaats voor calcium ionen. Levercellen: ongiften van alcohol en drugs
Cel skelet
Geeft stevigheid en vorm
Centristisch
Speelt een rol bij celdeling
Lysosoom
Breekt versleten organellen af
Golgi systeem
- transportsysteem
- bewerkt eiwitten
- snoert blaasjes af
Vacuole
Bevat opgeloste stoffen
Geeft stevigheid
Mitochondrium
Energiecentrale van de cel
Celwand
Geeft stevigheid en vorm
Lysosoom
Breekt versleten organellen af
Chloroplast
Fotosynthese
ATP
Molecuul waar in je cel energie op slaat