H8 criminaliteit en de media Flashcards

1
Q

media dependency

A

medie= een belangrijke informatie bron: kranten, nieuws, films

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

inhoudsanalyse als onderzoeksmethode

3 stappen

A
  1. steekproeftrekking
    - selecteren media-inhoud (krand, tv,…)
  2. dataverzameling
    - analyseren media-inhoud
  3. data-analyse en interpretatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

representatie van CT in de media

A
  • stijging CT berichtgeving in de media sinds ‘50
  • meer aandacht voor het slachtoffer dan dader
  • kwaliteits media is verschillend van populaire media
  • geweld wordt verheerlijkt op tv
  • geweld wordt gezuiverd op tv –> minder negatieve gevolgen
  • weinig anit-geweld boodschappen
  • jongeren vaak voorgesled ls dader van geweld –> eigenlijk vaak slachtoffer
  • vertekend demografish profiel: daders –> oud en hoge SES
    slachtoffers: vaak afgebeeld als blanke jonge vrouw EIGELIJK ‘zwarte’ jonge man

-succesgraad van de politie wordt overschat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Klassieke nieuwswaardigheid -Chibnall

8 punten

A
  1. IMMEDIACY
    snelheid gebreurtnissen gerapporteer
  2. DRAMATISATION
    nadruk op wat ipv waarom
  3. PERSONALISATION
    beroemdheden hebben een hogere nieuwswaardigheid
  4. SIMPLIFICATION
    verhaal moet makkelijk te begrijpen zijn
  5. TITILLATION
    binnenkijken in het leven van een ander –> voyeurisme
  6. CONVENTIONALISM
    niet enkel rekening houden met doelpublliek maar ook met bestaande instituties
  7. STRUCTURED ACCESS
    officiele gezaghebbende bronnen vb politie, parket
  8. NOVELTY
    iets wat nog niet geweten was
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

moderne nieuwswaardigheden -Jewkes

10 punten

A
  1. TRESHOLD
    ondergrens –> is het verhaal belangrijk/ dramatisch genoeg?
  2. GEWELD/ CONFLICT
    zo grafisch mogleijk weergeven
  3. CELEBERITY
  4. INDIVIDUALISM
    personalisering
  5. SEKS
  6. CONSERVATIVE IDEOLOGY
  7. PREDICTABILATY
  8. RISK
    kwetsbaarheid en angst op de voorgrond
  9. PROXIMITY
    relevantie van gebeurtenis voor het publiek
  10. CHILDREN
    meer kans om in het nieuws te verschijnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

6 oorzaken massamedia voor CT

A
  1. labeling
  2. moral panics
  3. copycat crimes
  4. opwinding via seksuele of gewelddadige scènes
  5. desensibilisatie
  6. verheerlijking daderschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

CULTIVATIETHEORIE

A

hypo: herhaaldelijke blootstelling aan tv heeft invloed op werelbeeld kijkers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

televisiewerkelijkheid
2 soorten cultivatie-effecten
1e orde en 2e orde

A
  1. eerste orde cultivatie effect
    => veel tv kijken heeft gevolgen voor inschatting
    –> mispercepties over incidentie van bepaalde misdrijven

2.tweede orde cultivatie-effect
=> veel tv kijken heeft gevolgen voor meningen en attitudes
‘mean world syndrome’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

moral panics -Cohen

A

= maatschappelijke angstreacties

vb mods en rockers

  • overdreven rapport over ernst en hvlh gebeurtenissen
  • associatie v. symbolen v. deze jeugdbendes met delinquentie
  • ontstaan MSP angstreactie sop jeugdbendes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

positieve relatie tsussen CT en Media

  1. invloed op gedrag
  2. invloed op percepties en attitudes
A
  1. gedrag:
    - campagne ‘rijden onder invloed’
    - media ter preventie van zelfmoord
    - bewustmaking rond MSP thema’s
  2. Attitudes:
    - zeldzaamheid van feiten benadrukken
    - macro-sociologische context
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly