H9 Lernliste B Flashcards
(62 cards)
1
Q
De boekenwinkel
A
Der Buchladen
2
Q
De cent
A
Der cent
3
Q
De euro
A
Der euro
4
Q
De ham
A
Der schinken
5
Q
De kaas
A
Der käse
6
Q
De prijs
A
Der preis
7
Q
De supermarkt
A
Der supermarkt
8
Q
De taart
A
Der kuchen
9
Q
De winkel
A
Der laden
10
Q
De bakkerij
A
Die bäckerei
11
Q
De banketbakkerij
A
Die konditorei
12
Q
Het blikje
A
Die dose
13
Q
Het bolletje
A
Die kugel
14
Q
De boter
A
Die butter
15
Q
De chocola
A
Die schokolade
16
Q
De ijssalon
A
Die eisdiele
17
Q
De melk
A
Die milch
18
Q
De slagerij
A
Die metsgerei
19
Q
De slagroom
A
Die sahne
20
Q
De tas
A
Die tasche
21
Q
Het tasje zakje
A
Die tüte
22
Q
De worst
A
Die wurst
23
Q
Het broodje
A
Das brötchn
24
Q
Het gehakt
A
Das hackfleisch
25
Het geld
Dat geld
26
De kilo
Das kilo
27
De portemonnee
Das portmonee
28
Het stuk
Das stück
29
De Winkel
Das geschäft
30
Betalen
Zahlen
31
Boodschappen doen
Einkaufen
32
Helpen
Helfen
33
Kopen
Kaufen
34
Kosten
Kosten
35
Nodig hebben
Brauchen
36
Pinnen
Mit karte zahlen
37
Zoeken
Suchen
38
Anders verder
Sonst
39
Contant
Bar
40
Duur
Teuer
41
Goedkoop
Billig
42
Goedkoop
Günstig
43
Hoeveel
Wie viel
44
Samen bij elkaar
Zusammen
45
Tot ziens
Auf wiedersehen
46
De koffie
Der kaffee
47
De peper
Der pfeffer
48
De rijst
Der reis
49
De sinaasappelsap
Der orangensaft
50
De suiker
Der zucker
51
De thee
Der tee
52
De cola
Die cola
53
De saus jus
Die soße
54
De soep
Die suppe
55
Het brood
Das brot
56
Het fruit
Das obst
57
De groente
Das gemüse
58
Het ijs
Das eis
59
Het zout
Das salz
60
De aardappelen
Die kartoffeln
61
De pasta
Die nudeln
62
De patat
Die pommes
