HC 1: Inleiding, deel 2/6 Flashcards
(11 cards)
Welke 2 hoofdperspectieven?
Fenomenologie en Psychoanalyse
Waar vertrekt elke theoretische en klinische benadering van een fenomeen vanuit?
Het vertrekt vanuit een zekere achtergrond, aannames, vooroordeel, kennis etc.
Wat impliceert het kiezen voor een bepaalde benadering? (2)
- Het oppikken van bepaalde zaken en het missen van anderen (focus op het ene waardoor je het andere verliest)
- Het begrijpen van fenomenen (gedrag, psyche,…) op een manier die anderen anders begrijpen (verschillende opvattingen over hetzelfde)
Waar toont de gekozen benadering iets over (voor de therapeut)?
Over je eigen mensbeeld: welke benadering jij kiest sluit aan bij het mensbeeld dat je hebt
Door wie is de filosofische stroming fenomenologie opgericht?
Edmund Husserl
Waar gaat ‘zuivere fenomenologie’ over?
In één zin
De wetenschap van het bewustzijn
Welke twee grote stromingen waren er in de tijd van Edmund Husserl (2e helft 19e eeuw - begin 20e eeuw)
Empirisme vs Idealisme
Waar gaat Empirisme over?
Kennis kan alleen komen uit waarneming en de objecten van de werkelijkheid bestaat echt.
(Zegt dat er iets is zoals de ‘echte’ waarheid, die we kunnen vinden.)
Waar gaat Idealisme over?
Kennis kan alleen komen uit onze zintuigen, het echt bestaan van de werkelijkheid kennen we niet.
Wat is het probleem binnen idealisme?
Dat de kennis die we krijgen vanuit onze zintuigen zodanig tegenover elkaar staan dat je ze niet kan herenigen.
Hoe past fenomenologie bij idealisme?
We moeten weten hoe onze geest werkt willen we dat wat we zien kunnen interpreteren. Vragen als ‘wat is geheugen?’, ‘wat is waarneming?’. Dat is fenomenologie.
(Wat is ons bewustzijn en hoe bestuderen we dit?)