HC 11 + 12: Evo-Devo van het Hart Flashcards
(48 cards)
Evo-devo
Vergelijken van ontwikkelingsprocessen tussen organismen om evolutionaire verwantschap te bepalen (Heckel)
5 kenmerken chordaten
- Neurale buis
- Endostyle > betrokken bij voedseltransport bij lancetvisjes en bij vertebraten ontwikkeling tot schildklier
- Pharynx met kieuwspleten
- Postanale staart
- Chorda dorsalis
Kenmerken bij manteldieren
- Neurale buis dorsaal
- Endostyle
- Pharynx met kieuwspleten
- Postanale staart
- Chorda
- Spiersegmentatie en hersenblaasjes
Kenmerken slijmprikken (de meest basale vertebraten)
-Kaakloos met mond en tong en tanden
-ook de big 5 kenmerken (de endostyle ontwikkelt tot schildklier)
Kenmerk lambreien
-Kaakloos met tanden
-Kieuwbogen kaakdragen
-Big 5 kenmerken zijn al te vinden in de lambrei larven (ammocoetes)
Wat is de hoogst ontwikkelde afsplitsing tót de afsplitsing van landdieren?
Stamtetrapoden
Afsplitsing tussen stamtetrapoden en amnioten
Amphibia
Amnioten
Reptielen, vogels, zoogdieren
Evolutie stam amnioten
-Squamata (hagedissen, slangen)
> crocodylia
> aves (vogels)
- Monotremata (vogelbekdier, mierenegel)
> Placentalia (placentale zoogdieren)
> Marsupialia (kangaroes etc)
Stroom in het menselijke hart
Instroom
> atria
> AV kleppen
> ventrikels
> ventriculoarteriële (semilunaire-) kleppen
Uitstroom
Vorming buisvormig hart
Er ligt intra embryonaal mesoderm in de hoefijzervorm op de kiemschijf en er komen bloedeilandjes voor in de vorm van endotheel precursors (angioblasten).
> vorming pericardholte (deel intra embryonaal coeloom)
> cardiac crescent in hoefijzervorm komt bij plooivorming bij elkaar aan de caudale kant voor de vorming van de pericardholte en de gefuseerde ‘benen’ van de hoefijzer vormen de instroom. > vorming endocardbuis met myocardmantel en daartussen endocard gelei (extracellulaire massa: kan het lumen dichtknijpen bij trage peristaltiek > peristaltische pomp)
Wat gaat de hartbuis doen na ontwikkeling?
Kronkels vormen
Primair myocard van de hartbuis: automaticiteit, geleiding, contractiliteit en SR-activiteit en functie
Auto: H
Geleiding: L
Contract: L
SR-act: L
Functie: peristaltieke pomp, traag en niet functioneel genoeg voor de hartfunctie
Richting peristaltieke pomp van primair myocard (buisvormig hart)
Buisvormig, bidirectioneel pompend hart
Hart van manteldieren
Behouden buisvormig hart > bidirectioneel pompend hart
- geen gesloten bloedvatenstelsel > bloed gaat als een tidal wave door het beest heen en de pacemaker zit aan het instroom uiteinde en wordt doorgegeven van instroom zijde naar uitstroom zijde voor contractie. (activiteit beide kanten op)
Hart lancetvisjes
Contractiele vaten ventraal, geen hart > pompwerking van contractiele vaten.
- pre- en posthepatische venen (tov lever)
- de meest kenmerkende genen van vertebrate hart komen tot expressie in contractiele vaten (soort buisvormig hart) - AmphiNK2-tin in subintestinale vene en endostyle arterie
> ventrale sinus venosus en dorsale aorta’s
Welke onderdelen van de primaire hartbuis blijven intact bij het ballooning model?
ift (inflow tract), oft (outflow tract), avc (atrioventrioculaire kanaal)
Welk gen komt tot expressie bij ballooning model in vorming gecompartimenteerde hart?
ANF
Compartiment-myocard: automaticiteit, geleiding, contractiliteit, sarcoplasm. retic. activiteit (SR) en functie
-Auto: L
-Geleiding: H
- Contract: H
- SR: H
- Functie: alternerend synchroon contraherende pomp
Hartcyclus in gecompartimenteerde hart (ballooning model)
- Trage peristaltische contractie van ift (sinus venosus) en actieve vulling van atrium
2a. snelle synchrone contractie van atrium; ift myocard is nog steeds gecontraheerd tvv terugstroom
2b. actieve vulling ventrikel > dystole
3a trage peristaltische contractie van avc gevolgd door snelle synchrone contractie van ventrikel > systole
3b leegstromen ventrikel
3c relaxatie atrium en ift en passieve vulling en instroom in atrium
4a trage peristaltische contractie van oft (conus arteriosus) (voorkomt terugstroom)
4b relaxatie avc en ventrikel
4c trage peristaltische contractie ift en actieve vulling van atrium
Hart slijmprik
De slijmprik heeft:
-Een systemisch hart: basale compartimenten hart > sinus venosus; atrium; AV-klep; ventrikel; conus arteriosus. Het bloed gaat eerst langs de kieuwen.
-Een portaalhart: vlak voor de lever, hierin komt bloed wat langs de darmen is gegaan. Dit portaalhart sluit aan de portaalader en is een 1 compartiment hart om extra kracht bij te pompen door het rel. zwakke systemische hart.
Hart evolutie van prechordate ancerstor naar manteldieren en vissen/lampreien
Prechordate ancestor: ventrale contractiele vaten
- Lancetvisjes pre- en posthepatische contractiele vaten
> manteldieren: buisvormig hart en open bloedsomloop
- Slijmprikken: pre- en posthepatisch hart (systemisch hart en portaalhart)
> lampreien en vissen: systemisch hart
Vissenhart
Vier compartimenten: Sinus venosus > atrium > ventrikel > bulbus (> ventrale aorta naar de kieuwen en dan naar dorsale aorta)
Waarom ligt het systemische hart na de lever?
Daar is het bloed het meest zuurstofarm