HC 3 Neural Development Flashcards

(26 cards)

1
Q

Acrosome

A

Zit op het topje van de spermacel. Bevat een enzym waarmee de eiwitlaag van de eicel afgebroken kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ootid

A

Het haploïde resultaat van oötidegenese, de onrijpe eicel kort na bevruchting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Haploïd

A

N aantal chromosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zygoot

A

Bevruchte eicel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Diploide

A

2n dus de chromosomen zijn versmolten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Blastocyst

A

Hol balletje, typisch voor de embryonale ontwikkeling van met name gewervelde dieren, dat tijdens het delen van een bevruchte eicel ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Embryo

A

Dier in vroegste stadium van ontwikkeling en groei waarbij het beschermd wordt door ouderlijk weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stamcellen

A

Ongedifferentieerde cellen die kunnen kopiëren en in gespecialiseerde cellen kunnen veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gastrulatie

A

In deze fase wordt de enkellaagse blastula (blastocyst) georganiseerd in een meerlaagse structuur die de gastrulamwordt genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Neurolatie

A

Het instulpingsproces in embryo’s, waaronder de transformatie van de neurale plaat naar de neurale buis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Progenitor cel

A

Onrijpe en ongedifferentieerde cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Somiet

A

Tijdelijke structuren die later de wervelkolom, de ribben, een deel van de huid en de rugspieren zullen vormen
Onderverdeling van het lichaam in segmenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Open ruggetje

A

Uitstulping op de rug doordat een zenuw van het CZS in een bocht buiten de ruggengraat ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Foliumzuur

A

Middel wat nodig is in situatie met snelle celdivisie, wat precies gebeurt bij de eerste weken van de zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Neurale poliferatie

A

Fase in de hersenontwikkeling waarin nieuwe cellen gegenereerd worden, denk aan stamcellen, neuronen en gliacellem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Radiale glia

A

Begeleiden van cellen naar de bestemming waar genetische code voor ze staat opgesteld

17
Q

Myelinisatie

A

Proces waarbij myeline rond de axonen wordt gewikkeld, zodat boodschappen sneller overgedragen kunnen worden.

18
Q

Arborisatie

A

Proces waarbij er een enorme toename is in het aantal dendrieten.

19
Q

Synaptogenese

A

Deze fase bestaat uit de ontwikkeling van synapsen zodat neurotransmitters gestuurd en ontvangen kunnen worden.

20
Q

Apoptose

A

Geprogrammeerde dood van cellen

21
Q

Cognitief reserve

A

Als je je hersenen blijft trainen, bijvoorbeeld door puzzels, krijg je minder klachten bij ouder worden, omdat je hersenen een reserve hebben om uit te putten.

22
Q

DOHaD Hypothesis

A

“What happens in the womb can last a lifetime” Voeding en omgeving van de moeder heeft grote invloed op het kind.

23
Q

Kritieke periode

A

Periode waarin een organisme extra gevoelig is voor invloeden uit de omgeving

24
Q

Teratogenen

A

Stoffen die de ontwikkeling van een foetus beïnvloeden. Zo kan alcoholgebruik leiden tot foetaal alcohol syndroom (FAS)

25
Gen-omgevingsinteractie
Leidt tot het wel of niet tot uiting komen van bepaalde genen. Dit kan op gen, cel, orgaan of systeem niveau.
26
Habutatie
Gewenning op een stimulus na herhaalde aanbieding