HC 4

Question 1

‘Formule’ Totaalwinst:

Answer 1

Eindvermogen -/- Beginvermogen = Vermogensmutatie

-/- Stortingen + Onttrekkingen

Question 2

Wat is een storting?

Answer 2

Vermogensstijging die niet is ontstaan binnen de bedrijfsuitoefening.

Leidt niet tot winst

At arms length

Question 3

Wat is een onttrekking?

Answer 3

Vermogensdaling die niet is ontstaan binnen de bedrijfsuitoefening

Marginale toetsing Fiscus –> wel motief, niet de hoogte (HR Cessna, 1983)

Winstbepaling “at arms length”

Question 4

Cessna arrest

Answer 4

Marginale toetsing; wel motief, niet de hoogte

Question 5

Wat is de Hoofdregel m.b.t. waardering van onttrekkingen?

Wanneer is daar een uitzondering op?

Answer 5

Hoofdregel: WEV (marktprijs)
Uitzondering: wanneer goederen eenvoudig vervangbaar zijn en van geringe waarde; dan Inkoopwaarde.

Voor woning (art. 3.19) en Auto vd zaak (3.20) gelden afzonderlijke wettelijke regelingen; zie artikelen

Question 6

Welk artikel van belang voor Jaarwinstbepaling?

Answer 6

Art. 3.25 Wet IB

Question 7

Waar ziet Jaarwinstbepaling op?

Answer 7

Toerekening van de Totaalwinst aan de verschillende boekjaren

Question 8

Welke 2 Uitgangspunten kent de Jaarwinstbepaling?

Answer 8

Goed Koopmansgebruik &

Bestendige Gedragslijn

Question 9

Wat houdt de Bestendige Gedragslijn in? (3 dingen)

Answer 9

• Geen willekeurige stelselwijziging obv louter fiscale motieven
• Nieuwe waardering moet in overeenstemming zijn met GKG
• Kan gepaard gaan met winst of verlies; geen onbelaste waardesprong

Question 10

Wat gezegd in Arrest van HR over GKG in BNB 1957/208?

Answer 10

“Voor de invulling van dit begrip wordt in belangrijke mate aansluiting gezocht bij bedrijfs- economische opvattingen, maar indien deze in strijd komen met de tekst, bedoeling of een beginsel van een belastingwet, kent het GKG een autonome fiscale invulling”

Question 11

4 Beginselen van GKG

Answer 11

• Realiteit- of Realisatiebeginsel/ Beginsel van oorzakelijke toerekening
• Voorzichtigheid
• Eenvoud
• Balanscontinuïteit

Question 12

Vraag tav Informatie die bekend wordt na balansdatum

Omstandigheden ten tijde van ……….??? is in beginsel bepalend voor het relevante feitencomplex

Answer 12

Ten tijde van het opmaken van de balans

Question 13

Vraag tav de Informatie die bekend wordt na balansdatum:

Kan ondernemer nog een correctie doorvoeren?

Answer 13

Ja, correctie achteraf (tot aan definitieve aanslag) is mogelijk, maar niet noodzakelijk

Question 14

Je moet wel/niet al rekening houden met feiten en omstandigheden die per balansdatum nog niet aanwezig waren?
Is het antwoord anders wanneer - naar achteraf is gebleken (in technische zin) wel hun oorzaak vonden in dat jaar?

Answer 14

GKG staat niet toe rekening te houden met feiten en omstandigheden die per balansdatum nog niet aanwezig waren.
Zelfs niet indien - naar achteraf is gebleken - (in technische zin) wel hun oorzaak vonden in dat jaar.
Let wel: hier spanning tussen NIEUWE INFORMATIE OVER OUDE FEITEN & NIEUWE FEITEN

Question 15

Wat geldt als uitgangspunt bij Foutenleer?

Answer 15

De balanscontinuïteit

Question 16

Wanneer moet een Fout hersteld worden bij de Foutenleer?

Answer 16

In het jaar waarop het is gemaakt.
Wanneer dit door termijnverloop niet meer mogelijk is, dan moet de fout gecorrigeerd worden in het oudste, nog openstaande jaar.

Question 17

Foutenleer kan ook inhouden dat de consequenties van een foutieve vermogensetikettering worden gerepareerd, J/O?

Answer 17

Juist

Question 18

Inspecteur mag Foutenleer gebruiken om een fout in de navorderingsaanslag te herstellen, J/O?

Answer 18

Onjuist, omdat fout een nieuw feit voor hem oplevert.

Navorderingsregime heeft voorrang

Question 19

Een als congreskosten geboekte vakantiereis waarvoor geen navorderingsmogelijkheid meer bestaat, kan de inspecteur rectificeren middels de Foutenleer, O/J?

Answer 19

Onjuist, Foutenleer is geen verkapte mogelijkheid tot navordering

Question 20

Foutenleer is WEL/NIET van toepassing op aangelegenheden die geen betrekking hebben op de balanswaardering

Answer 20

NIET

Question 21

Een achteraf gebleken te lage waardering van privé- onttrekkingen, waardoor in een jaar een te lage fiscale winst is becijferd, valt WEL of NIET onder de foutenleer?

Answer 21

Niet

Question 22

Ter info

Answer 22

Fiscale Balans: Uitgangspunt: Historische kostprijs -/- Aanschaffings- of Voorbereidingskosten

Sommige activa kennen bijzondere regelingen of waarderingen:

• bedrijfsmiddelen
  - voorraden
  - immateriële vaste activa
  - voorzieningen/reserves

Question 23

Ter info

Answer 23

Aandachtspunten
- Kwalificatieproblemen a.g.v.
 	Fiscale faciliteiten
 	Verschillen in commerciële  en fiscale vermogensopstelling
- Waarderingsproblemen

Question 24

Wat is voor Afschrijvingen van belang?

Answer 24

Residuwaarde en Afschrijvingsperiode

Question 25

Vanaf welk art. Afschrijvingen?

Answer 25

Art. 3.30 IB: - Goodwill  max 10% Overige bedrijfsmiddelen  max 20% - Afschrijvingsbeperking gebouwen (sinds 1-1-2007): art. 3.30a Wet IB Gebouw in eigen gebruik (ook wanneer gel. personen  max tot 50% van WOZ- waarde Gebouw dat ter beschikking wordt gesteld  max tot 100% WOZ- waarde - Investeringsaftrek & Willekeurige afschrijving

Question 26

Definitie Voorraad

Answer 26

verzameling van zaken die ter bewerking, verwerking of verkoop, en derhalve als bestemd voor de omzet in het bedrijf aanwezig zijn

Question 27

Waarom is de begripsafbakening tussen Voorraad en Bedrijfsmiddel van belang?

Answer 27

eigen fiscale waarderingsregels bedrijfsmiddelen (o.a. afschrijvingen) en investeringsfaciliteiten

Question 28

Welke 2 soorten kostprijzen?

Answer 28

Direct costing of Integrale Kostprijs

Question 29

Ter info

Answer 29

FIFO, LIFO, HIFO (highest in fisrst out) P 180

Question 30

Ter info

Answer 30

ijzerenvoorraadstelsel (manco of sur plus) p 181

Question 31

Hoe waarderen van Onderhanden werk?

Answer 31

Sinds 2007: Activeren constante deel van algemene kosten en voortschrijdende winstneming

Question 32

Welke 3 soorten Passiva?

Answer 32

Schulden, Voorzieningen, Reserves

Question 33

Welk arrest van belang bij Voorzieningen?

Answer 33

HR Baksteen

Question 34

Wanneer mag je een voorziening treffen?

Answer 34

Voorzieningen: Verplichtingen in Economische zin  Oorsprong in feiten en omstandigheden  Behoorlijke kans  Toerekenbaar aan periode voorafgaand aan balansdatum HR Baksteen

Question 35

Welke 4 Fiscale Reserves kennen we?

Answer 35

Fiscale Reserves - Egalisatiereserve  art. 3.53 lid 1 onder a - Herinvesteringsreserve  art. 3.54 - Terugkeerreserve  art. 3.54a: bij geruisloze terugkeer uit de BV - FOR  art. 3.67 t/m 3.72