HC 4 Cardiovascular psychophysiology Flashcards
(37 cards)
Myocardium
Het spierweefsel van het hart
Cardiomyocyten
Hierdoor kan het elektrische signaal makkelijk van cel naar cel springen
Hartslagvariabiliteit
Normale variabiliteit in hartslag (belangrijke prognostische tool (bv. voor het meten van stress / PZS)
Acetylcholine
Zorgt voor het activeren van het parasympatische zenuwstelsel en hierdoor het verlangzamen van de hartslag
SA node
Zorgt voor het generen van het (algemene) cardiale ritme
Timedomain measures
Tijddomeinindices kwantificeren de hoeveelheid HRV die is waargenomen tijdens meetperioden die kunnen variëren van 2 min tot 24 h (bv. RMSSD, SDNN)
Frequency domain measures
Berekenen de absolute of relatieve hoeveelheid signaalenergie binnen de componentbanden (bv. IBI)
Respiratory gating
Gating is een systeem dat de normale ademhalingscyclus van een patiënt volgt met een infraroodcamera en borst-/buikmarkering
Respiratoire sinus arrhythmia (RSA)
Manier om HRV te meten = combinatie van inspiratie samen met ECG
Caveats
Variabelen die invloed hebben op de HRV (bv. medicijnen, voedselinname, sporten)
Baroreceptoren
Baroreceptoren zijn sensorische zenuwuiteinden die veranderingen in bloeddruk detecteren en signalen naar het centrale zenuwstelsel sturen om de bloeddruk te reguleren
SNS receptoren
Indirect -> Alfa-1, Bèta-2
Direct -> Bèta 1
Alfa-1 receptor
Vasoconstrictie vaten en aders (gladde spiercellen)
Bèta-2 receptor
Verhoogt cardiac output (samentrekken gladde- en hartspiercellen)
Bèta-1 receptor
Verhoogt cardiac output (door samentrekken gladspierweefsel in hartspier en hartslag verhogen)
Muscarine receptor
Acetylcholine remt NE afgifte sympathische zenuwen (verminderd hartslag, inotropie atrium, geleiding AV node, snelheid)
Inotropie
De kracht van spiersamentrekking
Chronotropie
De snelheid van spiersamentrekking
Intrinsieke snelheid
Wanneer er geen PNS/SNS activatie is, slaat het hart een bepaalde snelheid (110 bpm)
Vagal tone (PNS tone)
Zorgt voor de afname van de hartslag tot een rusthartslag (50-70 bpm) -> constant actief
Berntson’s autonomische ruimte
Proces van recipropal activity en co-activatie/co-inhibitie
Recipropal
Als PNS activiteit vermindert, dan neemt de activiteit van SNS toe (en andersom)
Starlings law
Vaardigheid van het hart om kracht van contractie aan te passen en dus het slagvolume als reactie op veranderingen in in bloed dat terugkomt in de venen -> DUS: hoeveel bloed terugkomt in het hart, bepaalt de contractie van de volgende slag
Preload
Hoe hoger de druk in de vaten, hoe sneller het hart zich vult