HC 4: celdood en celbeschadiging Flashcards
(23 cards)
Wanneer gaat een cel zich aanpassen, adaptatie?
- Bij stress
- Bij toegenomen vraag
- Bij verminderde toevoer
Wat leidt tot celschade?
Beschadigende stimuli: toxines, straling, oververhitting. Of langdurige stress, verminderde toevoer en toenemende vraag
Wat zijn apoptose en necrose?
- Apoptose = geprogrammeerde celdood. Bij DNA beschadiging of accumulatie van eiwitten/cel beschadiging
- Necrose = celdood, reversibel.Bij membraanschade, leidt tot verlies van componenten of in mitochondriën tot verlies van ATP. Ook cytoskelet geeft membraanschade.
Wat gebeurt er bij irreversibele schade?
- Mitochondriale f’tje
- Membraan structuur gaat kapot
- DNA, chromatine structuur veranderen
Wat zijn mogelijke oorzaken van celbeschadiging?
- langdurig zuurstof gebrek
- Mechanisch
- ioniserende straling, warmte/koud, stroomstoot, uv-straling
- chemicaliën, toxische stoffen
- infectie, leukocyten gemedieerde schade
- genetische defecten (stapelen)
Wat zie je bij celschade?
- Membranen kunnen zich niet meer in stand houden en gaan uitsteeksels vormen (blebs)
- ER en mitochondriën gaan opzwellen
- DNA gaat klonteren
Op moment van irreversibele schade komen ook myeline figuren en valt de cel uit elkaar, membraan scheurt en lysosomen.
Wat zijn verschillende soorten necrose?
- Liquefactie necrose (colliquatie of vervloeiings necrose):
- visceuze massa
- vaak gezien in hersenen, longen, soms in hart na mdma
- associatie met infectie
- locale hydrolyse, cyste vorming, gevuld met pus
- coagulatie necrose (structuur blijft herkenbaar), hartspier post infarct, hierbij wordt toch gedotterd zodat de structuur beter intact blijft.
- Gangreneuze necrose (ledematen)
- Verkazende necrose (tuberculose)
- Vet necrose (saponificatie, vaak in buikholte door pancreas)
- Fibrinoide necrose (bloedvaten, bv autoimmuun ziekte)
Welke necrose na hypoxische celdood?
Coagulatie necrose, eiwitdenaturatie (door verzuring):
- Vochtophoping, oedeem wordt stijf/dik
- Eiwit denaturatie
- Verlies cellulaire morfologie
- Wel behoud algemeen weefselstructuur
- fagocytose van cel debris, vaak macrofagen (littekenweefsel gevormd om bredere structuur in tact te laten, proliferatie fibroblasten)
In het hart: coagulatie necrose en apoptose
Wat is liquefactie necrose?
Vervloeing, eiwitafbraak
- Eiwit afbraak door cel zelf= autolyse, lysosomen komen vrij en geven enzymen af
- Ontstekingscellen = heterolyze, geven ook enzymen af
- Fagocytose van cel debris, vaak macrofagen, proliferatie fibroblasten
Welke markers zijn zichtbaar na myocardinfarct?
- Vrij snel myoglobine, afbraak spiercellen (klein moleculair gewicht)
- Troponine komt later
- CK-MB
Welke markers zijn zichtbaar bij pijn op de borst?
- HFABP kort
- Troponine later maar lang
Waardoor wordt afgifte van biomarkers vergemakkelijkt?
- Door reperfusie (bloedstroom herstel)
- Zonder reperfusie wordt bepaald door losmaking uit cel
Wanneer vindt apoptose plaats?
- Fysiologisch: bij embryogese: morfogenese, ontwikkeling neuraal netwerk, self-tolerance in immunologie.
Bij volwassenen: menstruatie, afstoting darmcellen, afsterven huidcellen - Pathologisch: bv DNA schade door ioniserende straling, zuurstofradicalen of accumulatie fout gevouwen eiwitten, leukocyten gemedieerde celdood.
Hoe ziet apoptose (pathologisch eruit)
- condensatie van kern en veel blebs om alles in te verpakken, waardoor het opgegeten wordt door macrofagen, leukocyten en andere cellen
- geen ontsteking
Wat zijn de twee belangrijkste apoptose pathways?
- Death receptor pathway, via ligand receptor interacties, Fas, TNF. Waarbij de cel wordt opgedeeld in stukjes en wordt opgegeten, met fragmentatie van de kern
- Mitochondriale pathway: loopt via mitochondriën, geen groeifactoren, DNA schade en verkeerd opbouwen van eiwitten door ER stress.
Wat zijn de twee belangrijkste apoptose pathways?
- Death receptor pathway, via ligand receptor interacties, Fas, TNF. Waarbij de cel wordt opgedeeld in stukjes en wordt opgegeten, met fragmentatie van de kern
- Mitochondriale pathway: loopt via mitochondriën, geen groeifactoren, DNA schade en verkeerd opbouwen van eiwitten door ER stress.
Wat is het verschil tussen necrose en apoptose?
Necrose = cel gaat opzwellen, enzymen komen vrij
Apoptose = cel gaat condenseren, en wordt opgegeten door fagocytose
Wat is het verschil tussen necrose en apoptose volgens SUMO?
Size:
Necrose: gaat zwellen, meerdere cellen betrokken
Apoptose: cel gaat condenseren, 1 cel betrokken
Uptake:
Necrose: cel inhoud opgegeten door macrofagen, veel inflammatie
Apoptose: cel inhoud opgegeten door bij gelegen cellen, geen inflammatie
membraan:
Necrose, membraan gaat kapot, cel lysis is er
Apoptose, membraan vormt blebs maar blijft intact
Organellen:
Necrose: organellen zwellen en lysosomen lekken, denaturatie DNA
Apoptose: mitochondriën, zorgen voor apoptose eiwitten, DNA condenseert
Wat is netose (nieuwe celdood)?
Neutrophil extracellular traps, uitspugen van DNA door neutrofielen. DNA is bedekt met bacteriocide stoffen, pro-trombogeen (vWF). Leidt ook tot schade aan eigen cel en ontstekingsreactie.
Wat gebeurt er bij ischemie van de hartspier?
Mitochondriën zwellen op waardoor de oxidatieve fosforylering slechter werkt en de ATP daalt:
- Natrium pomp werkt niet goed, meer natrium calcium en water in de cel en kalium naar buiten, zorgt voor zwellen van cel en ER
- Anaerobe glycolyse stijgt, leidt tot zuurder pH en klonten van DNA
- ribosomen zitten niet vast, eiwitsynthese daalt
Volgorde schade zuurstofgebrek in hartspier?
- ATP daalt
- Ion gradiënten over membraan dalen
- eiwitsynthese daalt
- plasmamembraan beschadiging
- intracellulaire membraan beschadiging. Vanaf na dit irreversibel
- calcium influx (niet meer ontspannen). Point of no return
- contractieband necrose, inflammatie
Waar is zuurstof gebrek en de schade die het bereikt afhankelijk van?
- Volledige of partiële vaatobstructie
- Alternatieve bloedtoevoer
- Acute of geleidelijke obstrudtie
- Preconditionering
- Periconditionering
Wat zijn cellulaire aanpassingen in hartspier na een infarct?
- Hypertrofie: groter worden van bestaande cellen, myocyten worden groter, binucleair
- Huyperplasie, geen toename celaantal door proliferatie myocyten, maar wel door proliferatie van fibroblasen, verbindweefseling.
Na infarct dotteren, leidt tot reperfusie waardoor het niet meer scheurt.