HC. 4 en 5 Flashcards

(26 cards)

1
Q

Wat zijn de symptomen van shock?

A

verwarring, lethargie
benauwdheid, oppervlakkig ademhalen
tachycardie, lagere cardiac output, thready pols, lage bloeddruk
bleek, zweet, klam en koud
dorst, acidose, lage urine output

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het behandeldoel bij shock?

A

een adequate perfusie verkrijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aan welke principes hangen flow en druk?

A

geen flow zonder druk
nog steeds druk zonder flow
flow genereert druk
adequate druk is geen garantie op adequate flow

en zonder 1 van de 2 ga je dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Via welke parameters wordt een adequate perfusie verkregen?

A

bloeddruk en cardiac output
tonus pre-capillaire sphincters
centraal veneuze druk
veneuze return

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het bijzondere aan de pre-capillaire sphincters?

A

worden door de weefsels zelf gereguleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het doel van vocht bij de behandeling van shock?

A

stressed volume verhogen en zo de bloedflow laten toenemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kun je O2 vraag en aanbod weer in balans brengen?

A

temperatuur laten dalen, aan beademing en paniek wegnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe werkt de O2 vraag in weefsels?

A

cellen nemen net zoveel O2 op als dat ze nodig hebben, als het aanbod hoger is zullen ze niet meer opnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het gevolg van een afname van de hoeveelheid O2?

A

lactaat productie en uiteindelijk cardiac arrest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke types van shock zijn er?

A

cardiogeen
distributief
obstructief
hypovolemisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar kunnen de problemen voorkomen bij circulatoir falen?

A

volume, pomp of vaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de oorzaak bij een volume probleem?

A

hemorrhage of vascular lek(afstand tussen endotheelcellen is toegenomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de oorzaak bij een pomp probleem?

A

obstructief of cardiogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de oorzaak bij een vaten probleem?

A

distributief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar ligt de basis van circulatoir falen?

A

microcirculatoire afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het gevolg van veel pyruvaat productie?

A

productie lactaat

17
Q

Wat is sepsis?

A

SIRS ten gevolge van een bevestigde infectie

18
Q

Wat is SIRS?

A

reactie op infectie:
- T>38 of <36
- hartslag > 90
- ademf > 20
- leukocyten > 12

19
Q

Wat is een ernstige sepsis?

A

sepsis met acuut orgaanfalen wat met SOFA wordt beoordeeld

20
Q

Wat is het nadeel van SIRS gebruiken?

A

ook bij brandwonden, pancreatitis en operaties

21
Q

Wat is de fysiologie van sepsis bij een patiënt?

A

vasodilatatie, waardoor het stressed volume is gedaald
pre-capillaire sphincters kunnen gewoon openstaan en micro-circulatie neemt toe

22
Q

Wat is het gevolg van vocht toedienen bij een patiënt met sepsis en vasodilatie?

A

hoger stressed volume en hogere cardiac output

23
Q

Wat is het gevolg van toedienen van noradrenaline bij een patiënt met sepsis en vasodilatie?

A

vaten constricteren, cardiac output gaat omhoog en de mortaliteit daalt

24
Q

Wat is een maatstaf voor de perfusie van de organen?

A

capillary refill

25
Hoe kun je zien of een patiënt met sepsis een perfusieprobleem heeft?
na vloeistof toediening is er herstel van de capillary refill
26
Waarom beter noradrenaline geven aan patiënt met sepsis ipv vocht?
vermindert geïnduceerd orgaanfalen