HC02 - Regulering van het Koolhydraatmechanisme Flashcards
(42 cards)
Wat zijn de metabole mogelijkheden voor glucose?
Wat gebeurt er in de hersenen, het spierweefsel, de lever en het vetweefsel als de glucoseconcentratie in het lichaam hoog is?
Wat gebeurt er in de hersenen, het spierweefsel, de lever en het vetweefsel als de glucoseconcentratie in het lichaam laag is?
Door welke hormonen worden de processen bij hoge en lage glucoseconcentratie geregeld?
Insuline en glucagon
Welk hormoon wordt vrijgegeven bij een hoge glucose-concentratie in het bloed?
Insuline, uit beta-cellen van de pancreas
Welk hormoon wordt vrijgegeven bij een lage glucose-concentratie in het bloed?
Glucagon uit alfa-cellen van de pancreas
Hoe weten de beta-cellen van de pancreas wanneer ze insuline moeten uitscheiden?
Waarom is er alleen bij een hoge glucose concentratie glucose opname door de beta-cellen?
De glucose transporter van de beta-cel is een Glut-2 transporter, en die heeft een lage affiniteit voor glucose. Hij neemt dus alleen glucose op als er een heel veel glucose is.
Hoe kan insuline zorgen dat de spieren en vetweefsel glucose opnemen bij hoge glucose-concentraties?
Er vindt versnelling van het glucose-transport door de celmembraan d.m.v. translocatie en activering van GLUT-4 o.i.v. insuline plaats.
De insuline receptor op het membraan ondergaat hiervoor een conformatie verandering.
Waarom kan insuline alleen de glucose opname van spier- en vetweefsel beïnvloeden, en niet van de hersenen of de lever?
Insuline werkt alleen op Glut-4 transporters, en die zitten alleen in spier- en vetweefsel
Wat is het expressie patroon, de affiniteit voor glucose en de gevoeligheid voor insuline van Glut-1?
Algemeen, normaal, nee
Wat is het expressie patroon, de affiniteit voor glucose en de gevoeligheid voor insuline van Glut-2?
Lever en beta-cellen pancreas, laag, nee
Wat is het expressie patroon, de affiniteit voor glucose en de gevoeligheid voor insuline van Glut-3?
Hersenen, hoog, nee
Wat is het expressie patroon, de affiniteit voor glucose en de gevoeligheid voor insuline van Glut-4?
Spier en vet, normaal, ja
Voor welke synthese is insuline verantwoordelijk?
Voor de glycogeen synthese in de lever en spier bij een hoog glucose-gehalte
Hoe ziet glycogeen er uit?
Glycogeen is een vertakte glucose polymeer
Wat zijn de gevolgen van branching van glycogeen?
- Het glycogeen wordt beter oplosbaar
- Er ontstaan veel meer eindstandige glucose-residuen
Dit zorgt voor verhoging van de snelheid van glycogeen-synthese en -afbraak.
Welke enzymen zijn er nodig voor glycogeen afbraak?
Fosforylase en een debranching enzyme
Welke enzymen horen hier op de pijlen?
Welk enzym wordt door insuline en welke door glucagon gestimuleerd?
Wat zijn de twee basis principes om een eiwit van conformatie te laten veranderen?
- Fosforylering (aanplakken van fosfaat (Pi) groep door kinase)
- Binding van een klein molecuul op een allostere site (bijv. hormoon of second messengers)
Hoe wordt (glycogeen)-fosforylase aangezet?
Door fosforylering door glucagon
Hoe fosforyleert glucagon glycogeen fosforylase?
Glucagon bindt aan de glucagon receptor. Hierdoor gaat het GDP complex naar adenylate cyclase en wordt het omgezet in GTP.
GTP zorgt voor de omzetting van ATP in cAMP, wat op zijn beurt PKA activeert.
Wat doet actief PKA vervolgens?
Het fosforyleert eiwitten