HC1 Flashcards

(33 cards)

1
Q

Bedenker clientgerichte benadering

A

Carl Rogers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Carl Rogers

A

Bedenker clientgerichte benadering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Client gerichte benadering

A

In therapie help je de client richting zelfactualisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

3 condities voor groei

A
  • Onvoorwaardelijke positieve waardering
  • Echtheid
  • Empathie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe toon je onvoorwaardelijke positieve waardering?

A

Warmte en nabijheid uitdrukken:

  • HV: Ik ben blij je weer te zien
  • C: Je lijkt zenuwachtig, je lijkt blij hoe komt dat
  • Relatie: Ik ben blij dat je dit kunt delen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onderdelen van onvoorwaardelijke positieve waardering

A
  • Betrokkenheid
  • Onvoorwaardelijke aanvaarding
  • Inspanning om client te begrijpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat betrokkenheid

A
  • Optijd zijn
  • Tijd vrijmaken
  • Privacy verzorgen
  • Vertrouwen respecteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaruit bestaat onvoorwaardelijke aanvaarding

A
  • Gedachten of gevoel van de client niet afkeuren
  • Niet alles onvoorwaardelijk goed keuren, wel het gezichtspunt van de client serieus nemen
  • De gedachten over de client nagaan bij jezelf als HV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe toon je inspanning om de client te begrijpen

A
  • Empathie gebruiken
  • Vragen stellen
  • Interesse tonen
  • Parafraseren
  • Reflecteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt echtheid in?

A

HV is zichzelf zonder een rol te spelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Facetten van echtheid

A
  • Rolgedrag
  • Congruentie
  • Spontaniteit
  • Openheid en zelfonthulling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Echtheid

Rolgedrag

A

Geen nadruk op je rol of status

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Echtheid

Congruentie

A

Woorden, gedrag en gevoel zijn consistent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Echtheid

Spontaniteit

A

Op natuurlijke wijze uitdrukken en toch tactvol omgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Echtheid

Openheid en zelfonthulling

A
  • Moderaat niveau
  • Parallel aan gevoelens C
  • Capaciteit van de client om iets uit zelfonthulling te halen
  • Vaardigheden om open te zijn over zelf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat heb je bij te weinig zelfonthulling

A

Afstandelijkheid

18
Q

Wat heb je bij teveel zelfonthulling

A

Indiscreet, met name met zichzelf bezig

19
Q

Facetten empathie

A
  • Intrapersoonlijke ervaring door HV
  • Communicatie door HV
  • Receptie door C
20
Q

Non-verbale empathie

A
  • Oogcontact
  • Naar voren leunen
  • Naar client kijken
  • Open arm positie
  • Spiegelen
21
Q

Verbale empathie

A
  • Vragen stellen over de belevingswereld van C
  • Praat over wat belangrijk is voor C
  • Refereer aan gevoel van C
22
Q

Algemene klinische vaardigheden

A
  • Niet selectieve luistervaardigheden
  • Selectieve luistervaardigheden
  • Regulerende vaardigheden
  • Nuancerende vaardigheden
23
Q

Niet selectieve vaardigheden

A
  • Gebruik van stiltes
  • Verbaal volgen
  • Non-verbaal volgen
24
Q

Selectieve luistervaardigheden

A
  • Parafraseren
  • Reflecteren
  • Samenvatten
  • Concretiseren
25
Regulerende vaardigheden
- Openen gesprek en begincontact - Hardop denken - Afsluiten van het gesprek - Situatie verduidelijken
26
Nuancerende vaardigheden
- Interpreteren - Confronteren - Positief heretiketteren - Informatie geven
27
Waarvoor gebruik je stiltes
- Tempo reguleren - Tijd om na te denken - Aanknooppunt (waarom is hier een stilte)
28
Waarom stellen we gesloten vragen
Voor informatie
29
Waarom stellen we open vragen
Om de ander aan het denken te zetten
30
Wat is een valkuil bij parafraseren
Meegaan in de interpretatie. Als de client het gevoel heeft stom te zijn, dat als het ware bevestigen
31
Wat is reflecteren
Het weergeven van het affectieve deel van de boodschap, het lijkt alsof...
32
5 G's van concretiseren
Gebeurtenis Gedachten Gevoel Gedrag Gevolg
33
Hoe sluit je een gesprek af
- Metagesprek (hoe vond je het gesprek) - Samenvatting van het gesprek