HC1 Flashcards

(45 cards)

1
Q

Noem gezamenlijke patronen van organisme

A
  • reactie vermogen
  • groei
  • voortplanting
  • beweging
  • stofwisseling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anatomie is

A

de studie van inwendige en uitwendige structuren en fysieke relaties tussen lichaamsdelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fysiologie is

A

de studie van de manier waarop levende organisme hun vitale functies verrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

noem de verschillende niveaus

A
  • moleculair
  • cellulair
  • weefsel
  • organen
  • orgaanstelsel
  • orgaanisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem de elf orgaanstelsels

A
  • huid
  • beenderstelsel
  • spierstelsel
  • zenuwstelsel
  • endocriene stelsel
  • lymfestelsel
  • ademhalingsstelsel
  • spijsverteringsstelsel
  • urninair stelsel
  • voortplantingsstelsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is homeostase

A

het streven naar het in evenwicht houden van het intern milieu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bloedstolling is een negatieve/positieve terugkoppeling

A

positieve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

negatieve terugkoppeling is….

A

het corrigeren van de homeostase in het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

positieve terugkoppeling is….

A

het versterken van een prikkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

anterior

A

voorkant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

posterior

A

achterkant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ventraal

A

buitzijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

dorsaal

A

rugzijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

craniaal

A

hoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

cefaal

A

hoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

superior

A

boven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

inferior

A

beneden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

caudaal

A

staart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

mediaal

A

in de lengteas richting

20
Q

lateraal

A

van de lengteasrichting af

21
Q

proximaal

A

in de richting van het aanhechtingpunt

22
Q

distaal

A

van het aanhechtingspunt af

23
Q

oppervlakkig gelegen

A

dichtbij de buitenkant

24
Q

diep gelegen

A

verder weg van de buitenkant

25
transversaal
loodrecht op de lengteas
26
horizontaal
loodrecht op de lengte as
27
sagittaal
parallel aan de lengre as
28
midsagittaal
vlak door de middenlijn
29
frontaal
scheiding van voor en achter
30
coronaal
scheiding van voor ena achter
31
diffusie
verplaatsen van deeltjes van hoge naar lage concentratie
32
Osmose
verplaatsen van water
33
Wat is macroscopische anatomie?
Structuren die je met het blote oog kan zien
34
Wat is microscopische anatomie?
Structuren die je niet zonder vergroting zichtbaar zijn
35
Wat is celfysiologie?
het bestuderen van het functioneren van levende cellen op chemisch of moleculair niveau
36
Wat is systeemfysiologie?
alle aspecten worden van het functioneren van specifieke orgaanstelsel bestudeerd
37
Wat is orgaanfysiologie
het bestuderen van bepaalde organen
38
Wat is pathologie?
het bestuderen van de effecten van aandoeningen aan het functioneren van orgaan of stelsels
39
Wat is homeostatische regulering?
aanpassingen van de fysiologische systemen waardoor de homeostase wordt gehandhaafd
40
Gesupineerd
rugligging
41
Geproneerd
buikligging
42
Wat is de pericardiale holte?
de zak waar het hart in ligt
43
Wat is de pleurale holte?
de zak waar de long in ligt
44
Benoem het proces van verplaatsing van het kamerwater
- cellen transporteren actief Na+ naar de achterste oogkamer - Cl - HCO3 volgen passief - osmose, er zijn meer deeltjes in de achterste oogkamer dan in de cel
45
Wat is de functie van inwendige holtes?
beschermen tegen schokken van buiten af en van beweging en omvang en vorm verandering van organen