HC.2 Embryologie: Ontwikkeling van het bewegingsapparaat Flashcards
(38 cards)
Wat ontstaat er uit somieten?
Axiale skelet, de skeletspieren en de dermis.
Waardoor ontstaan somieten?
Dmv. segmentatie.
Vanaf wanneer begint het onstaan van de somieten?
Vanaf week 4 begint sluiting van neurale buis en dan onstaan somieten.
Wat maakt de primitiefstreek tijdens de gastrulatie aan de craniale en caudale zijde?
De mesoderm.
Craniaal: paraxiaal mesoderm, presomitisch mesoderm,
Caudaal: intermediair of lateraal mesoderm.
Waarin spiltsen somieten op?
Sclerotoom, dermatoom en myotoom.
Welk deel van de somiet barst open en wat gebeurd er dan?
De mediale zijde, het sclerotoom, waardoor de cellen migreren richting de notochord.
Wat blijft over na het openbarsten van sclerotoom?
Een dermomyotoom, tussenfase van dermatoom en myotoom.
Wat onstaan er uit het sclerotoom?
Ribben en wervels.
Waarin splits later het dermomyotoom en wat wordt dat dan weer later?
Dermatoom: vormt onderhuids bindweefsel,
Myotoom: zal alle spieren vormen.
Wat gebeurd er met de neuronen tijdens het ontwikkelen van de spieren?
Groeien direct mee. Dorsale kant: sensibele neuronen en ventrale kant: motoneuronen.
Waardoor komt de differentiatie van somieten in stand:
Afgiften van signaalmoleculen door omliggende structuren.
Wat splits zich na de vorming en waarom?
Sclerotoom van de wervelkolom, zodat de zenuwen ertussen door kunnen groeien.
Welke delen van een somiet vormen samen een wervel?
Craniale deel met caudale deel van bovengelegen zenuw (caudaal sC4 met craniaal sC5 vormen samen C4).
Hoe verloopt de aanleg van somieten?
Craniaal naar caudaal. Verloopt binnen de vierde week.
Wat stimuleert BMP-4?
Spiercelvorming uit myotoom.
Wat stimuleert het signaal uit het ectoderm?
Dermatoom ontwikkelen tot dermis.
Wat migreert er naar toekomstige ledematen?
Een deel van myotoomcellen.
Wat ontwikkelen zich tot verschillende spiergroepen?
Dorsale en ventrale myotomen.
Wat vertelt de somieten om sclerotoom te worden?
Een deel van de neurale buis.
Waardoor worden somieten aangestuurd om te segmenteren?
Oscillerende genen/klokgenen, coderen voor een klokeiwit: kan eigen synthese voor korte tijd blokkeren.
Waarvan hangt de snelheid van oscillatie af?
Afbraaksnelheid en dus stabiliteit van ‘klok’eiwitten.
Wat zorgt nog meer voor dat uit ongesegmenteerd weefsel gesegmenteerd weefsel ontstaat?
Gradiënten van signaalmoleculen die samenkomen van craniaal en caudaal –> signaal om te segmenteren.
Waar bevindt zich het determination front?
Waar signaalmoleculen van craniaal en caudaal elkaar raken.
Wat begint er op het determination front en wanneer?
Een segment zal daar beginnen wanneer de klokgenen actief zijn en deze zal eindigen wanneer klokgenen synthese hebben geblokkeerd en inactief zijn.