HC2.1 Flashcards
(38 cards)
formule van nominale spanning + benoem de delen en eenheden
formule van nominale rek + benoem de delen en eenheden
welke 5 delen zijn er op het conventioneel spanning-rek diagram
elastisch gedrag
vloeien
versteviging
insnoering
breuk
hoe zit het elastisch gedrag op het conventioneel spanning-rek diagram
hoe zit het vloeien op het conventioneel spanning-rek diagram
hoe zit de versteviging op het conventioneel spanning-rek diagram
hoe zit de insnoering op het conventioneel spanning-rek diagram
hoe zit de breuk op het conventioneel spanning-rek diagram
wat is het verschil tussen het ware spanning-rek diagram en het conventionele
- vervang de oorspronkelijke oppervlakte vd dwarsdoorsnede en de oorspronkelijke meetlengte door de werkelijke waarden, gemeten op het moment vd belasting
- berekening vd ‘ware spanning’ en ‘ware rek’ => tekening vh ware spanning-rek diagram
In het gebied vd insnoering:
- toont het conventioneel σ-ε diagram de afname vd belasting
- toont het ware σ-ε diagram een toename vd spanning
definitie van taaie (ductiele) materialen + vb.
materiaal dat aanzienlijk kan vervormen vooraleer het bezwijkt + vb. zacht staal
formule percentage verlenging bij taaie materialen
formule percentage oppervlakte verkleining bij taaie materialen
wat is een eigenschap bij metalen
de meeste metalen vertonen geen constante spanning na de vloeigrens
wat gebeurt er als een materiaal de vloeigrens overschrijdt
dan treedt er plastische vervorming op
hoe bepaal je de vloeigrens
via de offset methode
leg de offset methode uit
definitie van brosse materialen + vb.
materiaal dat weinig/niet kan vloeien vooraleer het bezwijkt + vb. gietijzer
wat is er speciaal bij brosse materialen + oplossing
die hebben geen goed gedefinieerde breuksterkte onder trekbelasting + een oplossing daarvoor is de bepaling van de gemiddelde breukspanning uit een reeks trekproeven
wat voor een soort verband tussen spanning en rek bij de meeste constructiematerialen
een lineair verband
formule wet van hooke + benoem de delen + eenheden
σ = E * ε
σ = de spanning (in Pa)
E = elasticiteitsmodulus (in Pa)
ε = de rek (dimensieloos)
wanneer is de wet van hooke niet geldig
bij spanningen die groter zijn dan de proportionaliteitsgrens
wat zegt de elasticiteitsmodulus eigenlijk
hoe stijf een materiaal is dus
hoge E-waarde = stijve materialen en
lage E-waarde = slappe materialen
wat zijn 2 eigenschappen van de elasticiteitsmodulus
de meeste staalsoorten hebben dezelfde E maar ze hebben elk hun eigen proportionaliteitsgrens
het is enkel betekenisvol bij lineair-elastisch materiaalgedrag
hoe werkt een taai materiaal verstevigen