HC.3 Diagnostiek van perifeer vaatlijden (inclusief functionele anatomie) Flashcards

1
Q

Wat zijn typische klachtenpatronen bij perifeer vaatlijden?

A
  • pijn in spieren - bil, dijbeen, kuit
  • na inspanning, zoals lopen
  • wordt minder in rust
  • niet kunnen slapen (liggend geen zwaartekracht –> pijn in voet)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat voor lichamelijk onderzoek doe je bij perifeer vaatlijden?

A
  • pulsaties
  • souffles
  • afwezigheid haar/atrofie huid
  • ‘depending rubor’
  • ‘blanching’ (zwaartekracht —> been boven lichaam tillen, voet loopt leeg)
  • necrose/ niet genezende wonden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke aderen kunnen we palperen bij het lichamelijk onderzoek?

A
  • art. femoralis communis
  • art. poplitea
  • art. tibialis posterior
  • art. dorsalis pedis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar ga je differentiaal diagnostisch aan denken wanneer de patiënt met eerder genoemde klachten / pijn in het been komt?

A
  • Perifeer arterieël vaatlijden
  • neurogene claudicatie (spinale kanaal stenose)
  • Arthrose/arthritis
  • DVT - chronische veneuze insufficientie (veneuze stuwing)
  • Chron. compartiments syndrome
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kunnen we doen aan diagnostische onderzoeken? Minst naar meest invasief

A
  • Doppler, Enkel-arm-index en Looptest
  • Echo-duplex
  • CT
  • MRI
  • Angiografie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de enkel-arm-index?

A

systolische druk enkel

/ systolische druk arm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Op welke manier classificeren we de klachten bij PVA?

A

Fontaine classificatie;

  1. geen klachten
  2. Claudicatio Intermittens
  3. Rust- en/of nachtpijn
  4. Gangreen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kan je zien WAAR het probleem zit?

A

Met echo duplex —> stroomsnelheden meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van duplex?

A
voordelen;
-niet-invasief en veilig
-goedkoop
nadelen;
-operator-dependent
-dynamisch onderzoek
-darmgas (niet doorheen kijken) --> aorta-iliacaal moeilijk te zien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van CT?

A
voordelen;
-hoge sensitiviteit
-teruglezen, 3 dimensionale reconstructies
-snel
-weinig invasief
nadelen;
-contrastmiddel nefrotoxisch
-röntgestralen
-calcificaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van MR angio?

A
voordelen; 
-geen röntgenstralen, magneet
-niet-invasief
-3dimensionale reconstructie mogelijk
nadelen;
-Nefrogenic Systemic Fibrosis
-Claustrofobie
-Stent artefact
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van angio?

A
voordelen;
-'gouden standaard'
-perifeer/cruraal goed af te beelden
-gelijk behandelen
nadelen;
-invasief
-contrastmiddel is nefrotoxisch
-röntgenstralen
-luminale afbeelding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly