HC.8 med. geschiedenis; het lichaam in balans Flashcards

1
Q

Welke drie factoren hebben invloed op de lichaamstoestand volgens de humorenleer?

A
  1. ‘res naturales’ (natuurlijke (lichaamseigen) zaken)
    - elementen, temperamenten, lichaamsvochten, lichaamsdelen en lichaamsfuncties
  2. ‘res contra-naturales’ (tegennatuurlijke zaken)
    - patholigsche, afwijkende verschijnselen
  3. ‘res non-naturales’ (niet natuurlijke zaken)
    - lucht, beweging/rust, slapen/waken, uitscheiding/afscheiding, gemoedsaandoeningen, eten/drinken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het vis medicatrix nature?

A

zelfgenezend vermogen van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het vitalisme?

A

De veronderstelling dat levens/vitale krachten mensen en dieren onderscheiden van de rest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waardoor kwam het vitalisme onder druk te staan? (5)

A
  1. opleving van anatomie
  2. opkomst empirische traditie (ervaringen en waarnemingen doen)
  3. opkomst mechanistisch denken (rationalisme: de rede is de voornaamste bron van kennis)
  4. opkomst specificiteitsdenken
  5. opkomst fysiologie als discipline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de karakteristieken van de westerse biomedische traditie?

A
  1. specificiteitsdenken
    - specifieke ziekteoorzaken staan centraal
  2. dominantie van het mechanistisch denken
    - achterdocht vitalisme; draait niet om de ‘subjectieve ervaring’ van de patiënt, maat om het ‘objectief vaststellen’ van ziekte
  3. reductionistisch perspectief op ziekte en genezing
    - achterdocht van holistische ziektebenaderingen
  4. sterk vooruitgangsgeloof
    - door meer te weten, kunnen we vanzelf meer genezen
  5. dominante ‘cure’ (invasief handelen)
    - ‘care’ verdwijnt naar de achtergrond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly