VO.1 microscopische anatomie en pathologie van hart en bloedvaten

Question 1

Waar ligt de kern in dwarsgestreept spierweefsel?

Answer 1

aan de zijkant

Question 2

Waar ligt de kern in hartspierweefsel?

Answer 2

centraal

Question 3

Welke cel is verantwoordelijk voor de extracellulaire matrix?

Answer 3

fibroblast

Question 4

Waaruit bestaat de grens tussen de tunica media en intima?

Answer 4

Lamina elastica interna, gefenesteerde elastische vezels

Question 5

Vanuit waar worden de tunica intima en media voorzien van zuurstof?

Answer 5

vanuit het lumen

Question 6

waaruit bestaat de tunica intima?

Answer 6

endotheelcellen en subendotheliale ruimte

Question 7

Waaruit bestaat de subendotheliale ruimte?

Answer 7

gladde spiercellen en vezels

Question 8

Hoe kan achterhaald worden of een arterie musculeus of elastisch is?

Answer 8

middels een elastine kleuring

Question 9

Waaruit bestaat de tunica media?

Answer 9

gladde spiercellen die circulair om het vat liggen

Question 10

bevat de tunica media van de vene veel of weinig gladde spiervezels t.o.v. de tunica media van de arterie? En veel of weinig elastische en collageen vezels?

Answer 10

gladde spiervezels: weinig

elastische en collagene vezels: veel

Question 11

Waaruit bestaat de scheidingslaag van de tunica media en de tunica adventitia?

Answer 11

lamina elastica externa

Question 12

Waaruit bestaat de lamina elastica externa?

Answer 12

concentrische membranen die af en toe worden onderbroken

Question 13

Hoe is de tunica adventitia opgebouwd?

Answer 13

Vanaf binnenuit begint het met redelijk veel elastische vezels die naar buiten toe afnemen. Verder bevat het veel collageen vezels en vaten

Question 14

Hoe heten de vaten die door de wand lopen?

Answer 14

vasa vasorum

Question 15

Hoe heten de zenuwen die door de wand lopen? Waar zijn ze bij betrokken?

Answer 15

nervi vasculares zijn betrokken bij vasoconstrictie en vasodilatatie

Question 16

Wat is de functie van de tunica adventitia?

Answer 16

het is een bindweefsellaag die zorgt voor een overgang van het bloedvat naar het omringende bindweefsel

Question 17

Wat hebben de venen niet wat de arteriën wel hebben?

Answer 17

venen hebben geen lamina elastica interna

Question 18

Waaruit bestaan arteriolen voornamelijk?

Answer 18

spier

Question 19

Waaruit bestaan capillairen?

Answer 19

slechts endotheelcellen, geen spier

Question 20

Wat ontstaat er bij atherosclerose?

Answer 20

Er ontstaat een ophoping van extracellulair vet, voornamelijk cholesterol, in de vaatwand, waardoor de tunica intima verdikt onder de subendotheliale laag

Question 21

Wat gebeurd er met de tunica media door de ophoping van vet?

Answer 21

Deze raakt beschadigd en verliest zijn stevigheid

Question 22

Wat gebeurd er als de tunica media zijn stevigheid verliest? Hoe noemen we dit?

Answer 22

Het vat verwijdt, dit noemen we aneurysma

Question 23

Waarop verhoogt een aneurysma het risico? Hoe noemen we dit?

Answer 23

Een aneurysma verhoogt het risico op het afscheuren van het vat, dit noemen we een ruptuur

Question 24

Hoe ontstaan bloedstolsels?

Answer 24

Een scheurtje aan de binnenkant van het vat kan ervoor zorgen dat het vet uit de ophoping in aanraking komt met bloed. Zo ontstaan bloedstolsels.

Question 25

Hoe zien hartcellen eruit?

Answer 25

Het zijn langgerekte, vertakte cellen met een ovale kern (soms twee kernen) centraal gelegen in de cel. De kern is donkerder dan het eosinofiele cytoplasma, wat dwarsgestreept is.

Question 26

Hoe ontstaat de dwarsstreping van het eosinofiele cytoplasma?

Answer 26

Deze ontstaat door de geordende rangschikking van myosine en actine filamenten.

Question 27

Wat zijn intramurale arterietakken? Hoe lopen ze en waarom?

Answer 27

grote vaatstructuren die ontspringen uit de coronairarteriën en ze voorzien de spiercellen van bloed. Ze lopen van epicard naar endocard, omdat de coronairarteriën over het epicard heen lopen en het hiervan aftakkingen zijn.

Question 28

Hoe heet het als hartspierweefsel afsterft door zuurstoftekort?

Answer 28

necrose

Question 29

Welk weefsel neemt de plek in van het hartspierweefsel na necrose?

Answer 29

granulatieweefsel

Question 30

Hoe zien necrotische cellen eruit?

Answer 30

Ze zijn grijs, ze bevatten geen kernen en de dwarsstrepen is vervaagd.

Question 31

Waaruit bestaan aortakleppen? Aan welke kant bevindt zich wat?

Answer 31

aan de kant van het lumen: losmazig bindweefsel met elastische vezels
aan de kant van de wand van de aorta: collagene vezels