herkansing Flashcards

(248 cards)

1
Q

Waarvoor gebruikt men het ARP protocol?

A

Voor het vertalen van een Ip-Adres naar een Mac-Adres

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is NAT?

A

een techniek voor het vertalen van IP-adressen tussen publieke en private
netwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het Rip protocol?

A

Een distance-vector routing protocol dat wordt gebruikt door routers om
routinginformatie uit te wisselen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het RIPv2 protocol?

A

Een verbeterde versie van RIP die classless routing ondersteunt,
multicast gebruikt voor het verzenden van routingtabellen en
mogelijkheden biedt voor authenticatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het Interior gateway
routing protocol?

A

Een routingprotocol dat wordt gebruikt binnen een enkel autonoom
systeem (AS).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het OSPF protocol?

A

Open Shortest Path First, een link-state routingprotocol dat wordt
gebruikt in IP-netwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het IS-IS protocol?

A

Intermediate System to Intermediate System, een link-state
routingprotocol dat in veel opzichten lijkt op OSPF.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is EIGRP

A

Enhanced Interior Gateway Routing Protocol, een geavanceerd
afstandsvectorprotocol voor routing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is BGP?

A

Border Gateway Protocol, een routingprotocol dat wordt gebruikt om
routinginformatie tussen verschillende autonome systemen (AS) uit te
wisselen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is IGBP?

A

Internal Border Gateway Protocol, een implementatie van BGP binnen
een autonoom systeem (AS).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is eBGP?

A

External Border Gateway Protocol, een implementatie van BGP tussen
verschillende autonome systemen (AS).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is GRE?

A

Generic Routing Encapsulation, een protocol dat wordt gebruikt om
datapakketten te encapsuleren en te routeren over een IP-netwerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is MPLS?

A

Multi Protocol Label Switching, een techniek die wordt gebruikt om
datapakketten efficiënt door een netwerk te routeren aan de hand van
labels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het OSI-Model

A

Het Open Systems Interconnection-model is een conceptueel raamwerk dat
de communicatie tussen verschillende computersystemen mogelijk maakt.
Het bestaat uit zeven lagen die elk specifieke functies en protocollen
hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een processor?

A

Een processor is een elektronische schakeling die verantwoordelijk is voor
het uitvoeren van instructies en het verwerken van gegevens in een
computer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een CPU?

A

De Central Processing Unit (CPU) is het deel van een computer dat de
instructies van een programma uitvoert door rekenkundige en logische
bewerkingen op gegevens uit te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de van neumann architectuur

A

Een architectuur die wordt gebruikt in computersystemen waarbij het
geheugen en de processor samen in één eenheid zijn geïntegreerd en het
geheugen zowel instructies als gegevens bevat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een ALU?

A

De Arithmetic Logic Unit (ALU) is het deel van de CPU dat verantwoordelijk
is voor het uitvoeren van rekenkundige en logische bewerkingen, zoals
optellen, vermenigvuldigen en booleaanse vergelijkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de CU?

A

De Control Unit (CU) is het deel van de CPU dat verantwoordelijk is voor
het beheren en coördineren van de activiteiten van andere onderdelen van
de CPU.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de memory?

A

Het geheugen in een computer waarin instructies en gegevens worden
opgeslagen voor verwerking. Het kan ook worden aangeduid als registers,
vooral bij kleinere embedded systemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een bus?

A

Een gemeenschappelijke verbinding die wordt gebruikt voor communicatie
tussen verschillende componenten in een computersysteem, zoals input,
output en geheugen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de Wet van Moore

A

Een observatie dat het aantal transistors op een geïntegreerde schakeling
ongeveer elke twee jaar verdubbelt, wat heeft geleid tot de snelle groei en
vooruitgang in de computertechnologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is CISC?

A

Complex Instruction Set Computer (CISC) is een type computarchitectuur
waarbij de processor complexe instructies kan uitvoeren die meerdere
stappen vereisen om te voltooien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is RISC?

A

Reduced Instruction Set Computer (RISC) is een type computarchitectuur
waarbij de processor een eenvoudige instructieset heeft en elke instructie
in één klokcyclus kan worden uitgevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is de van neumann-cycle
De Von Neumann-cyclus, ook wel de Fetch-Decode-Execute-cyclus genoemd, is een proces dat wordt herhaald in een Von Neumanncomputerarchitectuur. Het omvat het ophalen (Fetch) van instructies uit het geheugen, het decoderen (Decode) van de instructies en het uitvoeren (Execute) ervan.
26
Wat is een instruction set
Een instruction set is een verzameling instructies die een processor kan begrijpen en uitvoeren. Het bepaalt de mogelijkheden en functies van de processor.
27
Wat is een compiler
Een compiler is een softwareprogramma dat programmeercode vertaalt van een programmeertaal naar de machinetaal die door de processor kan worden begrepen en uitgevoerd.
28
wat is een interpreter
Een interpreter is een softwareprogramma dat programmeercode regel voor regel vertaalt en direct uitvoert, zonder voorafgaande vertaling naar machinetaal.
29
wat is cache
Een cache is een klein, snel geheugen dat wordt gebruikt om veelgebruikte instructies en gegevens tijdelijk op te slaan, zodat ze sneller toegankelijk zijn voor de processor.
30
Wat zijn clock cycle
Een clock cycle, ook wel klokcyclus genoemd, is de kleinste tijdeenheid in een computerprocessor. Het wordt gedefinieerd door de frequentie van de systeemklok en regelt de timing van instructie-uitvoering en gegevensverwerking.
31
Wat is de pipeline?
Pipelining is een techniek waarbij meerdere instructies tegelijkertijd door verschillende stadia van de processor worden verwerkt. Het verhoogt de verwerkingssnelheid door overlapping van instructie-uitvoeringen.
32
wat is parallel processing
Parallelle verwerking is een methode waarbij meerdere processors of rekenkernen samenwerken om taken gelijktijdig uit te voeren. Het kan de algehele prestaties en snelheid van een computersysteem verbeteren.
33
Wat is multithreading
Multithreading is een techniek waarbij een programma of proces meerdere threads of uitvoeringsstromen heeft die gelijktijdig kunnen worden uitgevoerd. Het maakt efficiënt gebruik van de processor door taken parallel uit te voeren.
34
wat is virtual memory
Virtueel geheugen is een geheugensysteem waarbij een deel van de harde schijfruimte wordt gebruikt als aanvulling op het fysieke RAM-geheugen. Het stelt het besturingssysteem in staat om meer programma's en gegevens te laden dan fysiek geheugen mogelijk zou maken.
35
Wat zijn twisted pairs?
Twisted pair is een type bekabeling bestaande uit 4 koperparen die om elkaar heen zijn 'getwist'. Het is voorzien van kunststof en metalen folie mantels ter bescherming tegen externe invloeden. Verschillende soorte
36
Wat is UTP?
Een type kabel zonder afscherming tegen elektromagnetische interferentie.
37
Wat is STP?
Een type kabel met afscherming tegen elektromagnetische interferentie
38
Wat zijn crosskabels
Een cross-kabel is een type twisted pair bekabeling waarbij de pinnen aan het ene uiteinde verbonden zijn met de tegenovergestelde pinnen aan het andere uiteinde. Dit maakt het mogelijk om directe verbindingen tussen twee apparaten tot stand te brengen.
39
Wat zijn straightkabels
Een straight-kabel is een type twisted pair bekabeling waarbij de pinnen aan het ene uiteinde op dezelfde pinnen aan het andere uiteinde zijn aangesloten. Dit wordt gebruikt voor verbindingen tussen een apparaat en een netwerkpoort.
40
wat zijn categorieën twisted pairs
Twisted pair kabels worden ingedeeld in categorieën, waarbij een hogere categorie een betere kwaliteit en hogere (potentiële) doorvoersnelheid biedt.
41
wat is een coax kabel
Coax-kabel is een type kabel dat bekend is vanuit de televisiewereld. Het wordt gebruikt voor televisie- en kabelradio-aansluitingen. Het wordt ook gebruikt voor internetverbindingen, zoals aangeboden door Ziggo.
42
wat zijn glasvezelkabels
Glasvezelkabel bestaat uit een kern van glasvezel, een reflecterende laag en een buitenmantel ter bescherming. Het wordt gebruikt voor snelle internetverbindingen en kan hogere snelheden over langere afstanden bieden dan andere bekabelingstypen.
43
wat zijn multimode kabels
Multimode kabel is een type glasvezelkabel dat voornamelijk wordt gebruikt in gebouwen. Het kan verschillende snelheden ondersteunen, afhankelijk van de gebruikte interface.
44
wat is veiligheid
Hoewel het licht dat door een glasvezelkabel wordt gestuurd onzichtbaar is voor het menselijk oog, betekent dit niet dat het onschadelijk is. Men moet niet recht in een glasvezelkabel of -interface kijken, omdat het schadelijk kan zijn. Zorg voor de juiste veiligheidsmaatregelen.
45
wat is POF?
POF staat voor Plastic Optic Fiber. Het is een type optische vezelkabel waarbij voor het verzenden van signalen een LED-diode wordt gebruikt in plaats van een laser. Dit maakt het minder krachtig en soms zichtbaar, maar niet altijd schadelijk.
46
wat zijn connectors
Glasvezelkabels kunnen verschillende soorten connectors hebben aan elk uiteinde. Bij de installatie is het belangrijk om de juiste connectors te gebruiken die compatibel zijn met de apparatuur waarmee de kabel wordt verbonden.
47
Wat is WEP?
Wired Equivalent Privacy, of WEP is een door de IEEE 802.11 gespecificeerde methode om berichten die via een draadloze verbinding worden verstuurd te versleutelen
48
Wat is Block en stream?
Block-encryptie versleutelt data in grote blokken, terwijl stream-encryptie elke bit afzonderlijk versleutelt
49
Wat is scattering?
Het uiteenvallen van het signaal wanneer het tegen bepaalde objecten of oppervlakken botst.
50
Wat is absorberen?
Het gedeeltelijk opnemen van het signaal door een object, waardoor niet alles teruggereflecteerd wordt.
51
Wat is dispersie?
Het afbuigen van het licht in de glasvezel.
52
Wat is een equipment room?
Een ruimte waarin backbone-bekabeling, telefoonsystemen, stroombeveiliging, LAN-apparatuur, servers en data-opslagapparatuur zich bevinden. Er zijn verschillende soorten equipment rooms, zoals Main Equipment Room (MER), Satellite Equipment Room (SER), en Distribution Equipment Room (DER).
53
Wat is de main enquipment room
De centrale ruimte in een bedrijfsgebouw waar de servers staan en waar de backbone-bekabeling begint. Het verbindt alle andere equipment rooms in het gebouw
54
wat is satellite equipment
Een ruimte waar patchkasten staan om verbindingen te verdelen op een etage. Het bevindt zich vaak dicht bij een afdeling of bedrijf dat gebruikmaakt van de apparatuur in deze ruimte. Meerdere Satellite Equipment Rooms zijn verbonden met de Main Equipment Room
55
wat is distribution equipment
Een ruimte waar bekabeling en afdelingsprinters worden geplaatst. Het dient vaak als de ruimte waar bekabeling per etage wordt gekoppeld. Het bevat switches en andere netwerkapparatuur die via panelen onderling zijn verbonden.
56
wat is draadloos?
Een techniek op de Physical layer waarbij gebruik wordt gemaakt van elektromagnetische golven in een ander frequentiespectrum, ook wel radiofrequenties genoemd.
57
Wat is modulatie?
Het toevoegen van een signaal aan een draaggolf, waarbij de natuurlijke sinus van de draaggolf wordt gewijzigd om informatie te koppelen. Verschillende vormen van modulatie zijn frequentiemodulatie, amplitudemodulatie en fasemodulatie.
58
Wat is MIMO?
Multiple Input Multiple Output (MIMO) is een technologie die gebruikmaakt van meerdere antennes om gelijktijdig meerdere datastromen te verzenden en ontvangen. Het maakt gebruik van spatial division multiplexing (SDM) voor een hogere doorvoer
59
Wat is CSMA/CA?
Carrier Sense Multiple Access with Collision Avoidance (CSMA/CA) is een protocol voor gegevensoverdracht in draadloze communicatie. Het controleert het medium op verkeer en vermijdt botsingen. Het wordt gebruikt in IEEE 802.11 WLAN.
60
Wat is scattering?
Het versplinteren van het signaal wanneer het tegen bepaalde objecten of oppervlakken botst
61
Wat is refractie
Het afbuigen van het signaal door een object, vooral buiten in gebieden met verschillende temperaturen en vochtigheid.
62
Wat is diffractie
Het buigen van het signaal om een object heen.
63
Wat is absorptie
Het (deels) opnemen van het signaal door een object.
64
Wat is een antenne
Een component die een elektrisch signaal omzet in een elektromagnetische golf en vice versa.
65
wat is een directionele antenne
Een antenne die een gericht signaal uitzendt.
66
Wat is wifi 6?
Ook bekend als 802.11ax, een wifi-standaard met een doorvoersnelheid van 574 tot 9608 Mbps.
67
Wat is wifi 6e
Een uitbreiding van wifi 6 naar de 6 GHz-band voor hogere snelheden.
68
Wat is wifi 7?
Ook bekend als 802.11be, een toekomstige wifi-standaard met meerdere frequentiebanden en hoge snelheden.
69
Wat is mesh-topologie?
Een netwerktopologie waarbij alle knooppunten samenwerken om gegevens te verspreiden.
70
Wat is monitor mode?
Een modus waarin een draadloze interface al het draadloze verkeer kan opvangen zonder te associëren met een access point.
71
Wat is MITM ap?
Een access point dat tracht clients te misleiden en al hun verkeer te kopiëren.
72
Wat is een initialisatievector?
Een willekeurige set nummers gebruikt in cryptografie om de tekstafleiding uit versleutelde tekst moeilijker te maken.
73
Wat is een CPU?
De processor is de kerncomponent van een apparaat die de functionaliteit ervan mogelijk maakt. 63) Physical layer De fysieke laag van het
74
Wat is de physical layer?
De fysieke laag van het netwerkmodel die verantwoordelijk is voor de overdracht van ruwe bits.
75
wat is aanpassen
Niet gespecificeerd in de gegeven dia's
76
Wat is de datalink layer?
r De datalinklaag is de tweede laag van het netwerkmodel en omvat protocollen voor switchen en routeren.
77
Wat is switching?
Het doorsturen van netwerkpakketten op layer-2 van het OSI-model.
78
Wat is routing?
Het doorsturen van netwerkpakketten op layer-3 van het OSI-model.
79
Wat is packet switching?
Een vorm van switching waarbij elk pakket afzonderlijk wordt doorgestuurd op basis van een MAC-adrestabel.
80
Wat is multilayer switching?
Switching op meerdere lagen (2, 3 en 4) van het OSI-model.
81
Wat is VC switching?
Virtual Circuit-switching in WAN-topologieën waarbij vooraf een pad wordt opgebouwd naar de bestemming
82
Wat is WAN switching?
Het switchen van frames over een Wide Area Network.
83
Wat is LAN switching?
Het switchen van frames over een Local Area Network.
84
Wat is circuit switching?
Het vormen van een vooraf bepaald pad van bron naar bestemming voor alle frames met dezelfde bron en bestemming.
85
Wat is een HUB?
Een apparaat zonder intelligentie dat frames naar alle poorten doorstuurt, behalve de poort waar het frame vandaan kwam
86
Wat is een mac adrestabel?
Een tabel waarin MAC-adres en poortcombinaties worden opgeslagen voor het doorsturen van frames.
87
Wat zijn switchtaken?
Taken van een switch, zoals filtering, segmentatie, monitoring en beveiliging.
88
Wat zijn SPAN-porten?
Een poort die wordt gebruikt voor het kopiëren en monitoren van verkeer van andere poorten.
89
Wat is store and forward?
Een methode waarbij een frame volledig wordt opgeslagen voordat een forwardingbeslissing wordt genomen.
90
Wat is cut through?
Een methode waarbij alleen het bestemmings-MAC-adres in het geheugen wordt geplaatst voordat het frame wordt doorgestuurd.
91
Wat is fragment-free
Een methode waarbij de eerste 64 bytes van een frame in het geheugen worden geplaatst voordat het wordt doorgestuurd.
92
Wat is host routing?
Routing op basis van de route tabel in de host.
93
Wat is een AD-Hoc netwerk?
Een dynamisch netwerk met een variabele infrastructuur, gekenmerkt door een dynamische topologie en beperkte energievoorziening per node.
94
Wat is een gateway?
Een router die fungeert als een verbindingspunt tussen twee verschillende netwerken.
95
Wat is een routingproces
Het proces van het doorsturen van netwerkpakketten op een router.
96
waarvoor dient een routingprotocol?
Een protocol dat wordt gebruikt door routers om informatie uit te wisselen en routes te bepalen.
97
Wat is een routetabel
Een tabel met informatie over netwerkbestemmingen en de bijbehorende uitgaande interfaces.
98
wat zijn statische routes?
Routes die handmatig geconfigureerd en beheerd worden door de netwerkbeheerder. Ze zijn veilig en onveranderlijk, tenzij gewijzigd door de beheerder zelf.
99
wat zijn dynamische routes
Routes die automatisch worden bepaald door routingprotocollen. Ze zijn eenvoudig en flexibel, waarbij het routingprotocol de juiste en beste routes zoekt en automatisch verwijdert wanneer een netwerk niet meer bereikbaar is.
100
Wat zijn metrics?
Maatstaven die worden gebruikt om de afstand naar een buurnetwerk te bepalen. Dit kan worden uitgedrukt in bandbreedte, vertraging, belasting, betrouwbaarheid, MTU, enz.
101
Wat is Administrative distance (AD)
Een waarde die aangeeft hoe betrouwbaar een routingprotocol of een statische route is. Routes met lagere AD worden als betrouwbaarder beschouwd en hebben voorrang bij het kiezen van de beste route.
102
Wat is een vlan?
Een logisch geïsoleerd netwerk dat is gecreëerd door het groeperen van switchpoorten. Het beperkt broadcast-verkeer en verbetert de netwerkbeveiliging door het creëren van meerdere geïsoleerde netwerken binnen een fysiek LAN.
103
Wat is Trunking?
Het transporteren van frames met meerdere VLAN-tags over een verbinding tussen switches. Hierdoor kunnen frames van verschillende VLAN's efficiënt worden getransporteerd tussen switches.
104
Wat is een Vlan-tag
Een specifiek veld (12-bit VLAN-ID) in het Ethernet-frame waarin de VLANidentificatie wordt toegevoegd. Het maakt het mogelijk om frames aan een specifiek VLAN toe te wijzen en tussen VLAN's te routeren.
105
Wat zijn statische VLANS
VLAN's die handmatig zijn geconfigureerd op een switchpoort. Een systeem behoort enkel tot het VLAN dat op die poort is geconfigureerd.
106
Wat zijn dynamische vlans?
VLAN's die worden toegewezen aan specifieke MAC-adressen. Wanneer een gebruiker verhuist, verhuist het VLAN mee.
107
Wat is prunning?
Het beperken van het aantal VLAN's dat over een trunk-link wordt toegestaan. Hierdoor wordt alleen het verkeer doorgelaten dat daadwerkelijk bestemming heeft aan de andere kant van de trunk.
108
Waarvan is het ontwerpen en implementeren van vlans afhankelijk van?
Het ontwerpen en implementeren van VLAN's is afhankelijk van factoren zoals schaalgrootte, verkeersstromen en fysieke locatie.
109
Wat is een End-toEnd vlan?
Een End-to-End VLAN is een VLAN dat over de hele breedte van het netwerk is geïmplementeerd.
110
Wat is een local vlan?
Local VLANs zijn VLANs die beperkt zijn tot een kleinere omgeving, zoals binnen een switch.
111
Wat is VLAN hopping>
Dit is een netwerkaanvalmethode waarbij een kwaadwillende netwerkverkeer van het ene VLAN naar een ander VLAN kan sturen, waarbij de netwerkbeveiliging wordt omzeild. De aanval kan worden uitgevoerd via switch spoofing of double tagging. De aanvaller kan toegang krijgen tot gevoelige informatie en systemen die zich op andere VLAN's bevinden.
112
Wat is Vlan 1 en het native vlan?
Vlan 1 is het default management VLAN. Het native VLAN is het VLAN zonder tags en wordt gebruikt voor legacy oplossingen.
113
Wat is een voice vlan>
Het Voice VLAN is bedoeld voor de toepassing van Quality of Service (QoS) voor telefonie.
114
Wat is een private vlan?
Private VLANs bestaan uit een primair en secondair VLAN en beperken de communicatie tussen systemen in hetzelfde VLAN.
115
Wat is een Vxlan?
VxLAN (Virtual Extensible LAN) is een overlay netwerktechnologie die virtuele machines met elkaar verbindt.
116
Wat is layer 3 interVLAncommunicatie?
Layer 3 InterVLAN-communicatie maakt communicatie tussen VLANs mogelijk met behulp van een router.
117
Wat is Link aggregation?
Link Aggregation is het samenvoegen van meerdere fysieke verbindingen tot één logische link.
118
Wat is het spanningtree protocol?
Spanning Tree Protocol (STP) voorkomt loops in een geswitched netwerk en zorgt voor lusvrije communicatie.
119
Wat is bridge priority?
De waarde die wordt gebruikt om de root switch te bepalen. Het laagste MAC-adres kan een oude switch zijn omdat fabrikanten nieuwere switches hogere MAC-adressen geven.
120
Wat is een designated switch?
De switch die grenst aan de root switch en verbonden is met de root switch.
121
Wat is een root port>
De poort die naar de root switch wijst. Het verkeer op deze poort gaat richting de root. Per switch kan er maar één root poort zijn.
122
Wat is een designated port?
De poorten die van de root afwijzen. Het verkeer op deze poorten gaat weg van de root. De aangesloten poorten op de root bridge hebben altijd de designated status.
123
Wat is een alternate port?
Een reservepoort die wordt gebruikt als alternatief bij een netwerkstoring. Deze poort bevindt zich in de gesloten modus en staat geen communicatie toe.
124
wat is portfast?
Een configuratie-optie om de Listening en Learning states over te slaan en sneller over te gaan naar de Forwarding state. Voornamelijk gebruikt op access poorten.
125
Wat is blocking mode?
De poort staat in deze status geen data toe, behalve BPDU's.
126
Wat is listining mode?
In deze status worden frames verwijderd, BPDU's worden ontvangen en verwerkt.
127
Wat is forwarding mode?
De status waarin de poort data-verkeer toelaat en alle functionaliteit heeft.
128
Wat is learning mode
In deze status worden MAC-adressen geleerd en BPDU's verwerkt.
129
Wat is een max age timer?
Een timer die de actualiteit van de informatie in de Hello BPDU's aangeeft.
130
Wat is een topology change BPDU?
Een bericht dat aangeeft dat er een verandering in de topologie aan de gang is.
131
Wat is een topology change notice?
Een bericht dat wordt verstuurd om switches te informeren over een topologieverandering.
132
Wat is RSTP?
Rapid Spanning Tree Protocol, een snellere versie van het 802.1d protocol voor het bepalen van loop-vrije paden in een netwerk.
133
Wat is een Edge port>
Een poort die is geconfigureerd als edge port, vergelijkbaar met een poort die met Portfast is geconfigureerd.
134
Wat is een back-up port?
Een reservepoort voor de root port die zich op dezelfde switch bevindt.
135
Wat is een ethernet port?
De standaard op OSI layer-2 voor bekabelde netwerken. Wireless (WiFi) is afgeleid van Ethernet.
136
Wat is geschiedenis?
Achtergrondinformatie over de ontwikkeling van Ethernet en de oorspronkelijke shared medium-implementatie.
137
Wat is CSMA/CD?
Carrier Sense Multiple Access with Collision Detection (CSMA/CD) is een protocol gebruikt in Ethernet-netwerken om botsingen (collisions) te detecteren en te beheren.
138
Wat zijn late collisions?
Botsingen die optreden nadat een bepaalde tijd is verstreken in een Ethernet-netwerk.
139
Wat is encoding?
Het omzetten van data naar elektrische signalen voor verzending over het transmissiemedium. In Ethernet wordt onder andere gebruikgemaakt van Manchester encoding.
140
Wat is een Ethernetframe?
Een gestructureerd gegevenspakket dat wordt verzonden via Ethernetnetwerken. Het bevat bron- en bestemmingsadressen, controle-informatie en de daadwerkelijke gegevens.
141
Wat zijn security maatregelen>
Maatregelen die worden genomen om de beveiliging van een systeem of netwerk te waarborgen. De implementatie van deze maatregelen moet in verhouding staan tot de risico's die men loopt.
142
Wat is een risico?
De kans dat er iets gebeurt vermenigvuldigd met de impact ervan. Risicobeoordeling helpt bij het bepalen van de ernst van mogelijke risico's.
143
Wat is een risicomatrix?
Een tool waarmee risico's worden geëvalueerd op basis van de kans en impact van gebeurtenissen. Het helpt bij het identificeren van mogelijke risico's in verschillende situaties.
144
Wat is een TCN BPDU?
TCN (Topology Change Notification) BPDU (Bridge Protocol Data Unit) wordt gebruikt door switches om andere switches op de hoogte te stellen van veranderingen in de netwerktopologie.
145
Wat zijn CAM tables?
Content Addressable Memory (CAM) tables worden gebruikt door switches om MAC-adressen aan de bijbehorende poorten te koppelen.
146
Wat is Flushen?
Het proces waarbij gegevens in de CAM tables van switches worden verwijderd.
147
Wat is een ACK?
Een ACK (Acknowledgement) is een bevestiging die wordt teruggestuurd naar de zender om aan te geven dat een bericht succesvol is ontvangen.
148
Wat is een IPV4 adres
Een binair adres dat decimaal wordt weergegeven en bestaat uit een netwerkdeel en een hostdeel. Het adres is verdeeld in vier octetten gescheiden door punten.
149
Wat zijn classful adressen
Adressen waarbij het onderscheid tussen het host- en netwerkdeel wordt bepaald door de klasse waar het adres in valt: Klasse A, B, C, D, of E.
150
Wat is het klasse a netwerk
0. tot 127
151
Wat is het klasse b netwerk
128. tot 191
152
Wat is het klasse c netwerk
192. tot 223
153
Wat is het klasse d netwerk
224. tot 239
154
Wat is het klasse e netwerk
240. tot 255
155
Wat zijn Classless adressen
Adressen waarbij het subnetmasker bepaalt in welk netwerk het IP adres valt. Alle 'eentjes' behoren tot het netwerkdeel en alle nullen tot het hostdeel.
156
Wat is een unicast bericht?
Een bericht gericht aan één specifieke host.
157
Wat is een multicast bericht?
Een bericht gericht aan meerdere hosts binnen een bepaald multicast adresbereik.
158
Wat is een broadcast bericht?
Een bericht geadresseerd aan alle hosts in het subnet.
159
Wat is een binaire representatie?
Het binaire getal wordt omgezet naar een decimaal getal door de machten van 2 op te sporen.
160
Wat is een subnetmasker?
Een masker dat de grens tussen het netwerk- en hostdeel van een IP adres aangeeft. Een '1' in het subnetmasker geeft het netwerkdeel aan, een '0' het hostdeel.
161
Wat is een prefix lenght notation?
Een notatie waarbij het subnetmasker wordt aangegeven door het aantal '1'-bits in de netwerkcomponent van het IP adres.
162
Wat is een VLSM?
Variabele Lenght Subnet Masking, een techniek waarbij subnetten in verschillende groottes kunnen worden verdeeld.
163
Wat is supernetting?
Het combineren van meerdere kleinere subnetten tot één groter supernet.
164
Wat zijn private adressen?
Adressen die niet op het internet gebruikt mogen worden, maar wel intern in een privénetwerk. Adresvertaling (NAT) is nodig om met het internet te communiceren.
165
Wat is een IP adresseringplan
Het opstellen van het IP adresseringsplan vanuit een macro niveau naar micro niveau, in plaats van per individueel apparaat.
166
Wat is een Top-Down uitvoer?
Het toepassen van policies op basis van de locatie waar iemand zich bevindt.
167
Wat is een geografische locatie adressering?
Het toepassen van policies op basis van de organisatie (afdeling, groep, etc.) waartoe iemand behoort.
168
Wat is ethernet?
DE standaard op OSI layer-2; Wireless (WiFi) is van Ethernet afgeleid
169
Wat is een ipv6 adres?
IPv6-adres kan worden afgekort of samengeperst door nullen te converteren
170
Wat is een subnet prefix?
Netwerk deel van een IPV4 adres
171
Wat is een interface iD?
Hostdeel van een IPV4 adres
172
Wat is een route tabel?
Een tabel die wordt gebruikt om te bepalen hoe pakketten moeten worden doorgestuurd
173
Wat is een default gateway>
Het gateway-adres dat wordt gebruikt wanneer geen specifieke overeenkomst is
174
Wat is een ARP(address resolution protocol0?
Protocol dat wordt gebruikt om een IP-adres naar een MAC-adres te vertalen
175
Wat is nat (Network Address Translation)?
Techniek voor het vertalen van IP-adressen tussen publieke en private netwerken
176
Wat is een mac-adres(Media access control-adres)?
Uniek identificatienummer toegewezen aan een netwerkinterface
177
Wat is een switch?
Apparaat dat wordt gebruikt om netwerkverkeer tussen apparaten te sturen
178
Wat is RIP?
Een distance-vector routing protocol dat wordt gebruikt door routers om routinginformatie uit te wisselen. Het maakt gebruik van hopcounts als routing metric en voorkomt routing loops door een limiet te stellen aan het aantal hops in een pad.
179
Wat is RIPv2?
Een verbeterde versie van RIP die classless routing ondersteunt, multicast gebruikt voor het verzenden van routingtabellen en mogelijkheden biedt voor authenticatie. Het kan ook meerdere routingdomeinen koppelen via redistributie en aangeven of een route via een ander routingprotocol is geleerd.
180
Wat is Counting to Infinity?
Een term die verwijst naar een routingloop in distance-vector routing. Het treedt meestal op wanneer een interface uitvalt of wanneer routers tegelijkertijd updates naar elkaar sturen. RIPv2 behandelt dit probleem door routes als onbereikbaar te markeren wanneer een hopcount van 16 wordt bereikt en door split horizon en poison reverse technieken toe te passen.
181
Wat zijn RIPV2 timers?
Verschillende timers gebruikt door RIPv2: update timer (30 sec), invalid timer (tijd zonder updates voordat een route ongeldig wordt verklaard), holddown timer (tijd na een triggered update voordat nieuwe routes worden geaccepteerd) en flush timer (tijd na de laatste valide update voordat een route wordt verwijderd).
182
Wat is redistributie?
Het gebruik van een routingprotocol om routes te adverteren die op andere manieren zijn geleerd, zoals via een ander routingprotocol, statische routes of directly connected routes. Redistributie kan problemen veroorzaken, zoals overlappende subnetten en het overbelasten van routers. Het vereist het definiëren van metrics die begrijpelijk zijn voor het
183
wat zijn seed metrics?
De standaard metric die wordt gebruikt bij redistributie wanneer geen specifieke metric is opgegeven.
184
Wat is route filtering ?
Het selectief toestaan of blokkeren van bepaalde routes tijdens redistributie om problemen te voorkomen, zoals routing loops of overlappende subnetten. Het kan worden gedaan met behulp van routemaps, waarbij specifieke filters en criteria worden toegepast op de routes die worden geadverteerd.
185
Wat is Administrative distance?
Een parameter gebruikt in routers om de voorkeur van routes te bepalen wanneer er meerdere routes beschikbaar zijn naar hetzelfde bestemmingssubnet. Routes met een lagere administratieve afstand hebben de voorkeur. Bij redistributie kan de AD worden aangepast om de prioriteit van bepaalde routes te wijzigen.
186
Wat is een default route?
Een standaardroute die wordt gebruikt wanneer er geen specifieke route bestaat voor een bepaald bestemmingssubnet. Bij redistributie kan een statische default route worden geconfigureerd op de router die wijst naar het externe netwerk, en vervolgens kan het RIP-netwerk deze statische default route redistribueren.
187
Wat is een suboptimal routing?
Een situatie waarin routers suboptimale routes kiezen vanwege problemen met redistributie of onjuiste configuratie. Dit kan leiden tot inefficiënt netwerkverkeer en prestatieproblemen.
188
Wat zijn route-maps?
Een mechanisme gebruikt in routers om de stroom van routes tijdens redistributie te beheren. Route-maps bevatten filters en criteria die bepalen welke routes worden geaccepteerd of geblokkeerd, evenals welke aanpassingen worden toegepast op de geaccepteerde routes. Ze kunnen worden gebruikt om probleemgebieden in redistributie aan te pakken, zoals overlappende subnetten, routing loops en het beheersen van de voorkeur van routes.
189
Wat zijn redistributieproblemen?
Potentiële problemen die kunnen optreden bij redistributie, zoals suboptimal routing, routing loops, overlappende subnetten en overbelasting van routers. Deze problemen kunnen worden opgelost of voorkomen door het gebruik van route filtering, route-maps, het aanpassen van administratieve afstanden of metrics, en het vermijden van onnodige of complexe redistributieconfiguraties. Het is belangrijk om redistributie alleen als tijdelijke oplossing te gebruiken en te streven naar betere en meer gestroomlijnde netwerkontwerpen.
190
Wat is een netwerkbedreiging?
Een bedreiging tegen het netwerk, waarbij sprake kan zijn van passieve of actieve acties door een bedreiger.
191
Wat is een threat action?
De actie die wordt uitgevoerd door de bedreiger tegen het netwerk. Dit kan passief of actief zijn.
192
Wat is threat agent?
De bedreiger zelf, zoals een hacker, scriptkiddie, criminele organisatie of overheidsinstantie.
193
Wat is countermeasure?
Beveiligingsmaatregelen die aanwezig zijn om bedreigingen te weerstaan, zoals firewalls, intrusion detection systemen, etc.
194
Wat is een aanvalsdoel?
Het component dat de aanvaller wil benaderen, stelen, belemmeren, vernietigen of veranderen, zoals hardware, software of data.
195
Wat zijn vulnerabilities?
Zwakke plekken in het ICT-systeem die geëxploiteerd kunnen worden voor een succesvolle aanval.
196
Wat is Exploit
Het misbruiken van vulnerabilities om toegang te krijgen tot een doel.
197
Wat zijn consequenties?
De schade en impact die ontstaan als gevolg van een exploit.
198
Wat is Ip-spoofing?
Het vervangen van het source IP-adres om de identiteit te verbergen of die van een ander systeem over te nemen.
199
Wat is een DOs aanval?
Een aanval waarbij valse source IP-adressen worden gebruikt om het slachtoffer te overladen met verkeer.
200
Wat is fragmentatieaanval?
Een aanval waarbij gefragmenteerde pakketten worden gebruikt om het slachtoffersysteem te laten crashen.
201
Wat is een ICMp redirects?
ICMP-pakketten die worden gebruikt om hosts te informeren over een betere route voor een bepaalde bestemming.
202
Wat zijn pingfloods?
Een aanval waarbij zoveel mogelijk bandbreedte wordt geclaimd door het versturen van grote ping-pakketten.
203
Wat zijn IP directed broadcast
Een aanval waarbij ICMP-pakketten naar een broadcastadres worden gestuurd om hosts te overladen met replies.
204
Wat zijn routing attacks?
Aanvallen op het routing-systeem van netwerken, zoals het manipuleren van route-informatie of peering-sessies.
205
Wat is een iACL?
Infrastructure Access Control List, een mechanisme om verkeer in de infrastructuur te filteren op legitiem verkeer.
206
Wat is een CoPP
Control Plane Policing, een methode om het verkeer naar de control plane te filteren en te beperken.
207
Wat is een interior gateway routing protocol?
Een routingprotocol dat wordt gebruikt binnen een enkel autonoom systeem (AS).
208
Wat is OSPF?
Open Shortest Path First, een link-state routingprotocol dat wordt gebruikt in IP-netwerken.
209
Wat is Synchronous Transfer mode?
Een continue verbinding tussen de zendende en ontvangende partijen op een communicatienetwerk.
210
Wat is een ABR?
Area Border Router, een router die verbinding maakt tussen twee OSPFgebieden.
211
Wat is een ASBR?
Autonomous System Border Router, een router die verbinding maakt tussen een AS en een extern netwerk.
212
Wat is een Topology table?
Een tabel die de volledige structuur van het netwerk bevat met alle beschikbare OSPF-routers en berekende beste en alternatieve paden.
213
Wat is link-state protocol?
Een routingprotocol dat informatie over links en routers in het netwerk uitwisselt.
214
Wat is IS-IS?
Intermediate System to Intermediate System, een link-state routingprotocol dat in veel opzichten lijkt op OSPF.
215
Wat is LSP?
Link State Packet, een pakket dat de daadwerkelijke route-informatie bevat in het IS-IS-protocol.
216
Wat is CSNP?
Complete Sequence Number Protocol Data Unit, een pakket dat wordt verzonden door de DIS en de samenvatting bevat van alle LSP's voor synchronisatie van de LSDB tussen naburige routers.
217
Wat is PSNP>
Partial Sequence Number Protocol Data Unit, een verzoekpakket dat wordt verzonden wanneer een router een discrepantie vindt in zijn eigen database na ontvangst van een CSNP-pakket.
218
Wat is een Hybride protocol?
De capaciteit van een netwerkverbinding, gemeten in bits per seconde.
219
Wat is Bandwith?
De capaciteit van een netwerkverbinding, gemeten in bits per seconde.
220
Wat is Delay?
De vertragingstijd die optreedt bij het verzenden van gegevens over een netwerk.
221
Wat is load?
De belasting of het gebruik van een netwerkverbinding op een bepaald moment.
222
Wat is reliability?
De betrouwbaarheid van een netwerkverbinding, oftewel de kans op fouten.
223
Wat is MTU?
Maximum Transmission Unit, de maximale grootte van een datapakket dat over een netwerk kan worden verzonden.
224
Wat is EIGRP?
Enhanced Interior Gateway Routing Protocol, een geavanceerd afstandsvectorprotocol voor routing.
225
Wat is FD?
Feasible Distance, de geschatte afstand naar een bestemming via een bepaalde router.
226
Wat is Reported Distance?
De afstand naar een bestemming zoals doorgegeven door een aangrenzende router.
227
Wat is een Successor?
De route met de beste metric naar een bestemming die wordt opgenomen in de routingtabel.
228
Wat is een Feasible Succesor?
Een alternatieve route naar een bestemming die wordt beschouwd als backup voor de successor route.
229
Wat is BGP?
Border Gateway Protocol, een routingprotocol dat wordt gebruikt om routinginformatie tussen verschillende autonome systemen (AS) uit te wisselen.
230
Wat is iBGP?
Internal Border Gateway Protocol, een implementatie van BGP binnen een autonoom systeem (AS).
231
Wat is eBGP?
External Border Gateway Protocol, een implementatie van BGP tussen verschillende autonome systemen (AS).
232
Wat is BGP-Attributen?
Kenmerken die worden gebruikt in BGP-updates om routes en routinginformatie te beschrijven.
233
Wat is GRE?
Generic Routing Encapsulation, een protocol dat wordt gebruikt om datapakketten te encapsuleren en te routeren over een IP-netwerk.
234
Wat is MPLS?
Multi Protocol Label Switching, een techniek die wordt gebruikt om datapakketten efficiënt door een netwerk te routeren aan de hand van labels.
235
Wat is VPN?
Virtual Private Network, een beveiligde verbinding tussen een gebruiker en het internet via een versleutelde tunnel.
236
Wat is Underlay network?
Het fysieke netwerk dat wordt gebruikt als infrastructuur voor de overlaynetwerkcomponenten.
237
Wat is Overlay network?
Het virtuele netwerk dat wordt gecreëerd bovenop het underlay-netwerk en dat de communicatie en connectiviteit tussen verschillende apparaten mogelijk maakt.
238
Wat is Tunneling mode
Een methode waarbij datapakketten worden ingekapseld in een ander protocol om veilige communicatie over een onveilig netwerk mogelijk te maken.
239
Wat is OSI Layer 3?
Network Layer, de derde laag in het OSI-model dat verantwoordelijk is voor het routeren van datapakketten.
240
Wat is MPLS?
Mechanisme om data over een computernetwerk te transporteren door middel van labels die aan datapakketten worden toegevoegd.
241
Wat is gebrek aan schaalbaarheid?
Situatie waarin de huidige infrastructuur niet voldoende capaciteit heeft om aan de groeiende vraag te voldoen, wat resulteert in congestie en beperkte mogelijkheden voor uitbreiding.
242
Wat is Clos topology?
Een schaalbare netwerkarchitectuur die gebruikmaakt van meerdere lagen van switches en equal-cost multipath routing om bandbreedte en capaciteit te optimaliseren.
243
Wat is Oost-west verkeer?
Verkeer dat plaatsvindt tussen servers binnen hetzelfde datacenter of netwerk, vaak gerelateerd aan de communicatie tussen microservices of applicaties.
244
Wat is Noord-zuid verkeer?
Verkeer dat plaatsvindt tussen een server in het datacenter en externe netwerken, zoals internet.
245
Wat is IPSec?
IPSec staat voor Internet Protocol Security en is een suite van protocollen die gebruikt worden om een veilige uitwisseling van pakketten op IPnetwerkniveau mogelijk te maken. Het biedt functies zoals data-integriteit, data-vertrouwelijkheid en authenticatie tussen netwerkapparaten.
246
Wat is AH? (authenticated header)?
AH is een deel van het IPsec-protocol dat zorgt voor verbindingloze integriteit en gegevensoorsprong-authenticatie voor IP-pakketten. Dit helpt om tegen te gaan dat pakketten worden gewijzigd tijdens het transport. AH beschermt echter de payload van het pakket niet tegen afluisteren.
247
Wat is ESP? (Encapsulating security payload)?
ESP is een protocol binnen de IPSec-suite dat zorgt voor vertrouwelijkheid, data-oorsprong-authenticatie, verbindingloze integriteit, een anti-replay service, en beperkte verkeersstroomvertrouwelijkheid. Het wordt vaak gebruikt in combinatie met AH voor extra beveiliging.
248
Wat is CIA? (Confidentiality, Integrity, Availability)?
CIA is een model dat gebruikt wordt om beleid voor informatiebeveiliging binnen een organisatie te sturen. Confidentiality verwijst naar het beschermen van informatie tegen onbevoegde toegang, Integrity verwijst naar het waarborgen van de nauwkeurigheid en volledigheid van gegevens, en Availability zorgt ervoor dat de informatie toegankelijk en bruikbaar is wanneer deze nodig is.