het weer en het klimaat op aarde Flashcards

(35 cards)

1
Q

Beneom de opbouw van de atmosfeer

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benoem de kenmerken van de gelaagde atmosfeer

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verklaar de natuurverschijnselen in de atmosfeer

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf en verklaar de in- en uitstraling van energie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verklaar het warmte of het koude transport (warmtebalans)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Definieer en verklaar: het natuurlijk broeikaseffect

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beschrijf de gevolgen van het natuurlijk broeikaseffect op de mens en de
natuur

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Benoem en verklaar de factoren die de luchttemperatuur in de troposfeer beïnvloeden

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verklaar de land- en zeewinden

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beschrijf en verklaar de algemene luchtcirculatie op aarde

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verklaar het ontstaan van hoge en lage drukkernen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Definieer: de isobaren

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Definieer: de eenheid van druk (hPa)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Beschrijf en verklaar de verschillende condensatievormen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Beschrijf en verklaar het algemeen neerslagbeeld op de aarde

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Benoem en verklaar de oorzaken van bodemdegradatie

17
Q

Wat zijn oplossingen voor zure regen?

18
Q

Benoem en verklaar de oorzaken van zure regen

19
Q

Verklaar verbanden tussen zure regen en socio-economische activiteiten

20
Q

Beschrijf het ontstaan van een frontale depressie

21
Q

Leg en verklaar verbanden tussen bodemdegradatie en socio-economische
activiteiten

22
Q

Geef de gevolgen van bodemdegradatie

23
Q

Benoem oplossingen en verbeteringen voor bodemdegradatie

24
Q

Leg en verklaar verbanden tussen de voedselvoorziening op aarde en de evolutie
van de wereldbevolking

25
Leg en verklaar verbanden tussen de voedselvoorziening op aarde en de welvaartsverschillen
26
Toon verbanden tussen een duurzame voedselvoorziening en -de agrarische evolutie -de demografische evolutie -de economische evolutie
27
Benoem de productieplaatsen van aardolie en aardgas
28
Benoem de consumptieplaatsen van aardolie en aardgas
29
Toon aan dat de productie van aardolie en aardgas eindig is
30
Benoem de transportmiddelen tussen de productie- en consumptieplaatsen
31
Benoem de milieugevolgen van de olie-, de gas- en schaliegasontginning op land en zee
32
Benoem de milieugevolgen van het olietransport over land en zee
33
34
Beschrijf en verklaar het algemeen neerslagbeeld op de aarde
35
Benoem en verklaar de oorzaken van bodemdegradatie