Hfd 1 Flashcards
(26 cards)
Primaire sector
De Bedrijven die grondstoffen en voedsel produceren: landbouw enz.
Secundaire sector
De bedrijven die van grondstoffen eindproducten maakt: bijv. bouwbedrijven
Tertiaire sector
De bedrijven die streven naar winst: banken, taxi, horeca en winkels
Quartaire sector
De bedrijven streven niet naar winst: ziekenhuis, onderwijs enz.
De drie productiefactoren zijn:
Natuur, arbeid en kapitaalgoederen
Particulier
Winst
Collectief
Geen winst
Witwerk
Je werkt ergens en je betaalt belasting
Zwartwerk
Bij de overheid is het niet bekend dat je dit werk doet
Grijswerk
Onbetaalde productie zoals: vrijwilligerswerk of werk in het huishouden
Afzet
Hoeveel spullen je verkoopt
Btw
Belasting toegevoegde waarde
Winkelprijs (consumentenprijs)
 de prijs inclusief btw
Omzet
Afzet x verkoopprijs (exclusief btw)
Inkoopwaarde
Het geld dat je kwijt bent voor je inkopen
Bedrijfskosten
Kosten die een bedrijf maakt
Variable kosten
kosten die stijgen omdat het drukker is in het bedrijf
Vaste kosten
Kosten die een bedrijf sowieso maakt ongeacht hoe druk het is
Afschrijvingskosten
Kosten voor een bedrijf omdat spullen minder waard worden
Nettowinst
Het bedrag dat je overhoudt als bedrijf. Kan ook nettoverlies zijn
Kostprijs
De kosten die gemaakt zijn om 1 product te kunnen verkopen
Brutowinstopslag
Het bedrag waarmee je de inkoopprijs verhoogd zodat je brutowinst maakt
Brutowinstmarge
De brutowinst in procenten van de inkoopprijs
Maatschappelijke baten
Positieve externe effecten: voordelen voor de samenleving