Hfd 2 Flashcards

(26 cards)

1
Q

Arbeidsverdeling

A

De verdeling van werkzaamheden op verschillende personen, bedrijven en/of instellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voordelen van arbeidsverdeling zijn:

A

Groei van de productie , groei van de inkomens , Meer welvaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welvaart

A

De mate waarin mensen in een materiële behoeften kunnen voorzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Nadelen van arbeidsverdeling zijn:

A

De mensen worden afhankelijk van elkaars productie , medewerkers van bedrijven voelen zich soms minder betrokken bij het eindproduct van hun bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Specialiseren

A

Je toeleggen op een taak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zelfvoorziening

A

In je eigen behoeften voorzien door producten zelf te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Arbeidsproductiviteit

A

De gemiddelde productie in een periode per werknemer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Arbeidsjaren

A

Het aantal banen als iedereen fulltime werkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De arbeidsproductiviteit daalt als:

A

De productie daalt bij het zelfde aantal arbeidsuren, de productie gelijk blijft bij een hoger aantal arbeidsuren , De productie sneller daalt dan het aantal arbeidsuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De arbeidsproductiviteit stijgt als:

A

De productie stijgt bij dezelfde aantal arbeidsuren, de productie gelijk blijft bij een lager aantal arbeidsuren, de productie sneller stijgt dan het aantal arbeidsuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De arbeidsproductiviteit hoog als het personeel:

A

Snel kan werken, goed gemotiveerd is voor het werk, weinig moeite heeft met het werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De arbeidsproductiviteit stijgt door:

A

Nieuwe technieken, scholing( cursus volgen bijvoorbeeld), Goede arbeidsvoorwaarden, goede arbeidsomstandigheden, specialisatie, ervaring,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Arbeidsvoorwaarden

A

Afspraken die gemaakt zijn tussen werkgever en werknemer over zaken zoals: loon, werktijden en aantal vakantiedagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Arbeidsomstandigheden

A

De werkomgeving van de werknemer zoals: een goede en veilige werkplek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Innovatie

A

De ontwikkeling van een nieuw product of een nieuwe manier van produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Markt onderzoek

A

Onderzoek naar de vraag van mogelijke klanten naar een product en het aanbod van dit product door andere bedrijven op een markt

17
Q

Mechanisering

A

Apparaten Die worden bestuurd door het personeel

18
Q

Automatisering

A

Apparaten die het werk overnemen van het personeel. het gaat automatisch

19
Q

Productiecapaciteit

A

De maximale productie als alle beschikbare productiefactoren worden ingezet

20
Q

Onderbezetting

A

Het verschil tussen de productiecapaciteit en de werkelijke productie

21
Q

Bezettingsgraad

A

De werkelijke productie in procenten van de productiecapaciteit

22
Q

Recessie

A

Periode van teruglopende groei van de totale productie in een land

23
Q

Concurrentiepositie

A

De mate waarin een bedrijf succesvol is in de strijd om de gunst van de klant

24
Q

Markt aandeel

A

De verkoop van een bedrijf uitgedrukt in procenten van de totale verkoop van een product

25
Telewerken
Thuis of op een andere plek werken waarbij de medewerker met een computer en telefoon contact houdt met de werkgever
26
Welzijn
De mate waarin mensen kunnen voorzien in al hun materiële en immateriële behoeften