hfd 5 Flashcards

1
Q

Wanneer spreken we van “wetsdelicten”?

Wanneer spreken we van “strafdelicten”?

A

bij overtredingen

bij misdrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke van de onderstaande stellingen zijn juist?
Er kunnen meerdere antwoorden juist zijn.

Medeplichtigheid aan een gepleegd strafbaar feit is altijd strafbaar.

Bij een schuldmisdrijf moet altijd sprake zijn van schuld in “enge zin”.

Overtreding is uitsluitend strafbaar als er sprake is van opzet.

Daders van misdrijven zullen in de regel gestraft worden door de rechtbank.

Poging tot misdrijf is strafbaar.

A

Bij een schuldmisdrijf moet altijd sprake zijn van schuld in “enge zin”.

Poging tot misdrijf is strafbaar.

Daders van misdrijven zullen in de regel gestraft worden door de rechtbank.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Artikel 1 van het Wetboek van Strafrecht bepaalt ………………………………….

A

dat geen feit strafbaar is — dan uit kracht van een daaraan voorafgegane — wettelijke strafbepaling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In welke van de onderstaande gevallen spreken we van “schuld in enge zin”?

bij grove onachtzaamheid
bij iedere vorm van verwijtbaar gedrag
als men willens en wetens wat doet
bij lichte onvoorzichtigheid

A

bij grove onachtzaamheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Er wordt grove onachtzaamheid geconstateerd. Volgens het Wetboek van Strafrecht is er dan sprake van ..

een overtreding
opzet
overmacht
schuld

A

schuld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zijn de volgende stellingen juist?

Stelling I: Poging tot overtreding is niet strafbaar.
Stelling II: Medeplichtigheid aan een overtreding is strafbaar.

A

alleen stelling I is juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Tijdens uw nachtelijke mobiele surveillance ziet u een ernstig verkeersongeluk gebeuren. U ziet dat een van de bestuurders een grote hoofdwond heeft. U parkeert snel uw auto langs de kant van de weg en verleent ehbo. Achteraf blijkt dat op de plaats waar u uw auto heeft neergezet een stopverbod geldt. Bent u nu strafbaar?

Nee, u kunt zich beroepen op noodweer.
.
Ja, want er geldt daar een stopverbod.

Nee, want u bent wettelijk verplicht in dergelijke gevallen hulp te bieden.

Nee, want u kunt zich beroepen op overmacht.

A

Nee, want u kunt zich beroepen op overmacht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke van de onderstaande bepalingen zijn vastgelegd in het 1e boek van het Wetboek van Strafrecht (Algemene bepalingen)
Er kunnen meerdere antwoorden juist zijn!

de omvang en werking van de strafwet

wie er onder een opsporingsambtenaar wordt verstaan.

de straffen voor strafrechtelijk meerderjarigen.

wanneer er sprake is van een verdachte.

wanneer er sprake is van een strafrechtelijk minderjarige.

A

de omvang en werking van de strafwet

de straffen voor strafrechtelijk meerderjarigen

wanneer er sprake is van een strafrechtelijk minderjarige.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een strafbaar feit moet altijd omschreven staan in een wettelijk voorschrift.
Er moet altijd een goede omschrijving van het strafbare feit in staan, de ? genaamd. Er moet ook in staan welke straf men hiervoor krijgen kan, de ? . Verder zien we hier ook vaak de naam van het strafbare feit staan, de ? .

A

Een strafbaar feit moet altijd omschreven staan in een wettelijk voorschrift.
Er moet altijd een goede omschrijving van het strafbare feit in staan, de norm genaamd. Er moet ook in staan welke straf men hiervoor krijgen kan, de sanctie . Verder zien we hier ook vaak de naam van het strafbare feit staan, de kwalificatie .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke van de onderstaande straffen zijn hoofdstraffen?

hechtenis

verbeurdverklaring

gevangenisstraf

geldboete

ontzetting uit het kiesrecht

A

hechtenis

gevangenisstraf

geldboete

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly