Hfdst. 5 Flashcards
(38 cards)
Wat wordt bedoeld met een drive ofwel motivationele toestand?
Dit wordt gezien als een interne toestand die gericht is op een bepaald doel of een bepaalde beloning
Wat is homeostase? En wat wordt hierbij bedoeld met ‘wisdom of the body’?
Homeostase is het inwendig evenwicht van biochemische en fysiologische processen die we nodig hebben om te overleven. Specifieke drijfveren, gericht op het in stand houden van dit proces, helpen ons dus om te overleven. Ze beïnvloeden ook ons gedrag. Daarom zegt men wel ‘wisdom of the body’. Voorbeeld: jongen die zout nodig had, steeds qua eten hiernaar op zoek ging. Werd tegengehouden - ging toen dood!
Welke 2 categorieën drijfveren heb je?
- Regulerende drijfveren: honger, dorst, snakken naar zout, etc. Dit soort drijfveren helpen ons om de homeostase te onderhouden
- Non-regulerende drijfveren: bijvoorbeeld seks. Dit soort drijfveren dienen andere doelen.
Wat is de volgorde van drijfveren vanuit evolutionair perspectief?
- Overleving
- Veiligheid
- Voortplanting
- Sociaal
- Educatief
Welke drijfveer is echt van een ander soort waar de wetenschappelijke meningen nog wel eens over zijn verdeeld?
Esthetische drijfveren zoals bezig willen zijn met kunst.
Sommige wetenschappers denken dat bevrediging, spelen en ontdekken de achterliggende drive is. Anderen zien het als een universele neiging/drang.
Wat is ‘een centraal drijfveer systeem’?
Dat is een set van neuronen die een bepaalde drijfveer aanjaagt. Elke drijfveer heeft een apart systeem maar ze kunnen elkaar ook overlappen.
Welk hersengebied speelt een belangrijke rol als HUB tussen de verschillende drijfveer-systemen?
De Hypothalamus (centrale ligging)
Noem de drie componenten die een rol spelen bij Beloning.
- Leuk / aantrekkelijk vinden (liking)
- Willen (wanting)
- Bekrachtiging (reinforcement)
Welke hersenstructuren zijn betrokken bij liking, wanting en reinforcement?
- medial forebrain bundle (mediale hersenen)
- de nucleus accumbens *
dit gebied maakt deel uit van de basale ganglia. Wordt ook wel een soort ‘genotscentrum’ genoemd. - Verschil hierbij: bij wanting en reinforcement speelt dopamine een rol. Bij Liking speelt endorfine een rol.
Welke rol speelt de nucleus accumbens precies?
Dit gebied speelt een belangrijke rol bij positieve belevingen zoals verlangen, motivatie, passie en bevrediging. Deze kernen reageren sterk op de belonende effecten van bepaald gedrag. Neuronen in dit gebied zijn ook gevoelig voor amfetamine en cocaïne. Deze versterken namelijk de aanmaak van de neurotransmitter Dopamine in de nucleus accumbens.
Wat zijn bevindingen uit onderzoek met betrekking tot liking (endorfine) en wanting (dopamine)?
Liking wordt gekoppeld aan een plezierig gevoel dat in verband staat met de aanmaak van endorfine.
Wanting is meer het verlangen naar een beloning. Het ‘vooruitzicht’ op een vorm van beloning zorgt voor de aanmaak van dopamine. Dopamine zorgt er dus voor dat het verlangen blijft (drugsverslaving!).
Hoe groter de verwachting, hoe meer dopamine in het bloed.
Dopamine zorgt ervoor dat we op zoek gaan naar de mogelijkheden voor de beloning.
Dopamine stimuleert de LTP: lange termijn potentiëring bij neuronen in de nucleus accumbens. LTP (zie hoofdstuk 4) is de versterkte verbinding tussen 2 neuronen die dan bijna tegelijk kunnen ‘vuren’. Zo leert mens/dier welke cues (aanwijzingen) in de omgeving voorspellen dat er een beloning beschikbaar komt.
Dopamine is dus betrokken bij het aanleren van nieuwe dingen. Maar kan ook verslavend gaan werken. Hoe onvoorspelbaarder de komst van de beloning (gokken), hoe verslavender.
Endorfine is een lichaamseigen stof. Het effect van endorfine is te vergelijken met het effect van verdovende middelen zoals morfine, opium en heroïne.
Endorfine laat mensen en dieren ook meer eten van voedsel dat direct voor handen is.
Bij drugsverslaving speelt ons beloningssysteem in de hersenen een grote rol. Op welke manier?
Elke vorm van beloning zorgt direct voor een effect in de hersenen - aanmaak endorfinen = liking.
Als de beloning onverwacht is, wordt het beloningssysteem geactiveerd: neuronen in de nucleus accumbens worden daarbij geactiveerd en scheidden dopamine af. Hierdoor wordt ook het Leren geactiveerd: welke cues (aanwijzingen) in de omgeving zijn er die deze beloning kunnen voorspellen? In het geval van drugs wordt dit beloningssysteem keer op keer geactiveerd door cues uit de omgeving, of de drugs er nu is of niet. Dit zorgt voor een aanhoudend verlangen naar de drugs. Zelfs als het prettige gevoel (de endorfine) niet meer wordt aangemaakt door het herhaaldelijk drugsgebruik. Liking is er dus niet meer. Wanting wel. Steeds weer opnieuw aangewakkerd door cues in de omgeving.
Een regulerende drive is Honger. Welk hersengebied speelt hierbij een belangrijke rol?
De Arcuate Nucleus: de boogvormige kern. Dit is een cluster van neuronen in de hypothalamus. Dit kleine hersengebied wordt ook wel ‘het meester controle centrum voor Trek en Gewichtsregulatie’ genoemd. Het gebied werkt met trek-stimulerende neuronen en trek-onderdrukkende neuronen.
Wat wordt, in het kader van honger, met feedback control bedoeld?
Een set van neuronen in het brein (in de hypothalamus) laat de drijfveer van mensen/dieren om te gaan eten stijgen of zakken. Deze neuronen worden gereguleerd door het lichaam zelf: een tekort of een teveel aan voedsel in het lichaam. Dit is feedback controle. Dit soort neuronen zou je een voedselthermostaat kunnen noemen. De Arcuate Nucleus is daarbij het Trek Controle Centrum.
Welke andere fysiologische veranderingen spelen een rol bij eten?
Stijgende temperatuur
Meer suikers in het bloed
Uitzetten van de maag en ingewanden
Uitgifte van hormonen
Welke hormonen spelen een rol bij eten?
PYY - dit hormoon zorgt voor een onderdrukking van trek. Wordt geproduceerd door speciale endocriene cellen in de dikke darm. Extra PYY zorgt voor een vermindering van trek.
Leptine - een hormoon dat voortkomt uit vetcellen. Draagt bij aan de lange termijn regulering van trek en gewicht. Leptine wordt opgenomen in het brein en beïnvloedt direct neuronen in de Arcuate Nucleus en andere delen van de hypothalamus die betrokken zijn bij trek en gewicht. Mensen met obesitas blijken vaak niet gevoelig te zijn voor dit hormoon, waardoor het effect van trek en gewichtstegulatie uitblijft.
Wat wordt bedoeld met specifiek zintuiglijke verzadiging?
Mensen en dieren kunnen van een bepaald voedsel blijven eten totdat ze vol zitten. Uit onderzoek blijkt dat als ze iets anders voorgeschoteld krijgen, ze opnieuw trek kunnen voelen en gaan eten.
Noem een aantal zaken die een rol spelen bij Obesitas.
- natuurlijke selectie heeft ons een uitstekend systeem meegegeven dat ervoor zorgt dat we voedingsstoffen opslaan. Dit voor het geval er geen voedsel voor handen is. Maar we hebben helaas geen systeem meegekregen dat regelt dat we minder gaan eten als er een overdaad aan voedsel is…
- obesitas zorgt ook voor andere kwalen. Niet alleen voor overgewicht.
- binnen 1 cultuur kunnen genen voorspellen of iemand obesitas krijgt. Als culturen worden gekruist spelen omgevingsfactoren meer een rol bij de bepaling of iemand obesitas krijgt.
- Westers voedsel waarin veel fructose zit, kan zorgen voor obesitas
- modern leven, veel eten en weinig beweging, kan ook zorgen voor obesitas
- prenatale voeding speelt ook een rol bij obesitas: hoe minder voedzaam het eten van de zwangere moeder, hoe meer het lichaam van het kind later de neiging heeft om vet op te slaan.
- op dieet gaan heeft het nadeel dat de hersenen het signaal krijgen dat er voedsel moet worden opgeslagen. En dat basale metabole processen worden verstoord waardoor gewichtsverlies juist moeilijker wordt.
Welke 5 fasen kennen we bij Slapen?
- De overgangsfase tussen waken en slapen. Dit stadium duurt maar 3 tot 5 minuten. Er zijn langzame oogbewegingen te zien (slow eye movements - sem). Soms voel je een schok (slaapstuip). Je wordt in dit stadium nog snel wakker van bv een geluid.
- Een diepere fase die ongeveer 30 a 40 minuten duurt. In dit slaapstadium slaap je het vaakst. Ongeveer 50% van de totale slaapduur. Het is het begin van de echte slaap. Je wordt in dit stadium niet snel wakker.
- Deze fasen worden meestal als één geheel beschouwd. In deze fase ben je heel diep in slaap en moeilijk wakker te krijgen. Aan het begin van de nacht duurt deze fase erg lang. Naarmate er al meer cycli zijn geweest, duurt deze fase steeds korter. In deze fase komen er ook groeihormonen vrij: je lichaam herstelt zich en doet nieuwe kracht op. Naarmate je ouder wordt, duren deze diepe slaapfasen steeds korter.
- Na stadium 4 begint de REM-slaap of droomslaap. De grote spieren zijn verlamd. Dit moet ook anders zou je uit je bed kunnen springen om je dromen uit te voeren. Je ziet snelle oogbewegingen (rapid eye movements - rem) onder de gesloten oogleden. De hersenen zijn in deze fase erg actief. Waarom weten ze nog niet precies. Naarmate de nacht vordert, wordt deze REM fase steeds langer. In totaal neemt deze fase 20-25 % van de totale slaap in beslag.
Hoe lang duurt een slaapcyclus? ( fase 1 t/m 5)
90 minuten
Wat wordt bedoeld met True Dreams en Sleep Thoughts?
Als mensen wakker worden tijdens een rem-slaap omschrijven ze hun dromen als True Dreams.
Als mensen wakker worden in een non rem-slaap benoemen ze meestal een soort gedachten die je ook kent in waaktoestand: Sleep Thought.
Noem 3 theorieën met betrekking tot Slaap.
- Brein Onderhoud theorie mbt de rem slaap. De rem slaap dient ervoor om neurale circuits in de hersenen te onderhouden en te stimuleren. Dit om te voorkomen dat ze afsterven. Bewijs: Jonge zoogdieren slapen daarom ook meer: dan brengen ze meer tijd door in de rem slaap.
- Lichaamsherstel Theorie. Slaap is nodig voor het herstel van het lichaam. Bewijs: kleine zoogdieren slapen meer dan grotere want zij hebben een hoger metabolisme waardoor ze meer lichaamswarmte verliezen dat leidt tot schade aan lichaamsweefsel. Dit moet in de slaap worden hersteld. Deze theorie kan echter een hoop niet verklaren. En gaat niet altijd op.
- Behoud en Bescherming Theorie. Bewijs: grote zoogdieren slapen minder dan kleinere. Dit heeft te maken met veiligheid. Grote dieren kunnen minder goed een veilige slaap plek vinden. Ook zoogdieren die meer moeten eten omdat hun eten minder voedzaam is (zoals gras) slapen minder. Jonge zoogdieren slapen meer omdat ze toch al verzorgd worden en omdat ze veiliger zijn als ze slapen (dan liggen ze stil). Ook kijkt deze theorie wanneer de dieren slapen: dieren die meer gebruik maken van hun visuele waarneming slapen s nachts. Dieren die andere zintuigen meer gebruiken slapen meer overdag.
Noem 2 theorieën over de functie van dromen.
- Dromen bevatten vaak een angstige inhoud en negatieve emoties. Deze zouden ons kunnen voorbereiden op ervaringen die kunnen komen en ervaringen die al geweest zijn kunnen verwerken.
- Dromen zijn onvermijdelijke neveneffecten van de REM slaap. In deze slaap vinden fysiologische veranderingen plaats. Neuronen in visuele en motorische hersen gebieden worden actief tijdens deze REM slaap. Zo ook neuronen die betrokken zijn bij herinneringen en emoties. Vandaar de dromen.
Noem 3 slaapstoornissen
- Non-somnia = mensen hebben dan nauwelijks behoefte aan slaap. 2 a 3 uur. Ze voelen geen moeheid of beroerdheid. Ze zijn overdag gewoon fit.
- Insomnia = mensen kunnen moeilijk in slaap komen en worden heel vroeg wakker. Ze voelen zich overdag moe en niet fit.
- In Slaap Val - insomnia = deze mensen kunnen niet in slaap vallen. Er treedt geen aanmaak van melatonine op gedurende de avond. Dit kan ook komen door lcd of blauwe schermen.