hfs 4 Flashcards

(107 cards)

1
Q

externe organen

A
  • clitoris
  • topje
  • schacht
  • crura
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vulva

A

alle organen samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

clitoris

A

sensitief orgaan belangrijk voor de vrouwelijke seksuele respons

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

topje

A

extern bobbeltje weefsel in de vaginale opening en de urethrale opening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

crura

A

bestaat uit twee langere sponsachtige lichamen die diep in het lichaam liggen en lopen van topje tot beide kanten vagina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

mons pubis

A

vetweefsel onder schaamhaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

andere externe organen naast de vulva

A
  • klieren van Bartholin
  • perineum
  • introitus
  • urethra
  • hymen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Klieren van Bartholin

A

twee kleine klieren aan iedere kant van de vaginale ingang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

perineum

A

huid tussen de vaginale ingang en anus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

introitus

A

vaginale ingang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

urethra

A

buis waardoor urine van de blaas het lichaam verlaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hymen

A

dus membraan dat indien aanwezig, een deel van de vaginale opening bedekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

inwendige geslachtsorganen

A
  • vagina
  • vestibulaire bollen
  • skene klier
  • baarmoeder
  • twee eileiders
  • twee eierstokken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vagina

A

buisvormig orgaan waar geslachtsgemeenschap en baby doorheen komt tijdens geboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

pubococcygeus spier

A

een spier rond de vaginale ingang die wordt uitgerekt tijdens de seks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vestibulaire bollen

A

erectielweefsel onder de binnenste lippen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

skene klier

A

klier in de voorwand van de vagina met buisjes die uitmonden in de urine buis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

baarmoeder

A

orgaan waarin de foetus zich ontwikkeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

baarmoederhals

A

onderste deel van de baarmoeder wat opent in de vagina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

3 lagen baarmoeder

A

1) endometrium
2) myometrium
3) perimetrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

endometrium

A

binnenste laag slijmvlies waarin een embryo zich kan nestelen, deze laag wordt afgescheiden tijdens de menstruatie wat zorgt voor menstruele afscheiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

myometrium

A

gespierde maar elastische middenlaag, die krachtige samentrekkingen veroorzaakt tijdens bevalling en orgasme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

perimetrium

A

gladde uitwendige laag van de baarmoeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

twee eileiders

A

buizen die van de baarmoeder naar de eierstokken gaat, bevruchting in infundibulum en eindigt in fimbriae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
infundibulum
gedeelte wat dichtst bij de eierstok ligt
26
fimbriae
vingerachtig uitsteeksel die uitstrekken naar de eierstok om het eitje op te vangen
27
twee eierstokken
twee organen met ongeveer de grootte van amandelen, liggend aan beide kanten baarmoeder. bevatten eitjes en produceren oestrogeen en progesteron. Bevatten follikels
28
clitoridectomy
gedeeltelijke of totale verwijdering van de glans van de clitoris
29
excision
verwijderen van de clitoris en binnenste schaamlippen
30
infibulation
verwijderen van de clitoris, binnenste schaamlippen en buitenste schaamlippen. Ook wordt een deel samengenaaid van buitenste schaamlippen
31
female genital cutting gevolgen
- hemorrhaging - urineweginfecties - pijnlijke seks - ernstige complicaties tijdens de bevalling
32
hemorrhaging
kan leiden tot shock of zelfs dood
33
externe organen man
- penis - glans - urethrale opening - schacht - corona - voorhuid
34
penis
belang seksueel genot, voortplanting en uitscheiding van lichaamsafval
35
glans
topje aan het einde van de penis
36
urethrale opening
opening aan het einde van de glans waar het sperma en urine doorheen gaat
37
schacht
grootste gedeelte penis
38
corona
openstaande rand die de eikel scheidt van de rest van de penis, corona en glans zijn meest sensitief
39
voorhuid
laag die de eikel bedekt
40
corpora cavernosa
twee dorsale kolommen in de penis
41
corpus spongiosum
midden kolom, zit om urethra heen en stukje aan de eikel
42
erectiestoornissen
kunnen optreden wanneer de cavernosa niet wordt gevuld of het bloed niet wordt wordt opgeslagen
43
scrotum
zak van oppervlakkige fascia van de huis die buiten de buikholte hangt, bevat gepaarde testikels gescheiden door een tussenschot in het midden
44
dartos spier
spierlaag aan de buitenkant die ervoor zorgt dat de spieren samentrekken, de huis gaat rimpelen en de ballen naar binnen getrokken worden als het koud wordt
45
cremaster spier
spierlaag rondom de testikel die in verbinding staat met de buik en liezen waardoor de testikels kunnen zakken en stijgen
46
testikels
voorplantings organen van de man, bevat 1 tot 4 zaadleiders die samenkomen in 1 rechte buis
47
rete testis
waar de rechte buis van de zaadleiders in terecht komt, wordt sperma geproduceert
48
leidercellen
produceren mannelijke geslachtshormonen
49
epididymis/bijbal
opslag en rijpingsproces sperma - absorberen van testiculaire vloeistof - voedingsstoffen doorgeven aan sperma - cellen worden zo gemaakt dat ze goed kunnen bewegen
50
spermatogenesis
productie proces van sperma
51
productie proces sperma
1) gemaakt in seminiferous tubules (zaadleiders) 2) verplaatst rete testes en epididymis 3) bij ejaculatie trekt epididymis samen en sperma komt in zaadleider terecht
52
3 onderdelen sperma
1) kop (DNA) 2) middenstuk (mitrochondrien) 3) staart
53
zaadblaasjes
bevinden zich op achterste blaaswand
54
spermavocht bestaat uit
- fructose - fibrinogeen - prostaglandines
55
fructose
levert energie voor sperma
56
fibrinogeen
helpt sperma veranderen in een bolus die gemakkelijk in de vagina kan worden geduwd
57
prostaglandines
verminderen de viscositeit van het baarmoederhalsslijm en stimuleren de omgekeerde peristaltiek van de baarmoeder
58
prostaat
stevige dichte structuur die spermavocht produceert
59
Bulbourethrale/Cowper's klier
klein kliertje uit de plasbuis, produceert alkalisch slijm voor de ejaculatie en neutraliseert sporen van zure urine uit de urine buis, want zaad kan niet goed tegen zuur
60
gezonde puberteit
- fysieke veranderingen geassocieerd met puberteit - competentie op het gebied van dating, verhoogd subjectief bewustzijn van seksuele aard en verkennen seksuele ervaringen
61
puberteit met ziekte
- timing fysieke veranderingen kunnen vertraagd of aangepast zijn - ouders overbezorgd - afhankelijk van familie - minder seksueel experimenteren - zorgen verminderde levensduur
62
erectiestoornissen en diabetes
komt vaak samen voor
63
baarmoederhalskanker veroorzaakt door
Human Papillomavirus (HPV)
64
HPV1
virussen die wratten veroorzaken
65
LrHPV
virussen die genitale wratten kunnen veroorzaken
66
HrHPV
virussen die kanker kunnen veroorzaken
67
HrHPV
- bijna iedereen wel eens besmet - in beginstadium kan lichaam zelf nog opruimen na 2 jaar
68
risico factoren HrHPV
- verzwakt immuunsysteem - veel bedparters
69
preventie methode HPV
HPV vaccinatie
70
latere symptomen baarmoederhalskanker
- vaginale bloedingen - ongewone vaginale afscheiding - bekkenpijn - pijn tijdens de seks
71
behandelingen baarmoederhalskanker
- cyrotherapie - cone biopsy - hysterectomy
72
cyrotherapie
extreem koude temperaturen vernietigt abnormale cellen van het baarmoederhalsweefsel
73
cone biopsy
chirurgische verwijdering van een segment van de baarmoederhals
74
hysterectomy
verwijdering van de baarmoeder
75
endometriale kanker
kanker op het slijmvlies van de baarmoeder waarbij een symptoom is bloedingen tussen menstruaties door
76
behandeling endometriale kanker
hysterectomie of bestraling/chemo
77
symptomen eierstokkanker
opgeblazen gevoel, krampen, overgeven en diarree
78
behandeling eierstokkanker
oophorectomy (verwijdering een of beide eierstokken), hysterectomie of bestraling/chemo
79
risicofactoren borstkanker
- toenemende leeftijd - alcohol - vroegere menstruatie - de genen BRCA 1 en BRCA 2 - kind latere leeftijd - nooit zwanger zijn geweest - latere start menopauze
80
symptomen borstkanker
- knobbeltje in de borst - verandering en grootte, vorm of uiterlijk borst - binnen gekeerde tepel - roodheid/putjes van de huid bij borst
81
manieren diagnose borstkanker
- fysiek borstonderzoek - mammogram - biopsy
82
mammogram
borst wordt tussen twee platen gelegd en onderzocht op knobbeltjes
83
biopsy
met holle naald stukje weefsel weghalen
84
behandelingen borstkanker
- mastectomy - lumpectomy - radiotherapie - chemotherapie - hormoon therapie
85
mastectomy
verwijderen van gehele borst
86
lumpectomy
alleen tumor wordt weggehaald
87
symptomen prostaatkanker
- veel plassen - moeite legen blaas - verhoogd libido
88
diagnose prostaat kanker
rectaal onderzoek en PSA bloedonderzoek
89
behandeling prostaat kanker
- bestraling - operatie - hormoontherapie - bestraling
90
testes kanker risicofactoren
niet ingedaalde testes
91
symptomen testes kanker
pijnloze knobbel of lichte vergroting, pijn onderbuik of lies
92
diagnose testes kanker
arts onderzoek en echografie
93
COPD
progressieve ziekte waardoor moeite met ademen, geen behandeling voor
94
COPD medicijnen
antibiotica en corticosteroiden (kunnen schimmelinfecties bij mond en vagina veroorzaken)
95
quantum model of sex
suggereert dat algemene responses, waaronder een orgasme, een reflex is
96
2 drempel waardes
- opwinding - orgasme
97
3 factoren die de drempelwaarde beinvloeden
1) lichaam geeft geen seksuele prikkels door en reageer er op 2) seksuele prikkels 3) mentale factoren/instelling
98
erectiedysfunctie
verantwoordelijk voor verlies van kwaliteit van leven en wordt in gevoelsmatig gelijk gesteld aan onvruchtbaarheid
99
aangeboren aandoeningen
aanleg is niet goed, komt weinig voor
100
nauwe voorhuid
eikel kan niet over de voorhuid komen
101
strakke frenelum
kans op inscheuren
102
gebroken penis
scheuren van de zwellichamen
103
ziekte van peyronie
plak/ontsteking op corpus cavernosum
104
congenitale kromming
aangeboren kromming in de penis
105
retrograde ejaculatie
interne urethrale sluitspier trekt niet samen, sperma kan de blaas in komen. Kan vruchtbaarheid verminderen
106
behandelingen erectieldysfunctie
- medicatie - intra urethrale medicatie - vacuum-penispomp - injectietherapie - penisimplantaat
107