hond termen Flashcards

(30 cards)

1
Q

anisodont

A

Het blijvende gebit van de hond is anisodont oftewel de boven en onder kaak hebben niet dezelfde hoeveelheid tanden. Boven: 3I, 1C, 4P, 2M. Onder: 3I, 1C, 4P, 3M

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

tanggebit

A

de uiteinden van de snijtanden taan op elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

schaargebit

A

de snijtanden van de bovenkaak glijden iets over die van de onderkaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Scheurkiezen

A

P4 bovenkaak en M1 onderkaak zijn de sterkste kiezen die nuttig zijn bij het verbrijzelen van voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

black-and-tan

A

zwart met roestbruin, de roestkleurige aftekeningen omen voor bij de ogen, snuit, keel, wangen, borst, benen, voeten en onder de staart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

chocolate and tan

A

black and tan met donker bruin ipv zwart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

peper en zout

A

blond haar dat aan het vergrijzen is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Blue merle

A

een lappendekenachtige combinatie van zwarte en grijsblauwe zones en een analoge spikkeling op het hoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

white merle

A

2x het merle gen waardoor de hond wit is en vaak oog afwijkingen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

redyellow merle

A

blue mere, alleen dan met gele en roomkleurige zones

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

masker

A

zwarte snuit, eventueel ook voorhoofd en oren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

zadel

A

zwarte rug stoppend voor de lenden en de nek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

mantel

A

een zadel dat zich uitstrekt naar de hals en de lenden/kruis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gestroomd

A

en soort tijgerstrepen over het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ierse aftekening

A

alleen witte vlekken op de muil, voorborst, voeten en staarttop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

harlekijnpatroon

A

witte grondkleur, maar het haarkleed is overvloedig en regelmatig bezaaid met zwarte vlekken die zeer grillige omtreklijnen hebben en een zeer uitenlopende grootte vertonen (alleen bij duitse dog)

17
Q

gevlekt/flecking

A

kleine zwarte/bruine rondachtige vlekken op een wit haarkleed (alleen bij dalmatier). Vlekken zijn groter op de romp dan op de benen

18
Q

gespikkeld/ticking

A

witte zones zijn niet zuiver, maar bedekt met weinig tot ontzaglijk veel kleine gekleurde vlekjes

19
Q

Garnituur

A

baard en de snor samen

20
Q

Halskraag

A

langere haren rond de hals

21
Q

beenbevedering

A

langere haren aan de achterzijde van de voor- en achterbenen

22
Q

vlag

A

langere haren aan de onderzijde van de staart

23
Q

pronk

A

langere haren over de ruggengraat, vanaf de schouders tot de heupen

24
Q

sint-hubertusknobbel

A

een duidelijke beenknobbel aan de overgang van het achterhoofd en de nek

25
stop
de trapvormige overgang tussen de profiellijn van het voorhoofd en van de neus
26
bobtail
een van nature zeer korte staart
27
sint-hubertusklauwen/wolfsklauwen
een rudimentair ontwikkelde 5e teen aan de binnenzijde van de achterbenen
28
hazenvoeten
vlakke, platte voeten met lange tenen
29
kattenvoeten
korte, steile voeten
30
heupdysplasie
het heupgewricht degenereert en de kop van het dijbeen laat progressief los uit de kom van het heupgewricht