Hoofdstuk 1 Flashcards
(14 cards)
Steekproef
Klein groepje mensen (objecten) die representatief is voor de bevolking/populatie
Variabelen
Verschillende eigenschappen die gemeten worden
Hoofdletters: X, Y, Z
Steekproefgrootte of steekproefomvang
n
Verzameling variabelen steekproef
Sampling methods en design of experiments
Voorzichtig omgaan met het formuleren van algemene conclusies
Uitkomstenverzameling
U = {…}
Aard en omvang van de uitkomsten die gemeten kunnen worden
Classificatie van gegevens
Kwalitatieve gegevens:
- nominaal meetniveau, ordinaal meetniveau
Kwantitatieve/metrische gegevens:
- discrete en continue gegevens
Nominale meetniveau
Onderzoekseenheden klasseren
Niveaus zijn niet te interpreteren, wel bepalen of ze wel of niet gelijk zijn.
Bv. Kleur, geslacht, nationaliteit…
Ordinale meetniveau
Gegevens ordenen volgens bepaald ordeningscriterium
Bv. Veel weinig, opleidingsniveau, kwaliteitsbeoordeling…
Discrete gegevens
Aantal elementen van de uitkomstenverzameling bijgevolg eindig of (aftelbaar) oneindig
Bv. Aantal goede en foute antwoorden
Continue gegevens
Aantal elementen van de uitkomstenverzameling is (niet telbaar) oneindig
Bv. Gewicht, tijd…
Steekproefgemiddelde
Benadering voor het populatiegemiddelde
(X+x…+x)/n
Steekproefpercentage
Benadering voor populatiepercentage
De wet van de grote aantallen
Naarmate n stijgt, zul je je dichter bij de populatiewaarde bevinden.
Dankzij deze wet-> stap steekproef naar populatie zetten.
Onderzoekseenheid
Een perdoon of object die je onderzoekt