Hoofdstuk 1 Flashcards

(14 cards)

1
Q

Steekproef

A

Klein groepje mensen (objecten) die representatief is voor de bevolking/populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Variabelen

A

Verschillende eigenschappen die gemeten worden
Hoofdletters: X, Y, Z

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Steekproefgrootte of steekproefomvang

A

n
Verzameling variabelen steekproef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sampling methods en design of experiments

A

Voorzichtig omgaan met het formuleren van algemene conclusies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uitkomstenverzameling

A

U = {…}
Aard en omvang van de uitkomsten die gemeten kunnen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Classificatie van gegevens

A

Kwalitatieve gegevens:
- nominaal meetniveau, ordinaal meetniveau

Kwantitatieve/metrische gegevens:
- discrete en continue gegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nominale meetniveau

A

Onderzoekseenheden klasseren
Niveaus zijn niet te interpreteren, wel bepalen of ze wel of niet gelijk zijn.

Bv. Kleur, geslacht, nationaliteit…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ordinale meetniveau

A

Gegevens ordenen volgens bepaald ordeningscriterium
Bv. Veel weinig, opleidingsniveau, kwaliteitsbeoordeling…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Discrete gegevens

A

Aantal elementen van de uitkomstenverzameling bijgevolg eindig of (aftelbaar) oneindig
Bv. Aantal goede en foute antwoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Continue gegevens

A

Aantal elementen van de uitkomstenverzameling is (niet telbaar) oneindig
Bv. Gewicht, tijd…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Steekproefgemiddelde

A

Benadering voor het populatiegemiddelde
(X+x…+x)/n

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Steekproefpercentage

A

Benadering voor populatiepercentage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De wet van de grote aantallen

A

Naarmate n stijgt, zul je je dichter bij de populatiewaarde bevinden.
Dankzij deze wet-> stap steekproef naar populatie zetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Onderzoekseenheid

A

Een perdoon of object die je onderzoekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly