Hoofdstuk 1 Flashcards
(95 cards)
1
Q
Las vacaciones
A
De vakantie
2
Q
En verano
A
De zomer
3
Q
Ir de camping
A
Kamperen
4
Q
Hacer surf
A
Surfen
5
Q
Francia
A
Frankrijk
6
Q
La fiesta
A
Het feest
7
Q
La playa
A
Het strand
8
Q
El apellido
A
De achternaam
9
Q
La ciudad
A
De stad
10
Q
El hotel
A
Het hotel
11
Q
El casco antiguo
A
Het oude stadscentrum
12
Q
Quedarse
A
Blijven
13
Q
Enseñar
A
Laten zien
14
Q
Visitar
A
Bezoeken
15
Q
Impresionante
A
Indrukwekkend
16
Q
Deportivo
A
Sportief
17
Q
Aburrido
A
Saai
18
Q
Fenomenal
A
Geweldig
19
Q
Genial
A
Fantastisch
20
Q
Precioso
A
Prachtig
21
Q
Moderno
A
Modern
22
Q
Las matemáticas
A
De wiskunde
23
Q
El recreo
A
De pauze
24
Q
Aguantar
A
Volhouden
25
Darse prisa
Zich haasten
26
Salir
Weggaan, uitgaan
27
Dar igual
Niet uitmaken
28
Gustar
Houden van, leuk vinden
29
Poner
Zetten, plaatsen
30
Costar
Kosten
31
Ganar dinero
Geld verdienen
32
La camiseta
Het t shirt
33
El edificio
Het gebouw
34
Tener curiosidad
Nieuwsgierig zijn
35
La puesta del sol
De zonsondergang
36
La tienda
De tent
37
El pueblo
Het dorp
38
El mar
De zee
39
El jardín
De tuin
40
La pared
De muur
41
La iglesia
De kerk
42
La revista
Het tijdschrift
43
La estrella
De ster
44
El lujo
De luxe
45
El camping
De camping
46
Bienvenido
Welkom
47
Verdadero
Echte
48
Incómodo
Oncomfortabel
49
Nuevo
Nieuw
50
Abrir
Openen
51
Dormir
Slapen
52
Pasar
Doorbrengen
53
Conocer
Leren kennen
54
Comer
Eten
55
Escribir
Schrijven
56
Romper
Breken
57
Encantar
Geweldig vinden
58
Ver
Zien
59
Jugar
Spelen
60
Enseñar
Laten zien
61
Llover
Regenen
62
Reír
Lachen
63
Buscar
Zoeken
64
La rebaja
De uitverkoop
65
La oferta
De aanbieding
66
La papelería
De kantoorboekhandel
67
La planta
De verdieping
68
El material escolar
De school spullen
69
El bolígrafo
De pen
70
El lápiz de color
Het kleurpotolood
71
La mochila
De rugzak
72
Las tijeras
De schaar
73
La goma
De gum
74
De regla
De liniaal
75
El sacapuntas
De punten slijper
76
El estuche
Het etui
77
La calculadora
De rekenmachine
78
El cuaderno
Het schrift
79
La clase
De les
80
El sol
De zon
81
El pasatiempo
De hobby
82
El baloncesto
De basketbal
83
El profesor, la profesora
De leraar, lerares
84
El violín
De viool
85
El piano
De piano
86
El saxófono
De saxofoon
87
La batería
De drums
88
La guitarra
De gitaar
89
La flauta
De fluit
90
El bajo
De Bas
91
Italiano
Italiaans
92
Francés
Frans
93
Holandés
Nederlands
94
Español
Spaans
95
Americano
Amerikaans