Hoofdstuk 3 Flashcards
(98 cards)
1
Q
Alto
A
Lang
2
Q
Bajo
A
Kort, klein
3
Q
Gordo
A
Dik
4
Q
Delgado
A
Slank
5
Q
La talla
A
De maat
6
Q
El pelo
A
Het haar
7
Q
Los ojos
A
De ogen
8
Q
Grande
A
Groot
9
Q
Pequeño
A
Klein
10
Q
Rubio
A
Blond
11
Q
Moreno
A
Donker
12
Q
Castaño
A
Bruin
13
Q
Liso
A
Steil
14
Q
Largo
A
Lang
15
Q
Corto
A
Kort
16
Q
Rizado
A
Gekruld
17
Q
Las gafas
A
De bril
18
Q
El bigote
A
De snor
19
Q
La barba
A
De baard
20
Q
Los pantalones
A
De broek
21
Q
La chaqueta
A
Het jasje
22
Q
Raro
A
Vreemd, raar
23
Q
Común
A
Gewoon
24
Q
Fácil
A
Gemakkelijk
25
Difícil
Moeilijk
26
Feo
Lelijk
27
Bonito
Mooi
28
Guapo
Mooi, knap
29
Aburrí
Saai
30
Divertido
Leuk, grappig
31
Viejo
Oud
32
Nuevo
Nieuw
33
Alegre
Vrolijk
34
Simpático
Aardig
35
Amable
Vriendelijk
36
La ropa
De kleding
37
Las rebajas
De uitverkoop
38
La prenda
Het kledingstuk
39
La revista
Het tijdschrift
40
La marca
Het merk
41
Vestirse
Zich aankleden
42
Llevar
Dragen
43
Romper
Kapotmaken, scheuren
44
Cortar
Knippen
45
Los vaqueros
De spijkerbroek
46
El vestido
De jurk
47
La falda
De rok
48
El bolso
De tas
49
Los accesorios
De accessoires
50
El collar
De ketting
51
Las zapatillas
De sneakers
52
El cinturón
De riem
53
Deportivo
Sportief
54
Elegante
Elegant, sierlijk
55
El consejo
De tip, het advies
56
La primavera
De lente
57
El estilo
De stijl
58
Barato
Goedkoop
59
Caro
Duur
60
Mucho
Veel
61
Poco
Weinig
62
Demasiado
Te veel
63
El ciclismo
Wielrennen
64
El hockey
Hockey
65
El barranquismo
Canyoning
66
El senderismo
Wandel sport
67
La equitación
Paardrijden
68
Patinar
Schaatsen
69
Escalar
Bergbeklimmen
70
Esquiar
Skiën
71
Montar en bicicleta
Fietsen
72
El equipo
Het team
73
El jugador
De speler
74
Al día
Per dag
75
A la semana
Per week
76
Al mes
Per maand
77
Al año
Per jaar
78
El deporte
De sport
79
El partido
De wedstrijd
80
El éxito
Het succes
81
Entrenar
Trainen
82
Descansar
Uitrusten
83
Ganar
Winnen
84
Perder
Verliezen
85
El entrenamiento
De training
86
El participante
De deelnemer
87
Bajar
Afdalen
88
La dificultad
De moeilijkheid
89
Nadar
Zwemmen
90
Saltar
Springen
91
Practicar
Beoefenen
92
La experiencia
De ervaring
93
El nivel
Het niveau
94
Ofrecer
Aanbieden
95
El albergue
De herberg
96
La dirección
Het adres
97
El código postal
De postcode
98
La firma
De handtekening
