Hoofdstuk 1 Boek 4A Begrippen Flashcards
(32 cards)
Edelgassen
Verzameling van stoffen in groep 18 die vrijwel niet met andere stoffen reageren.
Groep
Verticale kolom in het periodieke systeem.
Halogenen
Verzameling van stoffen in groep 17 die gemakkelijk een verbinding aangaan met een metaal.
Metalen
Grote groep van elementen met de gemeenschappelijke eigenschappen: goed geleidend, buigbaar en glimmend.
Niet-metalen
Grote groep van elementen met de gemeenschappelijke eigenschappen: slecht geleidend, breekbaar en dof.
Periode
Horizontale rij in het periodiek systeem.
Periodiek systeem der elementen
Tabel met de meest voorkomende elementen.
Symbool
Afkorting van de naam van een elementen.
Atomaire massa-eenheid
De eenheid waarin je de atoommassa uitdrukt.
Atoomnummer
Het aantal protonen in de kern.
Elektrisch neutraal
De totale lading is gelijk aan nul.
Elektron
Negatief geladen deeltje dat om de atoomkern heen draait.
Elektronenwolk
Zwerm van elektronen om de atoomkern.
Massagetal
Som van het aantal protonen en neutronen.
Neutron
Ongeladen (neutraal) deeltje dat zich in de atoomkern bevindt.
Proton
Positief geladen deeltje dat zich in de atoomkern bevindt.
Enkelvoudig positief ion
Positief geladen deeltje dat uit één atoomsoort bestaat.
Ion
Geladen deeltje.
Ionaire verbinding
Verbinding die uit ionen bestaat.
Negatief ion
Negatief geladen deeltje.
Ionbinding
Binding tussen geladen deeltjes (ionen).
Ontleedbare stof
Ander woord voor een verbinding.
Romeins cijfer
Cijfer dat de lading van het positief geladen ion weergeeft.
Verbinding
Ontleedbare stof waarin twee of meer atoomsoorten (elementen) met elkaar zijn verbonden.