Hoofdstuk 2 Boek 4A Begrippen Flashcards

(31 cards)

1
Q

Brandstof

A

Stof die warmte levert bij een verbranding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Explosie

A

Snelle uitzetting van gassen, meestal veroorzaakt door verbranding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fossiele brandstof

A

Brandstof afkomstig uit (stoffen uit) uit de aardkorst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ontbrandingstemperatuur

A

De stof eigenschap die bepaalt tot welke temperatuur een stof moet worden moet worden verhit voordat de stof verbrandt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verbranding

A

Reactie met zuurstof, gaat gepaard met verbrandingsverschijnselen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verbrandingsvoorwaarden

A

De drie omstandigheden die aanwezig moeten zijn zodat brand kan ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Blusmiddel

A

Hulpmiddel om een brand te blussen, zoals een brandblusser.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Massaverhouding

A

De vaste verhouding waarin stoffen met elkaar reageren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Overmaat

A

De hoeveelheid van een beginstof die overblijft na een reactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Fijnstof

A

Microscopisch kleine deeltjes, geven gezondheidsklachten zoals astma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Koolstofmonoxide

A

Een gasvormig product van een onvolledige verbranding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Koolwaterstof

A

Verbinding die uit koolstof en waterstofatomen bestaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Onvolledige verbranding

A

Verbranding waar niet voldoende zuurstof bij aanwezig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Roet

A

Een productvan een onvolledige verbranding, bestaat uit koolstof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Volledige verbranding

A

Verbranding waar voldoende zuurstof bij aanwezig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Biobrandstof

A

Hernieuwbare brandstof gemaakt uit planten en bomen.

17
Q

Biomassa

A

Alle plantaardige resten die gebruikt kunnen worden als biobrandstof.

18
Q

Biomassa

A

Alle plantaardige resten die gebruikt kunnen worden als biobrandstof.

19
Q

Chloorfluorkoolwaterstof (cfk)

A

Verbinding van chloor, fluor en koolstof die het gat in de ozonlaag veroorzaakt.

20
Q

Gat in de ozonlaag

A

De plaats in de ozonlaag waar de hoeveelheid ozon flink is afgenomen.

21
Q

Gat in de ozonlaag

A

De plaats in de ozonlaag waar de hoeveelheid ozon flink is afgenomen.

22
Q

No×

A

Verzamelnaam voor verbindingen tussen zuurstof en stikstof.

23
Q

Ontzwavelde brandstof

A

Brandstof die in de fabriek is ontdaan van zwavel.

24
Q

Ozon

A

Gas met molecuulformule O³. Houdt in de dampkring schadelijke uv-straling tegen.

25
Rookgasreinigingsintstallatie
Instalatie die de uitstoot van fabrieken en energiecentrales zuivert. Voorkomt zure regen.
26
Stikstofverbinding
Milieuvervuilende stof, zoals ammoniak of NOx.
27
Zure regen
Neerslag met een pH lager dan 7. Veroorzaakt verlies van biodiversiteit.
28
E-nummer
Door de Europese Unie goedgekeurde hulpstof in voedingsmiddel.
29
Katalysator
Stof die een reactie kan versnellen zonder daarbij verbruikt te worden.
30
Reactiesnelheid
Het tempo waarmee beginstoffen verdwijnen en reactieproducten ontstaan.
31
Verdelingsgraad
Een maat voor hoe fijn een stof is verdeeld.