Hoofdstuk 1: regio superficialis Flashcards

(72 cards)

1
Q

Functie van de cutis (huid)

A
  • belangrijke rol bij afweer
  • belangrijke rol bij vocht- en thermoregulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

onderverdeling cutis

A

epidermis en dermis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat bevindt zich onder de cutis en wat is de functie

A

subcutis; zorgt er voor dat de huid kan bewegen over dieper gelegen structuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarvoor is subcutis de opslag

A

vetlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

onderverdeling subcutis

A

fascia van Camper
fascia van Scarpa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de fascia van Camper

A

superficieel gelegen en bevat adipeuze weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de fascia van Scarpa en andere naam

A

dunne laag bindweefsel over buikspieren, andere naam is fascia abdominalis superficialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

9 regio’s buik

A
  1. regio hypochondriaca dextra
  2. regio epigastria
  3. regio hypochondriaca sinistra
  4. regio hypochondriaca dextra
  5. regio umbilicalis
  6. regio hypochondriaca sinistra
  7. regio inguinalis dextra
  8. regio suprapubica
  9. regio inguinalis sinistra
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

5 spiergroepen buikwandmusculatuur

A
  1. mm. obliquus externus abdominis
  2. mm. obliquus internus abdominis
  3. mm. transversus abdominis
  4. mm. recti abominis
  5. m. pyramidalis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

fascia onder buikspieren

A

fascia abdominalis transversalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

buikwand gescheiden door welke mediaanlijn en waardoor wordt deze gevormd

A

linea alba, door aponeurosen van de buikspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

origo mm. recti abdominis

A

op processus xiphoideus en costae 5-7

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

insertie mm. recti abdominis

A

bovenzijde van os pubis en symphysis pubica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

functie mm. recti abdominis

A

anteflexie van de romp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

segmentatie van mm. recti abdominis

A

3/4 intersectiones tendineae
2/3 boven umbilicus en 1 eronder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

innervatie mm. recti abdominis

A

anterieure rami van T7-T12

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

verloop m. pyramidalis

A

in rectusschede anterieur van mm. recti abdominis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

aanhechting m. pyramidalis

A

os pubis, symphysis pubica en linea alba

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

welke spieren bedekken laterale buikwand

A

m. obliquus externus abdominis, m. obliquus internus abdominis en m. transversus abdominis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

functie laterale buikwand spieren

A

verhogen intra-abdominale druk, anteflexie en rotatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat vormt aponeurose van m. obliquus externus abdominis

A

ligamentum inguinale/ ligament van Poupart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

waar bevindt ligamentum inguinale

A

tussen spina iliaca anterior superior en tuberculum pubicum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

origo m. obliquus externus abdominis

A

costae 5-12

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

insertie m. obliquus externus abdominis

A

crista iliaca, linea alba en ligamentum inguinale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
innervatie m. obliquus externus abdominis
nn. intercostales (T7-T11) en n. subcostalis (T12)
26
richting spiervezels m. obliquus externus abdominis
vanaf lateraal in inferomediale richting
27
richting spiervezels m. obliquus internus abdominis
van lateraal in superomediale richting
28
origo m. obliquus internus abdominis
crista iliaca, ligamentum inguinale, arcus iliopectineus en fascia thoracolumbalis
29
insertie m. obliquus internus abdominis
costae 10-12, linea alba
30
richting spiervezels m. transversus abdominis
horizontale richting
31
origo m. transversus abdominis
crista iliaca, ligamentum inguinale , fascia thoracolumbalis en costae 7-12
32
origo m. transversus abdominis
linea alba
33
welke fascia onder m. transversus abdominis
fascia abdominalis transversalis
34
innervatie m. transversus abdominis
anterieure rami van T7-L1
35
wat vormen de aponeurose van m. obliquus abdominis internus en m. transversus abdominis
falx inguinalis/ conjoint tendon
36
insertie falx inguinalis
os pubis en linea pectinea
37
laterale grenzen rectusschede
linea semilunaris
38
waarmee rectusschede onderverdeeld in boven en onder
door linea arcuata/ linea semicircularis/ lijn van Douglas
39
voorblad rectusschede
alle aponeurosen van m. rectus abdominis
40
achterblad rectusschede
fascia abdominalis transversalis
41
verloop a./ v. circumflexa ilium superficialis
uit a./ v. femoralis communis, lopen parallel aan ligamentum inguinale richting crista iliaca en vormen anastomosen met a./ v. circumflexa ilium profunda
42
verloop v. thoracoepigastrica
lateraal over buikwand verbindt v. epigastrica superficialis met v. thoracica lateralis
43
drainage v. thoracoepigastrica
v. cava superior (via v. axillaris) en v. cava inferior (via v. femoralis)
44
verloop a./ v. epigastrica superficialis
mediaal over caudale gedeelte van buikwand en komt uit/ gaat naar a./ v. femoralis communis
45
oppervlakkige bloedvaten buikwand
a./ v. circumflexa ilium superficialis v. thoracoepigastrica a./ v. epigastrica superficialis
46
bloedvoorziening door oppervlakkige bloedvaten
cutis en subcutane vet
47
vascularisatie buikspieren
a./ v. epigastrica superior a./ v. musculophrenica
48
verloop a./v. epigastrica superior
ontstaat uit/ gaat naar a,/ v. thoracica interna. Vormen anastomosen met a./v. epigastrica inferior t.h.v. umbilicus
49
innervatie cutis
nn. intercostales (T6-T12) n. iliohypogastricus (T12-L1) n. ilioinguinalis (L1)
50
welke structuren in canalis inguinalis
funiculus spermaticus ligamentum rotundum n. ilio inguinalis
51
2 reden irreponibele hernia
- door adhesies; hernia accreta - door beklemming thv breukpoort; hernia incarcerata
52
waar kan een hernia incarcerata tot leiden
mechanische ileus of ischemie - indicatie voor spoedoperatie
53
wat zit in funiculus spermaticus
ductus deferens, a. ductus deferentis, a. testicularis, plexus pampiniformis, a./v. cremasterica, r. genitalis van n. genitofemoralis, sympatische afferente vezels en lymphaticus testicularis
54
ingang van canalis inguinalis
anulus inguinalis profundus/ anulus inguinalis internus
55
waar bevindt zich de anulus inguinalis profundus
halverwege de spina iliaca anterior superior en symphysis pubica craniaal van lig. inguinale lateraal van a. epigastrica inferior
56
naam uitgang lieskanaal
anulus inguinalis superficialis/ anulus inguinalis externus
57
anterieure wand lieskanaal
aponeurose van m. obliquus externus abdominis
58
laterale wand lieskanaal
onderste spiervezels van m. obliquus internus abdominis
59
posteriore wand lieskanaal
fascia abdominalis transversalis en falx inguinalis
60
bodem lieskanaal
mediale deel van lig. inguinale
61
dak lieskanaal
spiervezels van m. obliquus internus abdominis en m. transversus abdominis
62
2 vormen hernia inguinalis
lateraal (indirecte liesbreuk) en mediaal (directe liesbreuk)
63
wat bij laterale liesbreuk en hoe ontstaat het
de liesbreuk volgt de breukzak het canalis inguinalis door anulus profundus - ontstaat door persisterende processus vaginalis (aangeboren)
64
wat bij mediale liesbreuk en hoe ontstaat het
de breukzak gaat direct door de beukwand ontstaat door zwakte van achterwand van lieskanaal
65
begrenzingen driehoek van Hesselbach
door a./v. epigastrica inferior, m. rectus abdominis en ligamentum inguinalis
66
wat bevindt zich onder lig. inguinale
2 lacuane - lucana vasorum (mediaal) -lucana msculorum (lateraal)
67
wat zit in lucana vasorum
a./v. femoralis communis en ramus femoralis van n. genitofemoralis
68
wat zit in lucana musculorum
m. iliopsoas, n. femoralis en n. cutaneus femoralis lateralis
69
andere vormen van hernia
- hernia femoralis - hernia umbilicalis - hernia epigastrica - hernia cicatricalis
70
welke ligament vormen de apneurosen van de m. obliquus externus abdominis
lig. inguinale
71
andere naam lig. inguinale
ligament van Poupart
72
waar bevindt lig. inguinale zich
tussen de spina iliaca anterior superior en het tuberculum pubicum