Hoofdstuk 2 klas 2 Flashcards

1
Q

hoe schrijf je een samenstelling van engelse leenwoorden?

A

Een samenstelling van Engelse woorden schrijf je in het Nederlands als één woord:latenightshow,voicemail.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hij schrijf je een samenstelling van engelse woorden waarbij het rechterdeel een Voorzetsel is op?

A

Als het rechterdeel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, plaats je een koppelteken:time-out,all-in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe schrijf je een woord op die gezien wordt als een combinatie die een woordgroep vormen

A

Als de combinatie wordt gezien als eenwoordgroep, schrijf je de delen los:secondopinion,lowbudget.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe schrijf je franse leenwoorden op?

A

In sommige Franse woorden schrijf je op een klinker eenaccent aigu(zoals op deéindecolleté), eenaccent grave(zoals op deèincrèche) of eenaccent circonflexe(zoals op deêinenquête). Deze accenten zijn nodig om de uitspraak aan te geven.

Andere Franse woorden schrijf je zonder accenttekens:controle,diner.

In een woord dat als echt Frans wordt aangevoeld, blijven alle accenttekens staan. Dat geldt vooral voor woordgroepen (déjà vu).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly