Hoofdstuk 2: Lichaamsystemen Flashcards
(327 cards)
Wat is een cel?
Een cel is het kleinste eenheid die al onze genetische informatie bevat. Alle lichaamssystemen zijn opgebouwd uit cellen.
Noem een paar celtypen
Voorbeeld: Rode bloedcellen, dekweefselcellen (huid), skeletspiercellen, lichtgevoelige cellen, zenuwcellen, vetcellen, geslachtscellen, haarcellen.
Wat zijn Organellen?
Dit zijn onderdelen van een cel die ervoor zorgen dat de cel zijn functie kan uitvoeren. Elk onderdeel heeft een andere functie in de cel.
Wat is het celmembraan?
Dat is het jasje aan de buitenkant van de cel gemaakt van vloeistof. Dat vloeistof bestaat uit vetachtige moleculen, waarin dus eiwit moleculen in drijven.
Wat is de functie van de eiwitmoleculen die in de vetachtige moleculen van het celmembraan drijven?
Deze eiwitmoleculen werken als receptoren: Ze laten alleen nuttige stoffen binnen zoals O2 en vetachtige stoffen. (Semipermeabel)
Welke soort stoffen verstoppen het celmembraan?
Stoffen als vaste vetten, transvetten en glycation.
Wat is Glycatie in de cel en waarom is dit slecht?
Dit zijn suikers (glucose) die zich vasthechten aan de eiwitten. Hierdoor is vervoer van de nodige stoffen niet meer mogelijk waardoor er een te kort komt en dus cellen niet meer goed hun taak kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld: Spiercel die niet meer goed kan samentrekken.
Wat is het cytoplasma?
Geleiachtig vocht dat bestaat uit water, koolhydraten, eiwitten, vetten, vitamines en mineralen. Hiermee zijn de celorganellen mee omringt.
Wat is de celkern?
De celkern bevat erfelijk materiaal. In de celkern zitten chromosomen. De celkern zelf bestaat uit water, 1 of meer kernlichaampjes en meerdere netwerken van dunne draden. Een membraan om de celkern heen scheidt het cytoplasma af van de celkern.
Wat is een chromosoom?
Een chromosoom bestaat uit 2 DNA-draden die in de lengte om elkaar heen zijn gedraaid. DNA (Desoxyribonucleinezuur) is de drager van alle genetische informatie.
Hoeveel chromosomen heeft 1 celkern?
Je hebt er in totaal 46. 23 van je moeder, 23 van je vader. De laatste 2 chromosomen (nummer 23) zijn je geslachtschromosomen (XX of XY).
Wat is het Endoplastisch Reticulum?
Dit zit om de celkern heen. Het bestaat uit een netwerken van membranen bij elkaar. Tussen de membranen zitten kanalen waar het vervoer plaats vind van eiwitten, lipide, calcium, moleculen zelf en ontgifting.
Wat zijn mitochrondrien?
Ook wel de energiecentrales van een cel. In mitochrondrien wordt voedsel omgezet in energie. Dit wordt gebruikt om de functie van de cel uit te voeren, bijvoorbeeld bewegen, groeien, denken. Deze zitten in de cel, tussen het cytoplasma.
Wat is ATP?
Adenosinetrifosfaat: De brandstof van elke cel. Als deze niet goed werkt, kunnen aandoeningen als fibromyalgie, alzheimer, diabetes, auto-immuunziektes en nog veel meer ontstaan.
Waardoor kan de functie van mitochrondrien worden verstoord?
Bewerkt voedsel, tekort aan voedingsstoffen, weinig of overmatig beweging, insulineresistentie, overgewicht, laaggraadige ontstekingen, reumatische aandoeningen en bestralingen.
Wat is het Golgiapparaat?
Dit slaat stoffen op die uit de cel komen maar niet meteen kunnen worden afgevoerd of gebruikt kan worden.
Wat zijn lysosomen?
Dit deel van de cel verwerkt voeding en is het vuilnisvat van overbodige en schadelijke stoffen uit de cel. Deze zakjes zijn gevuld met enzymen en kunnen dus overtollige eiwitten, koolhydraten en vetten verteren en omzetten zodat deze opnieuw kunnen worden gebruikt. Daarnaast ruimen ze schadelijke stoffen op die niet in het cytoplasma thuis horen.
Wat zijn ribosomen?
Ribosomen komen voor op het endoplastisch reticulum of in het cytoplasma. Ze hebben een belangrijke functie voor het aanmaken van eiwitten. Ribosomen zorgen voor de aanmaak van sommige hormonen en enzymen die ook uit eiwitten zijn gemaakt. RNA en proteïne is dus een belangrijk deel van proteïne synthese.
Wat is RNA
Dit staat voor Ribonucleic Acid. RNA is een kopie van het DNA wat verschijnt bij proteïne synthese.
Waar kan je het “recept” vinden voor proteïne synthese?
De genen van het DNA coderen de eiwitten die nodig zijn. Alle genen bij elkaar het een genoom.
Wat is chromatine?
Chromatine is de DNA streng die om de histonen heen zitten. Histonen zijn de verpakkingseiwitten die nodig zijn voor proteïne synthese.
Wat zijn nucleotiden?
Dit is ook wel bekend als de dubbele helix van het DNA. Nucleotiden zitten aan elkaar vast met suiker deoxyribose, fosfaat groep en een BASE. Het ‘recept’ voor het maken van eiwitten staan in de basen.
Hoeveel Basen zijn er? Welke zijn dat?
Het zijn er vijf: Adenine (A), Thymine (T), Cytosine (C), Guanine (G), Uracil (U). In het RNA kopie van het DNA, wordt Thymine vervangen als Uracil.
Hoe en wat gebeurt er als er per ongeluk 1 letter veranderd?
Als er 1 letter veranderd, dan heet dat een mutatie. Het eiwit veranderd dan of wordt onwerkzaam. Dit kan bijv simpel door een typfout maar ook door zonlicht, straling en roken. Mutaties komen voor bij evoluties, erfelijke aandoeningen, resistentie ontwikkeling en kanker.