Hoofdstuk 3 - Antibiotica en virostatica Flashcards
(48 cards)
Wat is het klinisch breekpunt?
De MIC-waarde waaronder behandeling nuttig is.
Wat is de MIC?
De eerste concentratie antibiotica die de groei van bacteriën afremt.
Welk PK/PD parameter beschrijft de bètalactams het best?
Tijd > MIC.
Welke soort doseringsaanpassing wordt gedaan bij antibiotica die het best beschreven worden door ‘tijd > MIC’?
Toediening over de dag spreiden of continu infuus.
Juist of fout?
Aminoglycosiden worden het best beschreven via ‘Cmax/MIC’.
Juist.
Voor welke waarde van Cmax/MIC worden bacteriën als gevoelig gezien?
> 3.
Welke soort doseringsaanpassing wordt gedaan bij antibiotica die het best beschreven worden door ‘Cmax/MIC’?
Zorgen voor een hoge piek.
Welke antibibotica worden het best beschreven via ‘AUC/MIC’?
Glycopeptiden, macroliden, tetracyclines en chinolonen.
Voor welke waarde van AUC/MIC worden bacteriën als gevoelig gezien?
> 30.
Welke soort doseringsaanpassing wordt gedaan bij antibiotica die het best beschreven worden door ‘AUC/MIC’?
Dagdosis moet groot genoeg zijn, piek is niet belangrijk.
Juist of fout?
Glycopeptiden en bètalactams werken in t.h.v. de proteïnesynthese.
Fout, ze grijpen in op de celwandsynthese.
Hoe voeren glycopeptiden en bètalactams hun werking uit?
Glycopeptiden: blokkade van inbouwstappen van precursoren in peptidoglycaan
Bèta-lactams: remming penicilline-binding proteins
Glycopeptiden en aminoglycosiden moeten parenteraal worden toegediend. Hoe komt dit?
Er is geen absorptie vanuit de darm.
Juist of fout?
Peptidoglycanen zijn enkel werkzaam op gramnegatieve en -positieve bacteriën.
Fout, enkel op grampositieve bacteriën.
Voor welke bacterie worden glycopeptiden vooral gebruikt?
MRSA.
Tot welke soort behoort het antibioticum vancomycine?
De glycopeptiden.
Zijn glycopeptiden en aminoglycosiden veilig in omgang?
Ze zijn beide ototoxisch en nefrotoxisch.
Welke antibiotica behoren tot de bètalactams?
Penicillines, cefalosporines, carbapenems
Beschrijf de toxiciteit van bètalactams.
Relatief veilig, belangrijkste bijwerkingen zijn van allergische aard.
Welke antibiotica werken in op de eiwitsynthese?
Macroliden, clindamycine, tetracyclines en aminoglycosiden.
Juist of fout?
Aminoglycosiden blokkeren de 50S subunit van het ribosoom.
Fout, ze blokkeren de 30S subunit.
De 50S subunit wordt geblokkeerd door macroliden en clindamycine.
Welk spectrum hebben de aminoglycosiden?
Goede activiteit tegen stafylokokken en de meeste gramnegatieven.
Geen activiteit tegen anaëroben en streptokokken.
Welk spectrum hebben de macroliden?
- Eenvoudige grampositieven
- Campylobacter, Legionella
- Soorten zonder celwand
Niet actief tegen gramnegatieven (enterobactereaceae) en anaëroben.
Welk spectrum heeft clindamycine?
Hetzelfde als de macroliden + anaërobe bacteriën.