hoofdstuk 3, deel 1 Flashcards
(27 cards)
Wat zijn de twee hoofdtypen goederen?
Lichamelijke en onlichamelijke goederen
Lichamelijke goederen zijn tastbaar, terwijl onlichamelijke goederen ontastbaar zijn en intellectuele rechten omvatten.
Wat zijn lichamelijke goederen?
Tastbaar en zakenrecht van toepassing
Voorbeeld: wie de eigenaar is van een auto.
Wat zijn onlichamelijke goederen?
Onstoffelijk, ontastbaar en intellectuele rechten & zakenrecht van toepassing
Voorbeeld: auteursrecht.
Wat zijn onroerende goederen?
Vaste zaken, zoals grond en gebouwen
Dit omvat zaken die uit hun aard onroerend zijn of door bestemming onroerend worden.
Wat zijn roerende goederen?
Alles wat niet onroerend is, verplaatsbaar
Roerende goederen zijn niet vast verbonden aan een locatie.
Wat zijn publieke goederen?
Eigendom van de overheid, openbaar domein-bestemming
Voorbeeld: gemeentepark.
Wat zijn private goederen?
Eigendom van private personen
Dit zijn goederen die niet voor iedereen toegankelijk zijn.
Wat zijn gebruiksgoederen?
Verdwijnen niet bij het eerste normaal gebruik, goederen die meerdere keren gebruikt kunnen worden
Voorbeeld: een fiets.
Wat zijn verbruiksgoederen?
Verdwijnen bij eerste normaal gebruik, goederen die bij gebruik volledig verbruikt of vernietigd worden
Voorbeeld: eten, brandstof.
Wat zijn vervangbare goederen?
Goederen die je makkelijk kunt vervangen
Voorbeeld: geld of auto.
Wat zijn niet vervangbare goederen?
Goederen die uniek zijn
Voorbeeld: een erfstuk of kunstwerk.
Wat zijn zakelijke rechten?
Rechten op goederen
Dit omvat het recht om te beschikken over een goed.
Wat zijn vorderingsrechten?
Rechten om iets te eisen van iemand
Dit betreft de relatie tussen schuldeiser en schuldenaar.
Wat is het absoluut karakter van zakelijke rechten?
Geldt tegenover iedereen
Dit betekent dat de rechten niet afhankelijk zijn van een specifieke relatie.
Wat is het relatief karakter van vorderingsrechten?
Geldt enkel tussen partijen (schuldeiser en schuldenaar)
Dit houdt in dat deze rechten niet tegen derden kunnen worden ingeroepen.
Wat zijn zelfstandige zakelijke rechten?
Rechten die op zichzelf bestaan zonder directe band met een ander recht
Voorbeelden: eigendom, vruchtgebruik, erfdienstbaarheden.
Wat zijn zakelijke zekerheidsrechten?
Onzelfstandige rechten die enkel kunnen bestaan als bijkomend recht bij een ander recht
Voorbeelden: hypotheek, pand.
Wat zijn de bevoegdheden van de eigenaar?
Genotsrecht, beheersrecht, beschikkingsrecht
Dit zijn de rechten die een eigenaar heeft over zijn goed.
Wat zijn privaatrechtelijke beperkingen op het eigendomsrecht?
Aantasting van rechten van anderen, evenwichtsleer, burenhinder, rechtsmisbruik
Deze beperkingen zijn bedoeld om schade aan anderen te voorkomen.
Wat zijn publiekrechtelijke beperkingen op het eigendomsrecht?
Onteigening en opeising
Dit zijn beperkingen opgelegd door de overheid voor publiek belang.
Wat zijn de twee manieren van eigendomsverwerving?
Afgeleide en oorspronkelijke eigendomsverwerving
Afgeleide eigendomsverwerving is van iemand anders, oorspronkelijke is zonder voorafgaande eigenaar.
Wat is het recht van natrekking?
Alles wat een zaak voortbrengt of als bijzaak met een zaak verenigd wordt
Voorbeeld: vruchten van een boom zijn eigendom van de eigenaar van de boom.
Wat is het verschil tussen eigendom en bezit?
Eigendom is juridisch recht, bezit is feitelijke controle
Bezit kan te goeder trouw of te kwader trouw zijn.
Wat zijn de rechtsgevolgen van bezit van onroerende goederen?
Verkrijgende verjaring, voorwaarden voor deugdelijk bezit
Voorwaarden: voortdurend, vreedzaam, openbaar en ondubbelzinnig bezit.