Hoofdstuk 4 Flashcards
(161 cards)
PID
proces and instumentation diagram
Eenheidsprocessen gaan altijd gepaard met 1 of meerdere fysische transportverschijnselen ,
onderverdeeld in 3 types:
- monentumtransfer
- warmtetransfer
- massatransfer
momentumtransfer/stroming
volledige bulkmatrix van fluida en vaste deeltjes onder invloed van een drukverschil (Δp)
2 soorten stroming
- laminaire stroming: stroombeweging is evenwijdig
- turbulente stroming: stroombeweging is willekeurig
Reynalds getal (Re)
Re = p . v . L/η
v = snelheid p = druk L = lengte van de buis η = viscositeit van de stof
Re < 2000 => laminair
Re > 4000 => turbulent
warmtetransfer
overdracht van warmte van een plaats naar een andere plaats onder invloed van een temepratuurverschil (ΔT)
massatransfer
netto beweging van een stof in een mengsel van een eerste naar een tweede locatie
maw: het verplaatsen van een stof binnen in een bulkmatrix onder invloed van een concentratieverschil (Δc)
stel c1 > c2: een druppel inkt zal zich dan verplaatsen naar de lagere concentratie om zo de concetratie weer gelijk te maken
advectie bij massa transfer
volgens stroomrichting
moleculaire diffusie bij massa transfer
stroom verplaats zich van hoge c naar lage c
turbulente diffusie bij massa transfer
pakket moleculen verplaatst zich van hoge c naar lage c
drijvende kracht
een fysisch transportverschijnsel vindt enkel en alleen plaats als er een
drijvende kracht is Δp, ΔT en Δc)
flux (ɸ)
= hoeveelheid massa dat over een tijdseenheid verplaatst wordt doorheen een
oppervlak [J/m2s]
= drijvendekracht/weerstand
thermodynamisch evenwicht
wanneer de drijvendekracht gelijk is aan 0 => flux = 0
thermodynamisch evenwicht
wanneer de drijvendekracht gelijk is aan 0 => flux = 0
thermodynamica
wat is de richting en de mate van een fysisch transportverschijnsel?
E0 =/= E1 opdat er een drijvendekracht is
kinetiek
hoe snel verloopt de transfer? Hoe groter de weerstand, hoe trager het verloop
weerstand = afstand van E1 tot top van de parabool
katalysator
manier om de activeringsenergie van een transportverschijnsel te verlagen
behoudswetten
- behoud van energie
- behoud van massa
steady-state proces
totale massa inputstromen = totale massa outputstromen (er is geen accumulatie)
materiaalbalans
schematische voorstelling van het proces met chemische reacties en een balans
opslag van gassen en vloeistoffen
wordt algemeen vermeden omwille van hoge kosten en grote volumes, indien het toch nodig is worden gassen afgekoeld tot vloeistoffen
transport van gassen en vloeistoffen
via pijpleidingen die een verbing vormen tusssen opslagtanks en procesapparatuur, hiervoor is er mechanische energie nodig om de grote druk en hoogteverschillen tegen te gaan => pompen bij vloeistoffen en ventilatoren of compressoren bij gassen
centrifugaalpomp
Emotor -> Ekin -> hoge snelheden in pomp
voordelen: uniforme anlevering = geen impulsen
nadelen: werkt niet met visceuze stoffen
verdringerpomp
Emotor -> Epot -> hoge druk en lage snelheid
het is een volumetrische methede (telkens een vast volume per cyclus, niet continu)
voordelen: werkt met zeer visceuze stoffen
nadelen: trager
3 soorten:
- alternerende zuiger
- roterende pomp
- perisaltische pomp
alternerende zuiger
bij het aanzuigen vergroot (rechts) het inwendig volume dat zich vult met de te transporteren vloeistof en bij het persen (links) wordt de vloeistof uit het kleiner wordend pomphuis weggeduwd (zie afb)