Hoofdstuk 4 Flashcards
Hofcultuur (68 cards)
1
Q
Barok
A
2
Q
Homo universalis
A
3
Q
Humanisme
A
4
Q
Hof
A
5
Q
Renaissance
A
6
Q
Klassieke oudheid
A
7
Q
Anatomie
A
8
Q
Retorica
A
9
Q
Imitatio
A
10
Q
Aemulatio
A
11
Q
Fresco
A
12
Q
Zuilen
A
13
Q
Palazzo
A
14
Q
Amfitheater
A
15
Q
Mecenas
A
16
Q
Toneelmachinerieen
A
17
Q
Naumachia
A
18
Q
Komedie
A
19
Q
Intermedi
A
20
Q
Opera
A
21
Q
Coulissen
A
22
Q
Traktaat
A
23
Q
Tragedie
A
24
Q
Gotiek
A
Gotiek is een laat-middeleeuwse stijl in de architectuur en beeldende kunst.
25
Satire
26
Aquaduct
27
Lijsttheater
28
Commedia
29
Dell'arte
30
Affectenleer
31
Kapelmeester
32
Basso continuo
Kenmerken van de basso continuo zijn:
- het gebruik van een verkorte notatie waarbij alleen de baslijn is genoteerd
- vaak zijn cijfers bij de noten gezet, waaruit kan worden afgeleid welke akkoorden de componist bedoelt
- het wordt ook wel becijferde bas genoemd.
33
Recitatieven
Kenmerken van het recitatief zijn:
- een sobere melodie, met weinig toonhoogteverschillen en kleine intervallen
- een begeleiding die bestaat uit ondersteunende harmonieën op de belangrijkste woorden.
34
Aria
35
Prima pratica
36
Seconda pratica
37
Dissonanten
38
Gregoriaans
39
Pilasters
40
Processie
41
Reformatie
42
Contrareformatie
43
Kerktoonladder
44
Polyfonie
45
Patroonheilige
46
Clair-obscur
47
Jongenskoor
48
Castraten
49
Baldakijn
50
Relieken
51
Altaar
52
Grotesken
53
Chansons
54
Moresque
55
Meistersinger
56
Mehterbands
57
Zurna
58
Figuurdansen
59
Ballet de cour
60
Balletkomedie
61
Blijspel
62
Balletopera
63
Pantomime
64
Ouverture
65
Danssuites
66
Divertissement
67
En dehors
68
Academische ballet