hoofdstuk 4 Flashcards

(30 cards)

1
Q

wat is de kernvraag van gevolgenethiek

A

ben je nutig genoeg om gered te worden?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is utilitarisme

A

utilie -> gebruiken: vorm van gevolgenethiek die kijkt naar de uitkomst. het moreel juiste is wat het meeste welzijn oplevert voor zoveel mogelijk mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wie zijn belangrijke denkers binnen het utilitarisme

A

john stuart mill en jeremy bentham

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar zetten ze zich voor in

A

voor een menswaardig rechtvaardig rechtssysteem. ze wilden corruptie bestrijden en wetten hervormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het algemeen nut

A

het welzijn of geluk van alle mensen. de uitkomst moet het meeste welzijn voor zoveel mogelijk mensen brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het hypothetisch imperatief volgens kant

A

iets wat je moet doen om een bepaald iets te bereiken. een als dan relatie bv: als ik honger heb dan moet ik eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het categorisch imperatief

A

regels die je moetvolgen ongeacht het doel ze zijn moreel verplicht voor iedereen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat betekent het dat elk mens een moreel wezen is volgens kant

A

elk mens heeft een morele waarde en mag niet louter als middel worden gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een maxime

A

een morele regel van het verstand. een goede maxime kan een universele wet zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat betekent de mens is geen ding?

A

je moet mensen behandelen als een doel opzich, niet enkel als een middel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waarden

A

idealen en motieven die nastrevenswaardig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

normen

A

gadragsregels binnen een maatschappij/groep. er wordt neergeken op de overtredingen van normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

tot wat leidt een conflict

A

een protest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is moreel

A

het geheel van waarden en normen die gelden n een bepaalde groep/samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is dilemma

A

door een bepaalde reden moeilijk om te kiezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

moreel en immoreel

A

goed en slecht vanuit een bepaalde ethische argumentatie

16
Q

ammoreel

A

een keuze die niet goed of slecht gaat, een handeling zonder morele waarden en waarden

16
Q

moraalfilosofie

A

nedenken en filosoferen over (im)moreel kwesties

16
Q

de vraag van epicurisme

A

app je jezelf gelukkig

17
Q

wat is de kern van het epicurisme

A

Centraal staat het instinctief zoeken naar genot dat leidt tot een gelukkig leven en daarbij
zoveel mogelijk pijn vermijden. Genot staat voor lichamelijke gezondheid en gemoedsrus

18
Q

wat is genot

A

lichaamelijke gezondheid en gemoedsrust

19
Q

plichtsethiek de vraag

A

is goed zijn verplicht

20
Q

wat is gevolgenethiek

A

het resultaat is enkel van belang, ongeacht de bedoeling/intentie erachter;Iets is slect als de uitkomst slecht is,ook alhandel je met de beste bedoeling

21
Q

voorbeeld gevolgenethiek

A

je wast de ramens slecht af, je mama is boos omdat jet het niet goed deed

22
wat is intentie-ethiek
enkel de bedoeling/intentie doet er toe ongeacht de gevolgen. iets is goed als de intentie erachter ook goed is, ook al zijn de gevolgen dat niet
23
vb intentie-ethiek
je wast de ramen slecht af , je mama is blij dat je ze gedaan hebt ook al staan er strepen op
24
van wie is de plichtsethiek
I.Kant
25
wat is e vraag van plichtsethiek
Wat moet ik doen?
26
wat is de plichtsethiek
volgens kant moet het verstand beslissen of iets moreel goed of slecht is. het is je plicht om dit te volgen, hij maakt binnen deze visie een onderscheid tussen 2 imperatieven
27
tussen welke 2 imperatieven maakt kant onderscheid
categorisch imp en hypothetisch imp